Hugo Broos: leeuwentemmer in circus Afrika

© CHRISTIAN VANDENABEELE
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Hugo Broos staat met Kameroen in de finale van de Afrika Cup. Sport/Voetbalmagazine ging eind vorig jaar nog op stap met de Belgische bondscoach van de ‘Ontembare Leeuwen’. Herlees hier de reportage.

Bij zijn aanstelling in maart werd hij meteen afgeschoten, later groeide er respect, maar na het gelijkspel in de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Zambia stak de storm weer op. ‘Je moet alles eens meemaken in je leven’, filosofeert Hugo Broos.

Het is avondspits in Douala. Maar dit keer is de chaos ongetwijfeld nog groter dan gewoonlijk. In het centrum zijn er gigantische wegenwerken gestart en wordt het verkeer omgeleid langs alternatieve routes, een boer moet blijkbaar per se nu met zijn veestapel doorheen de stad trekken en de spelersbus van de Zambiaanse nationale voetbalploeg wordt onder politie-escorte overal voorrang verleend. Gelukkig rijdt Emmanuel met een wagen met vierwielaandrijving en neemt hij moeiteloos hindernissen als hoge borduren en diepe putten. Bovendien blijkt hij ook een zeer bedreven spookrijder te zijn. Zo geraken we toch nog voor middernacht op de plaats van afspraak: Savoy Palmz in Limbe, het hotel waar de Belgische coaches Hugo Broos en zijn assistent Sven Vandenbroeck met hun Ontembare Leeuwen verblijven. Teammanager Alphonse is er net een fles rode wijn aan het openen.

BROOS: ‘Oei, Alphonse, wil je een goeie indruk maken? Parce que lui, je le connais, il va écrire: le team manager est en train de boire du vin.

VANDENBROECK: ‘Et le coach doit suivre.

BROOS: ‘Le coach est obligé de suivre! Weet je waar Alphonse woont? In Reims, in de champagnestreek. Alphonse kent de geneugten des levens.’

Alphonse grijnst.

Kwaad bloed

Hugo Broos is in Limbe met zijn groep op stage in het vooruitzicht van de WK-kwalificatiematch tegen Zambia. Op de eerste speeldag ging Kameroen verdienstelijk gelijkspelen in Algerije en nu wordt er niets minder dan een zege verwacht, een klinkende zege eigenlijk. Vanzelfsprekend is dat niet, want de tijd van grote sterren als Samuel Eto’o bij de Lions Indomptables is voorbij. Het WK 2014 werd een totale anticlimax met onenigheid over de premies en spelers die staakten en weigerden naar Brazilië af te reizen, en met een roemloze uitschakeling na drie nederlagen en een doelpuntenverhouding van 1-8. Met een voorzitter die voor het WK wegens financiële malversaties tot vijftien jaar gevangenisstraf werd veroordeeld en met de vader van aanvoerder Nicolas N’Koulou die na het WK in zijn uitgebrande wagen verkoold werd teruggevonden. Neen, het was niet in een aards paradijs dat Hugo Broos terechtkwam toen hij in maart in hartje Afrika ter hoogte van de evenaar aangesteld werd als bondscoach van Kameroen. Bovendien werd hij er vanaf de eerste dag bedolven onder de kritiek.

‘Bij mijn voorstelling vroeg een journalist mij: ‘Als je drie keer verliest, wat gaat er gebeuren?’ Ik antwoordde: ‘En wat gaat er gebeuren als we drie keer winnen?”

Hugo Broos
Hugo Broos© Belga Image

BROOS: ‘Dat kwam vooral omdat er een shortlist van vijf man was opgesteld en ik daar niet op stond. Elke krant promootte zijn kandidaat, maar opeens werd er iemand gekozen die niemand kende en dat zette kwaad bloed. In het begin was echt alles negatief. Maar wat kun je daartegen doen? Bij mijn voorstelling vroeg een journalist mij: ‘Als je drie keer verliest, wat gaat er gebeuren?’ Ik antwoordde: ‘En wat gaat er gebeuren als we drie keer winnen?’ Op diezelfde persconferentie werd Roger Milla, ambassadeur du football camerounais, bijna onder tafel geduwd. Hij werd door de pers verweten dat ik zijn keuze was, terwijl hij mij net daarvoor bij een kennismaking bij hem thuis gezegd had: ‘Ik ga eerlijk zijn: ik kende u niet.’ Hij waarschuwde mij toen dat ik voor een zware taak stond. Het stond zelfs in ons contract dat als we ons niet zouden plaatsen voor de Coupe d’Afrique we op staande voet ontslagen konden worden. Ik wist dus dat we drie maanden later alweer thuis konden zitten, maar ik was er ook van overtuigd: kunnen we dit omkeren, dan zitten we voor een tijdje gebeiteld.’

De keuze voor Broos was te verantwoorden: hij is een coach met verdiensten in het Belgisch voetbal, gaat door voor een ernstig man en staat boven alle lobby’s, invloeden en intriges die de Ontembare Leeuwen verdeelden. Maar waarom eerst een shortlist maken en dan iemand pakken die er niet op staat?

ALPHONSE: ‘Je ne sais pas, c’était le coup du destin peut-être.’

BROOS: ‘Dat is mij ook niet gezegd. Maar ik ben er bijna zeker van dat een van de redenen dat ze mij namen, is dat ik hier met niemand gelieerd ben en volledig onafhankelijk kan werken. De voorzitter zei mij: ‘Coach, winnen is belangrijk, maar ik wil zien dat je een ploeg aan het bouwen bent.’ Ik zei direct tegen Sven: ‘Wat er ook gebeurt, ik doe mijn ding.”

ALPHONSE: ‘In elk geval spijt het ons niet. We zijn nu vooral tevreden en fier met hem.’

BROOS: ‘De eerste wedstrijd tegen Zuid- Afrika, hier in Limbe, werden we gedomineerd en kwamen we niet verder dan 2-2. Zij speelden met veel snelle jonge kerels en wij wilden ook wel maar we kwamen overal te laat. Voor de terugmatch van vier dagen later wisselde ik meteen vijf man en bleek er al meer punch in de ploeg te zitten. Het bleef 0-0 na een goeie prestatie van ons.’

Maar op organisatorisch vlak kwalificeerde de nieuwe bondscoach die eerste trip als een regelrechte ramp.

BROOS: ‘Voor de afreis naar Durban zaten we twee uur vast in het vliegtuig omdat er een charter geboekt was voor 58 man en er een stuk of twintig meer opdaagden. En na de wedstrijd zouden we meteen terugvliegen, om één uur ’s nachts, maar eenmaal ter plaatse kwamen ze tot de vaststelling dat de luchthaven gesloten was. Uiteindelijk zijn we er pas om vier uur weggeraakt, nog wel met een klein vliegerke dat in Zambia een tussenlanding moest maken om bij te tanken. Ik heb tegen de voorzitter gezegd: ‘Als zoiets nog één keer gebeurt, ga ik niet meer mee!”

Intussen is de ploegdokter erbij komen zitten, een Kameroener die al 26 jaar in Brussel leeft.

BROOS: ‘Le docteur. Doc William. Als er een probleem is met je hart, is hij de man die je kan helpen. Wat dat betreft, kun je hier dus wél gerust zijn.’ (lacht)

La Cadre

Met zijn ingrepen, hoor je in Kameroen links en rechts, brak Hugo Broos in de selectie de macht van le cadre, ervaren mannen die de zaken in de ploeg wat naar hun hand zetten. Zo passeerde hij onder meer aanvoerder Stéphane M’Bia (30) en doelman Carlos Kameni (32). Het leverde hem nog meer kritiek op, maar intern ook respect voor zijn durf.

BROOS: ‘Ik zeg niet dat het een slechte groep was, maar onze eerste indrukken waren dat er iets wrong. Na de eerste wedstrijd was het meteen duidelijk wat er wrong. Van de 25 spelers die waren opgeroepen, moesten er zeven afvallen, omdat er maar achttien op het scheidsrechtersblad mochten staan. Toen zijn er twee van hen, MichaelNguemo-Ngadjui en Sébastien Bassong, meteen na de bespreking naar Alphonse gelopen met de boodschap: ‘Boek maar direct ons ticket naar huis.’ Ze wisten nochtans van bij mij komst: wie niet met concurrentie omkan, kom het mij zeggen, dan roep ik je niet op. Beter zo dan miserie achteraf. Dus die twee deelde ik na de wedstrijd mee dat ze voortaan geschrapt waren. Dat zijn dingen die in de spelersgroep wel iets teweegbrachten, vertelt Alphonse mij. Zo van: Hola, wat is hier aan het gebeuren?! Die smijt ze hier buiten als ik-weet-niet-wat.

Want er werden nog wel meer mijlpalen gezet.

Hugo Broos
Hugo Broos© Belga Image

BROOS: ‘Omdat er absoluut nood was aan een lijn om te volgen en te blijven volgen. Ook die Kameni lapte mij een toer. Tegen Mauritanië roep ik hem niet op, omdat hij pas hersteld was van een knieoperatie. Ik bel hem en leg hem uit dat ik daarom de jonge Joseph Ondoa (20) nog een kans zal geven, ook omdat die het tegen Zuid-Afrika twee keer schitterend deed. Hij was niet tevreden, maar soit. Maar op de stage in Nantes komt André Onana (20), doelman van Ajax, een dag te laat aan in het hotel. Ik zeg tegen hem: ‘Pak maar uw valies en keer maar terug van waar je komt!’ Dus kwam ik een keeper tekort. Ik bel Kameni, leg hem uit wat er gebeurd is en vraag of hij toch nog wil komen. ‘Als de nationale ploeg mij nodig heeft, dan kom ik’, zegt hij. ‘Dinsdag ben ik daar!’ Alphonse regelt de vluchten. Maar dinsdag na het ontbijt krijg ik een sms van Kameni dat er een probleem is, dat hij met zijn kleine in het ziekenhuis zit en mij nog iets zal laten weten. En ’s middags krijg ik via WhatsApp opeens een röntgenfoto van het hoofd van zijn kleine. Ik toon die aan de dokter en die zegt mij dat er niet veel aan te zien is. ‘Maar’, merkt hij opeens op, ‘dat is een foto van meer dan een week geleden.’ Ik stuur Kameni een bericht terug: kom je of kom je niet?! Sindsdien vernam ik niets meer van hem. Kijk, dat is ook iets wat de voorzitter mij bij mijn aanstelling zei: ‘Coach, ik hoop dat je discipline in de groep kunt brengen, want Kameroeners hebben weinig discipline.”

Transparant beleid

Het zijn delicate operaties die veel weerstand oproepen.

Maar Broos zag niet om en de resultaten hielden hem overeind. Dat begon met een uitstekende prestatie eind mei in Nantes tegen Frankrijk, waar de thuisploeg pas dankzij een vrijschop van Dimitri Payet in de negentigste minuut een 3-2-overwinning wist te behalen. En vier dagen later ging Kameroen zich met een 0-1-zege in Mauritanië kwalificeren voor de Coupe d’Afrique des Nations (CAN) in januari in buurland Gabon.

BROOS: ‘Die wedstrijd in Frankrijk zette ons ineens twee passen vooruit en als je je kort daarna ook nog in Mauritanië in moeilijke omstandigheden weet te plaatsen voor de CAN, dan ben je vertrokken.’

VANDENBROECK: ‘Toen we daar uit de luchthaven kwamen, bleek er geen bus beschikbaar te zijn en werden we met onze valiezen in drie minibusjes gestopt. Wij zaten vooraan met onze knieën tegen onze kin.’

BROOS: ‘Nadat we eerst twee uur hadden moeten staan wachten om aan ons visum te geraken.’

VANDENBROECK: ‘Bijna drie uur, coach.’

BROOS: ‘En ’s anderendaags verscheen iedereen ’s middags tijdig aan tafel, maar was het eten niet klaar. Toen ben ik naar de keuken gegaan om die kok eens zijn spijs te geven. En tijdens de match kreeg ik een fles tegen mijn kop. De wedstrijd werd gespeeld op een synthetisch veld dat in zo’n slechte staat was dat je er niet op kon voetballen. Mauritanië, dat tweede stond in de groep, won op die manier zijn thuiswedstrijden: door zelf alleen maar ballen de lucht in te trappen. Daarna wonnen we ook nog twee thuiswedstrijden zonder belang: 2-0 tegen Gambia voor de CAN en 2-1 vriendschappelijk tegen Gabon. Twee keer deden we dat voor de gelegenheid met lokale jongens en spelers uit de selectie die voorheen niet veel meededen. Daarvoor waren we gaan kijken naar plaatselijke competitiewedstrijden. Dat was ook een belevenis. De laatste keer kwamen we bij een veld terecht zonder één spriet gras op en met kalklijnen die met de hand gestrooid waren en zigzag liepen. Dat werd ook wel geapprecieerd, dat ze ons daar zagen. Blijkbaar deden vorige bondscoaches dat niet. Zo rekruteerden we trouwens al een drietal spelers uit de Kameroense competitie en een aantal anderen blijven we volgen. Er is eigenlijk toch al veel veranderd. De secretaris-generaal zei het enkele dagen geleden nog: een van de punten waar ze heel tevreden over zijn, is dat mijn beleid transparant is.’

Transparantie is in Kameroen dan ook eerder een rariteit. Op de Global Corruption Barometer van Transparancy International staat het land 130e op 167.

Het wordt laat en assistent-coach AlexandreBelinga komt afscheid nemen. Hij vertrekt morgen naar Kaapverdië om daar Burkino Faso te gaan scouten, een van de tegenstanders van Kameroen in de groepsfase van de CAN 2017.

BROOS: ‘Tu pars? Allez, bon voyage. Tot volgende week Alex.’

Alex was na het ontslag van Volker Finke en de komst van Broos een maand of drie interim-bondscoach. Hij was ook een van de vijf namen op de shortlist en genoot de steun van een deel van de pers. Maar dat is, beweert Broos, niet de reden waarom hij hem op wedstrijddagen als scout rondstuurt.

BROOS: ‘In Afrika reizen is niet vanzelfsprekend en voor hem is dat geen probleem. Hij vertrekt nu trouwens naar de match zonder ticket.’

VANDENBROECK: ‘Hij geeft les voor de CAF (Confédération Africaine de Football, nvdr) en kent in heel Afrika mensen die hem kunnen helpen.’

BROOS: ‘Ik wou Sven erbij omdat ik iemand naast mij wou van wie ik met zekerheid wist dat hij een bekwame én loyale assistent was. Maar intussen klikt het heel goed binnen de volledige staf, hoor. De conditietrainer is een Fransman die bij de jeugd van Marseille werkt. De omkadering is redelijk professioneel.’

Eens vloeken

’s Anderendaags wandelen we voor de namiddagtraining met Broos langs het vissershaventje van Limbe. De ene na de andere Kameroener wil met hem op de foto. De aanvankelijk verguisde Belgische coach is warempel populair aan het worden.

BROOS: ‘De negativiteit was vooral ingegeven door managers van andere kandidaten die journalisten ‘voedden’. In het begin was het wel triestig hoor. (lacht) Ik voelde ook dat achter elk woord dat ik zei en achter alles wat ik deed, gezocht werd om het slecht te interpreteren. Zo werd mijn eerste selectie ‘la selection des malades‘ genoemd. Ze zegden mij ook vlakaf: ‘In het buitenland bewees je nog niets!’ In Algerije, schreven ze, was ik weggelopen bij JS Kabylie omdat de resultaten slecht waren. Dat klopt niet. Ik twijfelde wel even toen een van mijn spelers na een wedstrijd met een steen dood werd gesmeten. Albert Ebosé, een Kameroener trouwens. Wat zich daar toen afspeelde, vergeet ik nooit meer. Spelers zijn in mijn armen gevlogen, wenend als kleine kinderen. Anderhalf uur na de wedstrijd stond er vijfduizend man voor het ziekenhuis te drummen. De politie kon dat niet houden en iedereen is in dat kamertje binnen geraakt. Daar zijn met gsm’s beelden gemaakt van die jongen op zijn doodsbed en op het internet gezet. Onvoorstelbaar wat ik daar meemaakte. Maar daarom ben ik niet weggegaan. Ik ben weggegaan omdat de voorzitter zich wilde moeien met de ploegopstelling. Die man is nu nog altijd op mij aan het kappen. Voor de wedstrijd in Algerije verklaarde hij dat Kameroen nooit kon winnen met een trainer als Broos.’

Maar sinds de kwalificatie voor de CAN is het aangenamer werken geworden in Kameroen.

BROOS: ‘Hier gebeuren natuurlijk nog weleens dingen waarvan je zegt: allee, dat kan toch niet! Soms wordt dat dan redelijk snel opgelost, soms is het echt een probleem. Maar we leerden zelf ook al bij. In het begin vloekten we weleens. Maar je moet alles eens meemaken in je leven hé.’ (lacht)

Zoals maandag, bij het begin van de stage in Limbe, toen hij naar het wedstrijdveld ging kijken en zag dat het gras er sinds de laatste wedstrijd in september niet meer gemaaid was geweest en ‘zó hoog’ stond.

‘Wat Broos in België bij topclubs presteerde, volstond voor mij om hem een kans te geven. En momenteel zijn we tevreden met wat hij doet.’

BROOS: ‘Ze waren het aan het afrijden met zo’n grasmachientje voor kleine tuintjes. Om de vijftien meter moesten ze stoppen om de bak te ledigen. Ik zeg: ‘Hebben jullie geen grotere machine?’ Die hadden ze wel degelijk, maar ze was kapot. Ze was al lang kapot, maar nog altijd niet hersteld. Toen ik na het ontbijt ging kijken met Alphonse waren er vier rijtjes gedaan. Tegen dat om halfvijf de training begon, moest er nog iets minder dan een kwart van het veld gedaan worden. Er was intussen wel een tweede grasmachientje ingeschakeld.’ (lacht)

In panne

Ook het vertrek vanuit het hotel naar de training is een attractie.

De verplaatsingen worden overigens niet gedaan met de spelersbus, maar met een vervangbus. De gewone, met de Kameroense kleuren en ‘Les Lions Indomptables’ beschilderde spelersbus viel in panne toen hij vanuit de hoofdstad Yaoundé naar Limbe onderweg was en hij is blijkbaar nog niet hersteld.

Aan de poort waar de bus Savoy Palmz verlaat, staat in het midden van de weg een escortejeep waarvan de open laadbak is volgeladen met politieagenten in gevechtsuitrusting en mitraillettes in aanslag. Een van hen, een met een pikzwarte bivakmuts op nog wel, ziet dat we ons fototoestel uithalen, stapt op ons toe en verbiedt ons beelden te maken. Wat later zullen we enkelen van hen in het stadion uitgebreid selfies zien nemen met spelers en met de coach, mitraillettes losjes om de hals.

Het plan is duidelijk: om vijf uur persconferentie en daarna training. Maar zo zal het niet uitgevoerd kunnen worden. In de perszaal blijkt op dat moment een vergadering aan de gang te zijn. In afwachting dat die afgelopen is, gaat Broos tussen de tralies van de poort gluren naar de training van de Zambianen die nog bezig is. Wanneer het al voorbij halfzes is en de perszaal tot zijn ergernis nog altijd bezet blijkt te zijn, beslist hij om eerst te trainen en pas daarna de pers te woord te staan.

Opgemerkte verschijning in het stadion: bondsvoorzitter Tombi A Roko Sidiki in een traditioneel okeren kleed met aangepast schoeisel. Wanneer hij zich tot aan de rand van het veld begeeft, klampen we hem aan. Maar we worden overstemd door een man in maatpak die zich druk maakt omdat het al schemerdonker wordt en de verlichting nog niet brandt. Dat wordt daarna wel snel geregeld. Blijkbaar was de man die op het knopje moest drukken even spoorloos.

Tombi A Roko Sidiki heet de man te zijn aan wie Hugo Broos zijn job dankt. Hij noemt onze landgenoot een grote trainer afkomstig van een land dat tot de wereldtop behoort. ‘Wat hij in België bij topclubs presteerde, volstond voor mij om hem een kans te geven’, zegt hij. ‘En momenteel zijn we tevreden met wat hij doet.’

De training eindigt zoals elke training van de Ontembare Leeuwen begint en eindigt: spelers en stafleden, christenen en één moslim, gaan in een kring staan om te bidden.

‘Vroeger waren er meer ego’s, gasten die de vedette kwamen uithangen. Hugo Broos greep in en trok zich weinig aan van de kritiek.’

Op de aansluitende persconferentie verklaart Broos dat Kameroen van Zambia kan winnen als het zijn normale niveau haalt en dat hij daarop vertrouwt. ‘Le mental de cette équipe est grand.‘ Op vragen over spelers die niet geselecteerd werden, benadrukt zowel hij als zijn nieuwe aanvoerder Benjamin Mukandjo dat nu alleen de spelers die wel geselecteerd werden belangrijk zijn.

Een van de aanwezige journalisten is Evelyne Owana Essomba. Zij werkt voor de Kameroense radio en televisie en wordt ons door een paar van haar collega’s aanbevolen voor een analyse van het werk van de Lions Indomptables en Hugo Broos. ‘Wat we al kunnen zien, is dat er in deze jonge groep in opbouw meer ploegdiscipline en teamspirit zit’, zegt ze. ‘Vroeger waren er meer ego’s, gasten die zeker waren van hun plaats en de vedette kwamen uithangen, die een beetje eender wat deden, clans creëerden en voorwaarden stelden voor de selectie van andere spelers. Ze waren zodanig groot dat ze zich konden permitteren om de trainer niet meer te gehoorzamen. Hugo Broos greep in, is heel discreet en trekt zich weinig aan van alle kritiek. Hij werd extreem bekritiseerd, verworpen zeg maar. Maar hij is altijd heel geconcentreerd gebleven op wat hij doet en intussen beseffen er veel: Ah, tiens, on a peut-être jugé trop vite. Maar Kameroeners zijn ongeduldig en willen altijd winnen. Daarom: contre la Zambie, ça va être le vrai test.’

Hugo Broos
Hugo Broos© Belga Image

Bij het vertrek uit het stadion wacht de Ontembare Leeuwen nog een verrassing: ook de vervangbus doet het niet meer. Spelers worden uiteindelijk met personenwagens en minibusjes naar het hotel gevoerd. De staf krijgt hulp van de politie. ‘Stof voor de pers’, roept een geamuseerde Broos ons na. ‘Ik zie het al voor mij: Broos weggevoerd met politiecombi.’

Le vrait test

Op de wedstrijddag is ook de Jupiler Pro League vertegenwoordigd. Aan de kant van de hoofdtribune hangen spandoeken van Standardspeler Collins Fai en van Sébastien Siani, aanvoerder van KV Oostende. Alleen laatstgenoemde staat aan de aftrap en zal zich opwerpen tot zowat de beste man op het veld. Hij is een van de Ontembare Leeuwen die meteen echt in de match zitten, die als draaischijf op het middenveld doorgaans op de juiste plaats opduikt en de juiste dingen doet. Voor een aantal van zijn ploegmaats geldt dat absoluut niet. Eenmaal aan de bal moeten ze nog beginnen na te denken en dat duurt te lang tegen een defensieve en strijdlustige tegenstander. De eerste helft is dan ook ronduit zwak. De gelijkmaker op strafschop net voor de rust biedt hoop en die blijkt gerechtvaardigd. In de tweede helft ontwikkelen de Kameroeners meer druk en breken ze vooral via de linkerkant enkele keren door. Maar in de zestien meter zijn ze te weinig present. Bovendien haalt de Zambiaanse doelman in de slotfase twee ballen uit de kruising, de eerste na een assist van Siani en de tweede na een trap van hemzelf.

1-1 is een slecht resultaat. Ook omdat Nigeria op hetzelfde moment Algerije klopte en, in een groep waarvan alleen de eerste naar het WK 2018 in Rusland gaat, nu leidt met vier punten voorsprong op Kameroen.

In de perszaal is het drummen.

Vooraan zit Hugo Broos zich te weren in een spervuur van vragen.

Alles wordt in vraag gesteld. Iemand vraagt hem zelfs of hij wel voor Kameroen werkt. Hilariteit ontstaat er vooral wanneer een van de journalisten opmerkt dat de ploeg tussen aanval en middenveld een creatieve speler miste en dat Eric Maxim Choupo-Moting van Schalke zo’n speler is maar dat hij niet geselecteerd werd.

‘Maar hij is geblesseerd!’, reageert Broos. ‘Je moet nadenken voor je iets zegt.’

Langs alle kanten rond ons horen we collega’s roepen dat hij niet geblesseerd is. Iemand voert aan dat het moeilijk te begrijpen is dat een coach een speler als Anatole Abang van de Deense tweedeklasser Hobro IK oproept en een speler uit de Bundesliga niet oproept.

‘Ho, stop, stop!’ zegt Broos gepikeerd. ‘Als je beweert dat hij niet geblesseerd is, dan lieg je. Of dan liegt hijzelf. Of het is de dokter van Schalke die liegt. Als hij verklaart dat hij geblesseerd is en maandag een infiltratie kreeg en niet voor donderdag kan trainen, wat moet die hier komen doen? Zo moeten jullie niet beginnen: van een geblesseerde speler zeggen dat hij moet spelen. Excuseer, daar doe ik niet aan mee. Als hij niet geblesseerd is, moet je hem afmaken en niet mij. Je moet diegenen afmaken die hier niet willen komen spelen.’

Broos geeft toe dat het moeilijk is om de mentaliteit waarmee sommige spelers aan de wedstrijd beginnen te veranderen, maar benadrukt dat hij zich tijdens de rust boos maakte en dat hij in de tweede helft toch een reactie zag.

‘Het is heel jammer dat we vandaag niet wonnen’, besluit hij, ‘maar zo veel verandert dat nu ook niet: we wisten dat de duels met Nigeria heel belangrijk zouden worden. In vergelijking met zes maanden geleden zetten we al een grote stap vooruit, maar we zijn er nog niet. Il y a encore beaucoup de travail à faire. Maar dit is geen reden om alles en iedereen te bekritiseren. Dat is veel te gemakkelijk. Al die echo’s hoorde ik de voorbije matchen niet. Als ik spelers opstel naar wie jullie vragen en die spelen niet goed, zullen jullie zeggen: ‘Waarom stel je die op?!’ Soyez correct!’

Aan de zijkant staat Evelyne Owana Essombahet hele schouwspel gade te slaan.

Wat, vragen we haar, zal er morgen in de kranten staan?

Oh, zegt ze met een glimlach, ‘on va le massacrer, Hugo Broos. Ah oui, c’est très camerounais.’

Onderweg naar de bus houden we Broos nog even tegen.

‘Ik wist dat dit zou komen’, zegt hij. ‘Nu is alles slecht. Maar dat is de minste van mijn zorgen. We doen gewoon voort.’

Er blijkt overigens ook goed nieuws te zijn: de bus start meteen – en verdwijnt in de donkere nacht.

Door Christian Vandenabeele in Kameroen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content