United Colors of Belgium: Rode Duivels tonen kracht van verscheidenheid in Sarajevo

© Reuters

Net in het multiculturele Sarajevo dat nog zijn wonden uit de oorlog likt toonden de Rode Duivels wat de kracht van verscheidenheid kan zijn.

Pas wanneer de scheidsrechter de wedstrijd affluit, stopt het met regenen boven het Grbavicastadion, waar België net met 3-4 heeft gewonnen van Bosnië-Herzegovina.

Het heeft dan twee dagen ononderbroken water gegoten boven de hoofdstad van de republiek Bosnië-Herzegovina, die twintig jaar na het einde van de burgeroorlog nog altijd zijn wonden likt en waar de nacht voor de interland in de bergen buiten de stad de eerste sneeuw is gevallen.

De oorlog is hier nooit ver weg. Niet in het straatbeeld, omdat je overal nog kogelgaten en inslagen van raketten en granaten ziet, niet in de verhalen van de mensen die je er ontmoet.

Voor de Belgen was het de twaalfde wedstrijd zonder nederlaag, één waarin Jan Vertonghen zoals verwacht het record van Jan Ceulemans (96 caps) evenaarde. Het werd een duel waarin de Duivels sterk startten, na tien minuten de indruk lieten makkelijk te zullen winnen, maar plots op een zwaar veld flink aan de bak moesten tegen een thuisploeg die met passie en overgave knokte voor elke bal, aangemoedigd door een enthousiast publiek waarvan de helft negentig minuten onoverdekt de neergutsende regen negeerde.

Dat lukte, met een paar klasseflitsen maar vooral met hard labeur, helemaal in de traditie van de vroegere succesgeneratie van Ceulemans en co, verpersoonlijkt door de prestatie van Yannick Carrasco, de beurtelings fungeerde als linksback en linksbuiten, en een uitstekende en hoopgevende invalbeurt van Youri Tielemans.

Terwijl de Belgen de 341 meegereisde fans gaan groeten, verlaten de thuisfans in stilte het stadion waar FK Zeljeznica Sarajevo zijn thuiswedstrijden afwerkt en waar sinds augustus 2010 geen officiële interland meer werd gespeeld.

Tijdens de Bosnische oorlog lag het stadion in de frontlinie, en na het conflict werden de mijnen verwijderd die langs het stadion waren in de grond gestopt. Een paar kilometer ten zuiden van het stadion begint het territorium van de Servische deelrepubliek, die samen met de federatie van Bosnië-Herzegovina het huidige land vormt.

Het maakt dat een verblijf in de hoofdstad niet kan beperkt blijven tot een voetbalwedstrijd, hoe belangrijk ook. De oorlog, die van april ’92 tot februari 1996 duurde, is hier nooit ver weg. Niet in het straatbeeld, omdat je overal nog kogelgaten en inslagen van raketten en granaten ziet, niet in de verhalen van de mensen die je er ontmoet.

Iedereen die 25 jaar of ouder is, heeft persoonlijke herinneringen aan het conflict. Je luistert naar het verhaal dat de jonge gids vertelt over de heropbouw van het stadhuis, waar aan de ingang een bordje hangt met als opschrift: ‘Vernield door de Servische criminelen.’ Een erg expliciet opschrift, waar niemand vandaag vindt dat het te uitgesproken stelling neemt na wat hier gebeurd is. Of er veel bezoekers van Servische origine de ingang passeren, valt te betwijfelen.

Vandaag zijn er weer toeristen in de stad, die voorheen klein-Jeruzalem werd genoemd omdat de katholieke kathedraal, de grote moskee, de Joodse synagoges en de Orthodoxe kathedraal er op een paar honderd meter van mekaar liggen.

Wanneer de gids na de rondleiding gevraagd wordt waar zij tijdens de oorlog was, wordt de toon minder monotoon. Ze was vijf toen het conflict uitbrak, en ze is heel de oorlog geen dag uit Sarajevo weggeweest. De eerste twee jaar kon ze amper het huis uit, dat in de frontlinie lag. Vaak moesten ze de schuilkelder in.

‘Ik dacht dat de raketaanvallen vuurwerk waren’, zegt ze. ‘Wanneer we speelden, speelden de jongens soldaatje en de meisjes verpleegster. Dat waren de enige dingen die we als kind zagen. We wisten niet beter.’ Af en toe speelden ze buiten: ‘Eén keer riep men ons naar binnen, en viel er vijf minuten later een mortier op het pleintje waar we aan het spelen waren. Ze hadden vanuit de heuvels waarschijnlijk kinderstemmen gehoord.’ Ze had een hondje. ‘Wanneer die jankend naar mij kwam en zich tegen mijn been aan vleide, wisten we dat er een raketaanval of beschietingen zouden volgen.’

Vandaag zijn er weer toeristen in de stad, die voorheen klein-Jeruzalem werd genoemd omdat de katholieke kathedraal, de grote moskee, de Joodse synagoges en de Orthodoxe kathedraal er op een paar honderd meter van mekaar liggen. Op een bepaalde plaats sta je letterlijk op de grens tussen oost en west. Kijk je naar links, dan zie je een Habsburgse kerk en het meer recente negentiende-eeuwse stadsdeel van het centrum waar espresso geschonken wordt. Rechts ligt het oosten, met zijn Turkse sfeer, de grote moskee, waar Turkse koffie geschonken wordt. Koffie die men, volgens de traditie, elke dag drie keer drinkt, gedurende telkens twee uur, waarin niet over problemen gepraat wordt.

Wanneer men hier dan werkt? De gids lacht. Hoe bedoel je, werken? De officiële werkloosheid bedraagt in BIH 40% en loopt bij de min-35-jarigen op tot 65%. Gemiddeld verdient wie werkt 400 euro per maand. Een modaal appartement in Sarajevo huur je voor zo’n 200 euro per maand. Wie zijn werk verliest, krijgt gedurende zes maanden een uitkering van 125 euro en daarna niets meer. Een gemiddeld pensioen bedraagt 200 euro. Je zou voor minder naar Brussel trekken om te gaan bedelen.

Optimistisch zijn ze hier niet. Ze hebben drie (eigenlijk twee, want de Bosnische en Kroatische deelregeringen werken op dit moment samen) en veertien besturen. Of dat een beetje werkt? ‘Niet zo goed’, klinkt het. De opmerking ‘Net zoals bij ons in België’ biedt enige troost, maar de meeste aanwezigen beseffen op zo’n moment dat je maar beter in België kan geboren zijn in deze tijden.

Het resultaat is een land dat hoopt op een betere toekomst, maar daar de middelen toe ontbeert, stelt de historicus vast die een paar uur voor de interland net een twee uur durende geschiedenis van zijn land heeft gegeven, van de prille oudheid tot vandaag. Eerst een beetje academisch, maar naarmate de hedendaagse tijd komt meer bewogen, met opnieuw een persoonlijke insteek.

Deze gids was 19 toen de oorlog uitbrak. Hij zat vast en verdedigde dan maar mee de stad. ‘Ja, ik ben soldaat geweest. Wat moest ik anders doen als we aangevallen werden en ik hier vast zat?’ Vandaag is zijn afsluitende boodschap dat je zonder dialoog geen oplossingen vindt. Er wordt gerefereerd aan het conflict in Catalonië en er wordt bedacht dat het snel kan escaleren, zoals men het hier heeft beleefd, met een beleg dat 1425 dagen, bijna vier jaar, heeft geduurd.

Maar op eigen kracht komen ze er hier de eerste tien jaar niet uit, zo veel is zeker. Dat leidt tot de onvermijdelijke vraag van wie men heil verwacht. Van de Europese Unie (EU), is het antwoord: ‘Wat hebben pakweg Roemenië en Bulgarije dat wij hier niet hebben om lid te mogen worden van de EU?’ Ook in Roemenië en Bulgarije ligt het gemiddeld loon niet hoger dan hier, en het straatbeeld verschilt amper met dat in Sarajevo, al staan er in de meest recente lidstaten van de EU beduidend minder moskeeën dan de meer dan 400 die alleen al in en rond de Bosnische hoofdstad opgetrokken of vernieuwd zijn, voornamelijk met geld uit rijke moslimlanden.

Stel dat Bosnië aanspraak mag maken op EU-lidmaatschap, dan moet toch ook Servië, dat minstens even Europees is, er bij kunnen komen? Dat ligt nog iets gevoeliger. Dit is een land waar de brug naar een betere toekomst pas zal gelegd worden door de jonge generatie die geen herinneringen meer zal hebben aan de oorlog, en daarom ook bereid is bepaalde emoties ondergeschikt te maken aan rationele argumenten.

Het is een land dat hoopt op een betere toekomst, maar daar de middelen toe ontbeert.

Ook al zijn ze in Sarajevo nog altijd trots op het multiculturele karakter van de stad, al zijn de niet-Bosniakken en de niet-moslims na de burgeroorlog wel gereduceerd tot een kleine minderheid, de effecten van samenwerking over volks- en geloofsorigines heen zag je zaterdagavond in Sarajevo op het veld in het kamp van de Rode Duivels. Die brachten op het veld een verscheidenheid aan spelers met een andere afkomst en andere geloofsovertuiging op het veld zoals je ze vandaag in geen enkele van de zes huidige deelstaten van het vroegere Joegoslavië nog aantreft. Het maakt dat de Duivels als eerste in Europa gekwalificeerd waren voor het WK in Rusland.

Dinsdag kunnen daar van die voormalige deelstaten ook Servië en Kroatië bij komen. Bosnië-Herzegovina, Montenegro en Slovenië hebben nog een kleine kans op de play-offs, terwijl Macedonië en Kosovo uitgeschakeld zijn. Allemaal samen hadden ze alvast een veel sterker team kunnen samenstellen dan ze nu elk apart kunnen. Maar daar denkt vandaag niemand nog aan.

Ze hebben in die zes landen wel andere dingen aan het hoofd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content