Het melkkoe-effect van de Champions League

© REUTERS

Anderlecht en Club Brugge kunnen financieel proeven van vetpotten, bekerwinnaar SV Zulte Waregem, vermoedelijk AA Gent en een derde Belgische club moeten het in de Europa League met heel wat minder stellen.

Alhoewel het gat met de echte Europese top hoe dan ook groot is en blijft, kijken ze in Brussel en Brugge nu al reikhalzend uit naar het kampioenenbal. Daar krijgt de kampioen een rechtstreeks ticket voor de poulefase, de vicekampioen moet zich tevreden stellen met een plaatsje in de voorronde. Maar bij uitschakeling daar volgt nog het vangnet van de poulefase in de Europa League.

Meedoen in de Champions League levert grofweg vier keer zoveel op als deelname aan de Europa League. Vooral bij AA Gent kennen ze ondertussen het verschil. Naast de uitstraling en de kippenvelmomenten bij het aanhoren van de hymne is er ook de financiële problematiek. Een rekenwonder als algemeen manager Michel Louwagie ervoer het verschil van een achtste finale in de CL (tegen VfL Wolfsburg) en dezelfde ronde in de EL (tegen RC Genk, na de uitschakeling in de zestiende finales van Totttenham).

De totale prijzenpot van de Europa League bedraagt bijna 400 miljoen euro voor 48 deelnemers, in de Champions League is dat 1,3 miljard euro voor 32 teams. De deelnemers ontvangen alleen al bij de start van het kampioenenbal 12 miljoen euro. Forse bedragen, zeker wanneer je kijkt naar de budgetten bij het begin van het seizoen. Anderlecht gaf dan 45 miljoen euro door, Club Brugge 38 miljoen euro, bekerwinnaar SV Zulte Waregem 13 (!) miljoen euro en AA Gent 30 miljoen euro.

Op het einde is er bovendien nog eens de zogenoemde marketpool, een deel uit de tv-gelden. Ook dat bedrag kan fors oplopen en is een leuk extraatje als je de kassa passeert. Daarvan gaat 65 procent naar de kampioen, 35 procent wordt vrijgehouden voor de runner-up.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content