Deze 11 spelers kwamen uit voor Juventus en Real Madrid

© AFP
Jarno Bertho
Jarno Bertho Freelancejournalist

Met Juventus – Real Madrid staat de recordkampioen uit Italië zaterdagavond in de finale van de Champions League nog eens lijnrecht tegenover die uit Spanje. In de gehele voetbalgeschiedenis droegen welgeteld elf spelers zowel het koninklijk witte shirt als dat in zwart-wit gestreept motief.

Luis del Sol (Real Madrid 1960-1962, Juventus 1962-1970)

De oudste in dit overzicht is de 82-jarige Luis del Sol Cascajares. Als aanvallende middenvelder startte hij zijn profcarrière bij Betis, maar hij werd na zes jaar in Andalusië naar de hoofdstad gehaald. In z’n eerste seizoen bij Real Madrid veroverde hij meteen Europacup I (1960), de vijfde in de geschiedenis van de club. Na twee seizoenen trok del Sol naar Juventus, waar hij als eerste Spanjaard ooit bijna 300 wedstrijden afwerkte. Hij maakte zijn carrièrecirkel rond door via Roma terug te keren naar Betis.

Michael Laudrup (1985-1989 Juventus, 1994-1996 Real Madrid)

Nagenoeg twintig jaar later werd Michael Laudrup de tweede speler in rij die beide clubs op zijn palmares zette. Als Deens Voetballer van het Jaar in 1982 werd hij door Juventus weggeplukt bij Brøndby om hem vervolgens twee jaar bij Lazio te stallen. Op het middenveld van Juve was er door de aanwezigheid van Michel Platini en Zbigniew Boniek aanvankelijk geen ruimte voor Laudrup. Pas na een uitleenbeurt van twee seizoenen kreeg hij een vaste stek in het elftal. Bij het pensioen van Platini werd van Laudrup verwacht dat hij de Bianconeri bij de hand zou nemen, maar daar was de Deen niet toe in staat. Hij wist nauwelijks te scoren en kon Juventus niet naar een prijs loodsen. Het Barcelona van Johan Cruyff bood hem een uitweg uit Turijn. Laudrup won in Catalonië alles wat er te winnen viel en maakte na vijf seizoenen en een dispuut met Cruyff een veelbesproken overstap naar Real Madrid.

Juan Esnáider (1991-1993 & 1995-1996 Real Madrid, 1999-2001 Juventus)

De eerste transfer van Juan Esnáider doet denken aan die van Vinicius Junior van vorige week. Net als de zestienjarige Braziliaan van Flamengo werd Esnáider al na een handvol wedstrijden in zijn thuisland – bij het Argentijnse Ferro Carril Oeste – weggekocht. Esnáider probeerde over twee periodes door te breken bij Real Madrid. Poging één draaide uit op een sisser, maar na een succesvol seizoen bij Real Zaragoza – met zestien competitiegoals, een doelpunt en de zege in de finale van de Beker der Bekerwinnaars – bood de Koninklijke hem een tweede kans, die hij opnieuw niet kon waarmaken. In 1999 kwam Juventus bij zijn zoektocht naar een vervanger voor de destijds geblesseerde Del Piero uit bij Esnáider, maar ook dat werd geen succes. Marcelo Lippi liep niet hoog op met de Argentijn en stuurde hem al na één seizoen door.

Robert Jarni (1994-1995 Juventus, 1998-1999 Real Madrid)

De Kroatische linksback verliet zijn thuisland begin jaren negentig voor Italië. Via Bari en Torino kwam hij bij Juventus terecht, waar hij door een gebrek aan speeltijd vertrok. Jarni koos voor Real Betis, waar hij wél een vaste waarde werd en voor een verdediger zelfs behoorlijk vaak scoorde. In de zomer van 1998 wilde Real Madrid hem naar Bernabéu halen, maar het clubbestuur van Betis weigerde om hem aan een Spaanse topclub te verkopen. Het verscheepte Jarni voor 3,5 miljoen euro naar Coventry City, maar daar zou hij nooit spelen. De Engelsen verkochten hem twee weken later voor 4 miljoen alsnog aan los Blancos, waardoor er in Sevilla nog steeds gedacht wordt dat zowel Jarni, Coventry al Real Madrid hen in de maling namen.

Zinédine Zidane (1996-2001 Juventus, 2001-2006 Real Madrid)

De coach van Real Madrid voetbalde vijf jaar bij de Koninklijke en voordien evenveel seizoenen in Turijn. Juventus legde slechts 3,5 miljoen euro op tafel voor de Fransman, die zijn transfersom ruimschoots terugvorderde. In zijn eerste twee seizoenen loodste hij Juve samen met zijn middenveldmakker Didier Deschamps naar de scudetto en de finale van de Champions League. Beide finales werden echter verloren. In 1997 was Borussia Dortmund te sterk (3-1) en werd een onzichtbare Zidane op het middenveld overpowered door Paul Lambert. In zijn carrière verloor Zidane alle wedstrijden tegen Real Madrid, dus ook de finale van 1998 (0-1), hoewel dat seizoen geldt als één van de beste in zijn periode bij Juventus. Hij won er dat jaar de Ballon d’Or, maar in de drie seizoenen nadien zou zijn prijzenkast niet verder gevuld worden met titels en bekers.

Met een prijskaartje van 78 miljoen euro werd hij in 2001 de duurste voetballer aller tijden. In zijn eerste seizoen als Galáctico bezorgde hij de club de Champions League door de finale met een fantastisch volleydoelpunt te beslissen. Ondanks het sterrenelftal waarmee Zidane de kleedkamer deelde, greep Real in de vier seizoenen nadien veelal naast de prijzen. Met Zidane in het elftal werd er slechts één titel binnengehaald.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Nicolas Anelka (1999-2000 Real Madrid, 2013 Juventus)

Er zijn weinig palmaressen waarop meer topclub staan afgevinkt dan op dat van Nicolas Anelka. De aanvaller werd in de zomer van 1999 door Real voor ruim 25 miljoen euro bij Arsenal weggehaald. Ondanks een uitstekende terugronde – waarin hij in beide halve finales van de Champions League scoorde en de beker met de grote oren ook won – hield hij het al na één jaar voor bekeken. Na dienstjaren bij onder meer Paris Saint-Germain, Liverpool en Chelsea meerde Anelka in januari 2013 aan in Turijn. Het Chinese Shanghai Shenhua verhuurde de aanvaller voor vijf maanden aan Juventus, waar hij slechts tot drie optredens kwam, maar wel de titel won.

Emerson (2004-2006 Juventus, 2006-2007)

Deze Braziliaanse middenvelder werd geroemd om zijn veelzijdigheid. Emerson was een harde werker, die een uitstekende anticipatie aan snelheid en strijdlust koppelde. Hij werd hoofdzakelijk als nummer zes uitgespeeld, maar kon het dankzij een meer dan degelijke techniek ook een rij hoger. Il Puma werd door trainer Fabio Capello voor meer dan 30 miljoen euro van AS Roma naar Juventus gehaald. Hij werd er tweemaal kampioen, maar vertrok toen de club vanwege het match-fixingschandaal in 2006 naar de Serie B werd teruggezet. Emerson aanhoorde opnieuw de lokroep van Fabio Capello, die op dat moment trainer was van Real Madrid en maakte de overstap naar Spanje.

Fabio Cannavaro (2004-2006 & 2009-2010 Juventus, 2006-2009 Real Madrid)

Fabio Cannavaro was de dertig lentes al gepasseerd toen hij in 2004 Inter Milaan voor Juventus inruilde. De Oude Dame herenigde hem met Gianluigi Buffon en Lilian Thuram, zijn ploegmaats bij Parma waarmee hij in 1999 de UEFA Cup won. Bij Juventus werd hij lid van een club ijzersterke verdedigers waartoe ook Gianluca Zambrotta, Gianluca Pessotto, Paolo Montero en Ciro Ferrera behoorden. Hij werd er tweemaal kampioen, maar vertrok net als Emerson naar Real Madrid toen de club naar de tweede klasse zakte. Cannavaro had een wereldtitel met Italië op zak toen hij in Madrid arriveerde en won als speler van de club in 2006 ook de Ballon d’Or. In zijn derde seizoen werd duidelijk dat hij aan snelheid en fysiek had ingeboet. In duels met andere titelconcurrenten Barcelona en Atlético Madrid werd Cannavaro veelvoudig afgetroefd door onder meer Lionel Messi en Fernando Torres, waardoor Real een grote hoeveelheid aan tegendoelpunten slikte. Hij keerde terug naar Juventus, maar wist zijn oude vorm nooit terug te vinden. Door een samenloop van omstandigheden (blessures, ondermaatse prestaties en een slechte relatie met de supporters) zou zijn terugkeer zich tot één seizoen beperken.

Sami Khedira (2010-2015, 2015- … Juventus)

Van de elf spelers in deze lijst zijn er nog slechts drie actief. Sami Khedira is er daar één van. De Duitse middenvelder is nog altijd maar dertig, maar heeft – als enige speler ooit – wel al een titel in de Bundesliga, de Primera División en de Serie A – op zijn palmares. Na vier seizoenen in de hoofdmacht bij zijn jeugdclub Stuttgart maakte de dynamische middenvelder de oversteek naar Real Madrid. In de Spaanse hoofdstad werd de Duitser geroemd om zijn loop- en recuperatievermogen, maar ook om zijn tactische intelligentie om spel snel naar voren te verleggen. Na het aflopen van zijn vijfjarig contract in Madrid, waar hij één titel, twee bekers en de Champions League (2014) won, verkaste hij naar Juventus. Door allerhande blessures kon hij in zijn eerste seizoen bij de Bianconeri geen vaste basisplaats vasthouden, maar dit seizoen is Khedira niet ui de elf van Massimiliano Allegri weg te denken.

Álvaro Morata (2010-2014 Real Madrid, 2014-2016 Juventus, 2016-… Real Madrid)

Na twee jaar pendelen tussen de spelersselectie van Real Madrid A en B werd Álvaro Morata in het laatste jaar van José Mourinho bij de club definitief in de kern opgenomen. De kopbalsterke aanvaller brak pas echt door onder Carlo Ancelotti – die één seizoen later met de Madrilenen de Champions League won – maar zou Karim Benzema altijd voor zich moeten dulden in de pikorde. Een status als supersub was niet voor Morata weggelegd en dus koos hij uit talloze aanbiedingen voor Juventus. Bij de Bianconeri vormde hij eerst een aanvalsduo met Carlos Tévez, nadien met Paulo Dybala. In z’n eerste jaar bereikte hij meteen de finale van het kampioenenbal, mede door in beide halve finales tegen ex-club Real Madrid te scoren. Morata trof ook in de finale raak, maar dat bleek uiteindelijk slechts de eerredder in een 3-1 nederlaag tegen Barcelona.

Vorige zomer activeerde Real-voorzitter Florentino Pérez de terugkoopclausule die hij twee seizoenen eerder in Morata’s contract had laten opnemen. Voor dertig miljoen euro keerde de spits, die in Turijn zijn positiespel, handelingssnelheid en techniek had bijgeschaafd en bovendien een harde werker was geworden, terug naar huis. Met slechts veertien basisplaatsen staat Morata in de hierarchie in principe nog steeds achter Benzema, maar dat neemt niet weg dat hij van grote waarde is voor de Koninklijke. Met vijftien competitiedoelpunten doet hij zelfs beter dan zijn concurrent, die slechts elf keer de weg naar doel vond.

Gonzalo Higuaín (2007-2013 Real Madrid, 2016- … Juventus)

Als de spotlights zaterdagavond op één speler gericht zullen zijn, dan is het wel op Juventus-aanvaller Gonzalo Higuaín. ‘Pepita’ speelde zes seizoenen voor de Madrilenen, die hem in 2007 voor een bedrag van twaalf miljoen euro wegkochten bij River Plate. De klinische killer verliet Madrid in 2013 met uitstekende cijfers: 122 doelpunten in 264 wedstrijden. Na een driejarige passage bij Napoli maakte Higuaín afgelopen zomer de omstreden overstap naar Juventus. Met 24 doelpunten had de Argentijn dit seizoen een groot aandeel in de zesde opeenvolgende titel op rij. Zaterdagavond staat hij voor het eerst weer oog in oog met Real.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content