AZ-spits Wout Weghorst is samen met Ajaxveteraan Klaas-Jan Huntelaar de enige uit de Eredivisie wiens productie boven de tien treffers uitkomt.
Veelzeggend is het volgens volgers van de Nederlandse hoogste reeks dat de topschutterslijst wordt aangevoerd door twee flankspelers. De Mexicaanse international Hirving Lozano (22) is na 24 speelronden de vlotste scoorder met (amper) dertien doelpunten, naast de zeven assists die hij gaf aan zijn PSV-teamgenoten.
De linksvoetige Steven Berghuis (26), die voornamelijk vanaf rechts speelt, van Feyenoord volgt met twaalf treffers (en acht assists).
De echte centrumaanvallers blijven achter wanneer het op echte doeltreffendheid aankomt, iets wat ook kersvers bondscoach Ronald Koeman zorgen moet baren. De pure balletjesafwachter, een grote kwaliteit van bijvoorbeeld Romário in de jaren tachtig en negentig, behoort immers definitief tot het verleden.
De moderne diepe spits moet kunnen meevoetballen, combineren en kaatsen, terwijl de vleugelaanvaller naast acties ook voor opportunisme moet zorgen.
20 goals
Ajaxveteraan Klaas-Jan Huntelaar (34) geraakte pas sinds afgelopen zondag, bij de 0-1 op PEC Zwolle, aan tien goals. Een week ervoor deed ook AZ-centrumaanvaller Wout Weghorst (25) dat. PSV-targetman Luuk de Jong (27) staat op negen doelpunten.
Ze moeten zich haasten, willen ze de kaap van twintig nog halen. In 1989 was Romário de laatste topscorer van de Eredivisie met minder dan twintig treffers, de Braziliaan sloot toen af op 19 na 24 competitieduels.
Lager niveau?
Melancholie overheerst stilaan, door de schrale cijfers tegenwoordig. Nog niet zo lang geleden werden onze noorderburen betoverd via hoge doelpuntenaantallen van (toen toekomstige) toppers zoals Ronaldo (30, 1995), Ruud van Nistelrooy (31, 1999), Mateja Kezman (35, 2003), Huntelaar (33, in 2006 en 2008) en Luis Suárez (35, 2010).
Waarschijnlijk is het niveau van nu lager. Weghorst valt op, maar mist nog te veel kansen. Huntelaar heeft zijn beste jaren achter de rug en krijgt te weinig bruikbare voorzeten van David Neres en Justin Kluivert. Die talenten trekken te veel naar binnen en gaan te vaak voor eigen roem.
Er ligt dus nog behoorlijk veel werk op de plank van de trainers en begeleiders in de Nederlandse topclubs.
frédéric vanheule
