Denis Odoi: ‘Ik kan het niveau van de Premier League aan’

© belgaimage
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

In een uitverkocht Wembley de promotie naar de Premier League afdwingen: dat heet dan je dertigste verjaardag in stijl vieren. Vlak voor hij zijn feestelijk weekend inzette, ontving Denis Odoi Sport/Voetbalmagazine bij hem thuis in Londen. Het werd een lang gesprek over de heropleving van Fulham FC, het belang van de Engelse pubcultuur en de WK-selectie van Roberto Martínez.

We zijn enkele dagen voor ‘de match van 200 miljoen euro’, zoals de promotiefinale tussen Fulham FC en Aston Villa, bepalend voor wie volgend seizoen in de Premier League speelt, wordt genoemd. Van enige nervositeit valt echter niets te merken ten huize Denis Odoi. De rust in Barnes, een groene gezinswijk net buiten het centrum van Londen, werkt aanstekelijk. Naast de Britse topchef Heston Blumentahl en Match of the Day-presentator Gary Lineker woont ook Odoi hier. Samen met zijn echtgenote Katleen, zoontje Isaak (bijna 1 jaar) en de hond Mona, een Franse bulldog ‘met pitbull-allures’ aldus de betrokkenen.

Jokanovic is een heel goede trainer, alleen zou hij wat moeten werken aan zijn communicatie met de bankzitters.

Denis Odoi

Terwijl we plaatsnemen in hun knusse stadstuintje – met de moordzucht van de viervoeter blijkt het gelukkig mee te vallen -, gaat de focus van de gastheer uit naar het zetten van de perfecte cappuccino. Sinds hij in de zomer van 2016 van Lokeren naar de Engelse tweedeklasser Fulham getransfereerd werd, is de interesse in de hele koffiecultuur verder aangewakkerd bij Denis Odoi. Hij installeerde een app waarmee hij de betere koffieadresjes leerde kennen in de stad en volgde een opleiding tot barista. Het moet gezegd: die werpt zijn vruchten af. We krijgen een heerlijke cappuccino geserveerd, mét motiefje in het melkschuim.

Die savoir vivre typeert Denis Odoi, door (ex-)ploegmaats bestempeld als buitenbeentje in de opgeblonken voetbalcocon. Op wedstrijddagen fietst hij al eens tot aan Craven Cottage, de thuisbasis van Fulham FC. ‘Gaat gewoon sneller dan met de auto’, haalt hij de schouders op. Drinkt nooit alcohol en durft al eens een broodje hummus te bestellen. Dennis Praet, net als Odoi van Leuven afkomstig, noemt hem daarom een ‘alti’ -afkorting voor alternatieveling. Zelf vindt Odoi dat wat overdreven – ‘Ik wil mij zeker niet afzetten van de voetbalwereld’ – maar hij beaamt dat het leven leiden van een gewone stadsjongen hem meer aanspreekt dan dat van een voetbalster. In dat opzicht zit hij bij Fulham, traditierijke familieclub met wellicht de meest geciviliseerde aanhang in het Londense voetbal, meer dan op zijn plaats.

In welk opzicht zit hier een andere Denis Odoi dan diegene die we interviewden toen hij hier in 2016 pas getekend had?

Denis Odoi: ‘Ik ben vader geworden, dat is de grootste verandering. Andere zorgen, andere verantwoordelijkheden. Als voetballer ben ik ook beter geworden, denk ik. Tactisch vooral. Het belang van stilstaande fases, een andere manier van uitvoetballen, zeker op de positie dat ik tegenwoordig speel, als centrale verdediger. Op de flank zijn je afspeelmogelijkheden beperkt, centraal heb je meestal meerdere opties. Het komt er op aan de juiste keuzes te maken en je momenten leren kiezen om in te stappen. Je weet als centrale verdediger dat elke fout vrijwel zeker tot een scoringskans voor de tegenstander leidt.’

Denis Odoi: 'Ik besef nu dat we het in België zeker niet slecht hebben. Dan denk ik aan het schoolsysteem - hier is dat belachelijk duur, tot 10.000 euro per jaar - en de gezondheidszorg.'
Denis Odoi: ‘Ik besef nu dat we het in België zeker niet slecht hebben. Dan denk ik aan het schoolsysteem – hier is dat belachelijk duur, tot 10.000 euro per jaar – en de gezondheidszorg.’© matthias stockmans

Maakt het mentaal een verschil om in het buitenland te spelen?

Odoi: ‘Je wordt minder beïnvloed. In België zijn er altijd wel familieleden of vrienden die je aanspreken op iets dat in de media verschenen is of gezegd werd. Ik sta zelf niet verder van het voetbal, maar mijn omgeving staat verder van mijn voetbal.’

Bij Lokeren was je een leider, je teammaats noemden je de vakbondsman. Welke rol heb je hier?

Odoi: ( lacht) ‘ KillianOvermeire noemde mij zo. Hier ben ik nu ook afgevaardigde voor Fulham bij de PFA, de belangenvereniging van de spelers in het Engelse profvoetbal. Dat werd mij gevraagd door de teammanager. En sinds Scott Parker en Sone Aluko vertrokken, zit ik ook mee aan tafel bij onderhandelingen over premies. Maar de peptalk in de kleedkamer laat ik aan anderen over, zoals Kevin MacDonald. Bij Sint-Truiden en Lokeren was ik luider in de kleedkamer, ik zat er tussen vrienden. Hier lach ik wel, maar ik ben meer toeschouwer dan gangmaker geworden.’

Omdat je er meer afstand van genomen hebt?

Odoi: ‘Ik train nog altijd graag, maar ik relativeer meer. De geboorte van mijn zoon, of het overlijden van Grégory Mertens enkele jaren geleden, dat zijn belangrijkere zaken. Let op, ik ben zeer competitief ingesteld, maar als het op voetbalvlak niet werkt, ga ik mij daar niet te lang slecht over voelen.

‘In mijn periode bij Anderlecht gebeurde dat wel, moet ik toegeven. Logisch, het was de eerste keer in mijn carrière dat ik geconfronteerd werd met een bankzitterstatuut en ik woonde toen ook nog alleen, dus ik kón chagrijnig rondlopen. ( lachje) Door te gaan samenwonen, leer je die frustraties beter kanaliseren.

Katleen: ( komt tussen) ‘Denis verzorgt zijn lichaam goed en streeft naar het maximum. Bij Lokeren was niet alles altijd even professioneel en daar kon hij zich soms in opwinden. Bij Fulham is alles zo goed geregeld dat je vanzelf minder zorgen hebt en meer kan genieten.’

Odoi: ‘Ik kan mij nog altijd superhard opwinden als een ploegmaat niet goed traint. Met Kevin MacDonald heb ik daar vaak woorden over. Hij is de eerste speler die ik als trainer op het wedstrijdblad zou zetten, maar soms traint hij als een natte dweil. Hij weet dat ik mij daaraan erger en dan komt hij zich excuseren: ‘Sorry Denis, ik voel het niet vandaag.”

Is het niet verbazend dat zoiets kan bij een ambitieuze Engelse club, waar de concurrentie toch groot hoort te zijn?

Odoi: ‘Dat heeft te maken met de drukke kalender: als je elke zaterdag en woensdag match hebt, zijn de trainingen daartussen soms wat minder strak. Anderzijds kijkt men hier ook gewoon naar de prestaties op het veld: als die goed zijn, krijg je geen kritiek op je trainingsarbeid. Onze drie middenvelders zijn de enigen in onze ploeg die zeker zijn van hun plek. De rest mag zo hard trainen als ze willen, die drie spelen altijd. Zo werkt voetbal nu eenmaal.’

Niet te koop

Lost je eerste buitenlandse avontuur de verwachtingen in?

Odoi: ‘Ik had geen specifieke verwachtingen toen ik hier tekende. Ik keek er wel naar uit om in een wereldstad als Londen te leven en die verwachtingen worden meer dan ingelost. Ik woon hier supergraag, Fulham is een aangename club en de competitie is leuk. Door hier te zitten, ga je ook wel anders kijken naar België. Ik besef dat we het daar zeker niet slecht hebben. Dan denk ik aan het schoolsysteem – hier is dat belachelijk duur, tot 10.000 euro per jaar – en de gezondheidszorg.’

Je bent iemand die met trendgevoelige zaken zoals muziek, mode en koffie bezig is. Van Leuven naar Antwerpen en nu naar hier, qua hipsterfactor ben je je carrière goed aan het opbouwen.

Odoi: ( lacht) ‘De volgende stap is Portland, hipstercapital of USA. Of Vancouver. Ik vind het heerlijk om in een hippe buurt als Shoreditch rond te wandelen.’

Spreek je soms af met collega-voetballers in Londen?

Odoi: ‘Met Mousa Dembélé soms. Ik heb hem ook geraadpleegd voor ik bij Fulham tekende. Bij de nationale ploeg kwamen we goed overeen – we speelden samen het spelletje om ter meeste hoofdsteden opsommen – maar door onze drukke programma’s en omdat hij aan de andere kant van de stad woont, is het niet evident om af te spreken. De andere Rode Duivels in Londen ken ik niet zo goed. Er zijn wel al een paar collega’s uit België op bezoek gekomen: Ludovic Buysens, Koen Persoons en Nils Schouterden.’

Londen staat bekend als een smeltkroes van culturen, betekent dat ook dat je minder met racisme geconfronteerd wordt dan in België?

Odoi: ‘Ik weet dat dat in België nog steeds een issue is, maar ik hou niet zo van het calimerogedrag van sommigen. Ik vrees dat racisme nooit zal verdwijnen. Als iemand iets naar mij roept, voel ik niet de behoefte daarop te reageren of dat in de krant te smijten. Nu, Fulham heeft een heel zachtaardig publiek, er zijn geen hekken en iedereen zit door elkaar – ook fans van de tegenstander. Er komen veel gezinnen en de meesten zijn Londenaars, mensen met geld dus. Burnley, Leeds, de meeste clubs in het noorden… dat is allemaal iets ruwer en volkser. Als je bijvoorbeeld in Birmingham gaat spelen, krijg je wel wat fuck you’s naar je hoofd geslingerd of zie je kerels marginale gebaren maken terwijl hun zoon van zes jaar naast hen staat. Triestig, maar ik laat het passeren.’

Voor de Rode Duivels is dit hét moment. Ze hebben de ideale combinatie van ervaring en fysieke capaciteiten.

Denis Odoi

En op straat?

Odoi: ( blaast) ‘Ik ervaar geen groot verschil met België. Nu, ik merk het sowieso niet wanneer mensen mij scheef bekijken. Als jonge gast heb ik wel wat racistische dingen meegemaakt. Toen ik bijvoorbeeld als zestienjarige uitging op de Oude Markt, moest ik mijn paspoort tonen en mijn twee blanke vrienden niet. Maar zulke zaken zijn nooit aanleiding tot een trauma geweest.’

Je bent een NBA-fan, kijk je dan op naar supersterren als Kevin Durant en Stephen Curry, die politieke statements durven te maken? En zie jij dat als de taak van een topsporter?

Odoi: ‘Ik vind dat knap, maar ik vraag mij tegelijkertijd af of het ook niet vooral om hun imago te doen is. Ik wil gerust politieke discussies voeren, maar dan persoonlijk, niet via sociale media.

‘Bij Fulham heb ik dit jaar een award gekregen voor mijn inzet bij sociale projecten. Ik ben scholenambassadeur van de club, elke maand ga ik op bezoek bij een school. Een paar uurtjes gesprekken voeren met de studenten. Volgend seizoen wil ik me nog meer engageren voor de Fulham Foundation, die allerlei maatschappelijke projecten beheert.’

Ben je er al uit of je bij Fulham blijft? Je hebt nog één jaar contract te gaan.

Odoi: ‘Alles zal afhangen van de intenties van de club. Willen ze veel versterking halen? Ik denk wel dat ik het niveau van de Premier League aankan. Ik denk ook niet dat ik weg moet. Ik geef elke dag het maximum op training en ik kan op veel posities uit de voeten.’

Behoort een terugkeer naar België tot de mogelijkheden? Je wordt genoemd bij AA Gent, Club Brugge, of misschien Anderlecht, waar Hein Vanhaezebrouck – een fan van jou – nu coach is.

Odoi: ”Ik weet niet of een Belgische club een gelijkaardig salaris wil en kan betalen voor een verdediger van 30 jaar. Bovendien is de situatie veranderd ondertussen. Had ik geen 65 procent van de wedstrijden gespeeld, kon ik weg voor een zachte prijs, maar dat is nu achterhaald.’

Vorige zomer stond je al eens dicht bij AA Gent.

Odoi: ‘Het was nog voor de geboorte van mijn zoon en Gent is een mooie club, de trainer wilde mij absoluut, dus ik zag het zeker zitten. Er bestond een akkoord met hen en zij wilden ook het gevraagde transferbedrag op tafel leggen, maar toen heeft voorzitter Tony Khan in laatste instantie zijn veto gesteld en een belachelijk hoge som gevraagd ( 3,5 miljoen euro,nvdr). In feite zei hij daarmee: niet te koop.’

Denis Odoi: 'Je kan niet voorbij de inbreng van Aleksandar Mitrovic vanaf januari: wanneer het eens stroever liep, sleurde hij er ons door met een doelpunt.
Denis Odoi: ‘Je kan niet voorbij de inbreng van Aleksandar Mitrovic vanaf januari: wanneer het eens stroever liep, sleurde hij er ons door met een doelpunt.© matthias stockmans

Boel op stelten

Net als jij kende de ploeg dit seizoen twee gezichten. Wisselvallig tot in december en dan plots onklopbaar. Vanwaar die metamorfose?

Odoi: ‘Moeilijk te verklaren. Opeens kwamen we in een flow. De klik is er gekomen midden december, toen we met de hele ploeg op stap geweest zijn – dat is hier een traditie in Engeland. Nadien hebben we 23 wedstrijden op rij niet meer verloren, tot helaas die laatste match van de reguliere competitie, waardoor we niet rechtstreeks promoveerden. Daarnaast kan je ook niet voorbij de inbreng van Aleksandar Mitrovic vanaf januari: wanneer het eens stroever liep, sleurde hij er ons door met een doelpunt.’

En de inbreng van Odoi, wat was die?

Odoi: ‘In de heenronde speelde ik dan wel, dan weer niet. Meestal als linksback, soms centraal. Ik vond van mezelf dat ik het niet slecht deed wanneer ik mijn kans kreeg, maar de trainer wilde Tomas Kalas krediet geven. Dus verdween ik telkens weer naar de bank… tot Kalas geblesseerd raakte en ik de vaste centrale verdediger werd naast Tim Ream.’

Wat voor trainer is Slavisa Jokanovic?

Odoi: ‘Een heel goede trainer, alleen zou hij wat moeten werken aan zijn communicatie met de bankzitters. Soms wisselt hij in functie van de tegenstander: zelfs al heb je de week voordien een goede wedstrijd gespeeld, kan je dus uit de ploeg verdwijnen. Zonder al te veel uitleg.’

Werd er door het bestuur druk gezet toen jullie de start misten?

Odoi: ‘Wij werden bij de favorieten voor promotie gerekend, dus er heerste wel ontgoocheling na die eerste maanden. Maar Fulham is niet de club waar dan de boel op stelten staat of de voorzitter in de kleedkamer verschijnt. Bij Leeds en Aston Villa eist de aanhang resultaten. Wij hebben wel ambitie – inzake salarissen behoort Fulham bij de beste betalers in de Championship – maar onze supporters breken het kot niet af als het eens wat tegenvalt. Het bestuur kán dus rustig blijven.’

WK op adrenaline

Jij behoort tot de Rode Duivelsgeneratie van Dries Mertens, Jan Vertonghen, Mousa Dembélé, Marouane Fellaini, Thomas Vermaelen en Vincent Kompany. De lichting die op dit WK moet pieken. Leef je met hen mee?

Odoi: ‘Ik denk dat dit inderdaad hét moment is. Ze hebben de ideale combinatie van ervaring en fysieke capaciteiten, binnen twee jaar hebben ze die ervaring nog, maar wellicht iets minder scherpte. Ik hoop natuurlijk dat ze het goed doen, maar ik denk dat er fanatiekere supporters bestaan dan ik. Ik ga op vakantie echt niet mijn hele programma afstemmen op het WK-schema.’

Er heerst bezorgdheid over de fysieke paraatheid van onze internationals in Engelse loondienst. Daarom de vraag aan een ervaringsdeskundige: welke impact zal die hebben?

Odoi: ‘Die vermoeidheid speelt mee, maar dat geldt voor bijna elk land. Hebben ze in Spanje zoveel minder wedstrijden? Het hoort bij de taken van de trainer om de spelers met de juiste balans van rust en intensiteit klaar te stomen. Trouwens, zo een toernooi speel je grotendeels op adrenaline, denk ik.’

De carrière van je maatje Dries Mertens, met wie je opgroeide, nam de voorbije twee seizoenen een hoge vlucht. Ben je verbaasd?

Odoi: ‘Niet echt, omdat Dries altijd al bij de besten hoorde. Ik vind het zelfs geruststellend dat zijn technische kwaliteiten voldoende blijken voor de Europese top, want wat ik hem bij de jeugd of in het zaalvoetbal zag doen… Ik kon me toen niet inbeelden dat er in de rest van de wereld nóg veel beter rondliep. Dat blijkt dus van niet. De manier waarop hij zijn carrière opbouwde, vind ik bewonderenswaardig. Veel van wat hij doet, lijkt simpel, maar dat is het niet. Zoals naar binnen snijden en in de verste hoek mikken: dat probeer ik op training vaak genoeg en die ballen vliegen meestal over de tribune.’ (lacht)

Alsof hij het begreep, lacht zoontje Isaak luid mee. Zijn signaal om de focus te verleggen. Het vaderschap roept…

Denis Odoi: 'Ik kan het niveau van de Premier League aan'
© matthias stockmans

De premies van Shahid Khan

Wat voor iemand is Shahid Khan, de puissant rijke Amerikaanse eigenaar van de club?

Denis Odoi: ‘Heel vriendelijke man, maar eigenlijk zien we hem zelden. Het is vooral zijn zoon, Tony Khan, die de club leidt. Een echte Amerikaan, alles is great en fantastic. Hij wil de beste vriend zijn van de spelers. Na de zege tegen Derby zijn we met de ploeg uitgegaan en zocht hij heel de tijd mijn gezelschap op. Het feit dat ik de winning goal gemaakt had, zat daar wellicht voor iets tussen.’ ( grijnst)

Shahid Khan kwam recent in het nieuws omdat hij voor 800 miljoen euro Wembley wil opkopen. Wat denken jullie als je zoiets leest?

Odoi: ‘Dat we dringend ons premiestelsel moeten heronderhandelen.’

Wordt er op dat niveau dan nog zoveel met premies gewerkt?

Odoi: ‘Ja, maar alles moet vooraf op papier staan. Het kan dus niet, zoals in België, dat een voorzitter voor de match nog vlug even in de kleedkamer beloftes komt doen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content