Voorpublicatie ‘FIFA: van fairplay tot vuil spel’: ‘De Russen speelden een ander spel’

© Belga Image

Vrijdag 22 juni verschijnt het boek ‘FIFA: van Fairplay tot Vuil Spel’ van auteur Ben Kensinger. Sportmagazine.be mag u een voorpublicatie aanbieden. Lees een passage over de stemming rond de toekenning van de WK-organisatie in 2018 en 2022. ‘De stemming verliezen was voor Poetin ten enenmale ondenkbaar.’

Oneindig ver verwijderd van zijn bescheiden negentiende-eeuwse wortels als eenvoudig tijdverdrijf voor de arbeidersklasse in de sleur van de industriële revolutie is voetbal in veel landen een instelling die in sociaal en cultureel opzicht even machtig is geworden als de staat of het kerkelijk gezag.

Aangevuurd door de passie van honderden miljoenen fans over de hele wereld is voetbal uitgegroeid tot een economische motor die grote sommen geld oppompt die in de zakken verdwijnen van een kleine elite die de sport organiseert, wedstrijden uitzendt en logo’s opplakt rond de velden en op de borst van vaardige jonge sportlieden die achter de bal aan hollen.

Voetbal wordt vrijwel het hele jaar in bijna elk land ter wereld gespeeld in eindeloze reeksen amateur- en profwedstrijden, toernooien en kampioenschappen.

Maar het Wereldkampioenschap is hét event waar het internationale voetbal omheen is georganiseerd, het hoogtepunt en meteen ook het bonzende hart van de voetbalkalender. Dit vierjaarlijkse toernooi, ooit in bescheidener tijden gecreëerd door een bescheidener FIFA, is in de loop der jaren ook uitgegroeid tot het summum van de macht en invloed die sport kan uitoefenen: een hypermodern en mondiaal massaspektakel dat zich perfect leent voor dit televisietijdperk en waarbij tomeloze consumptiedrang, de belangen van het bedrijfsleven, politieke ambities en ongecontroleerd financieel opportunisme hand in hand gaan. Dit evenement van vier weken waarin de beste nationale voetbalteams het in een orgie van vaderlandslievende ijver tegen elkaar opnemen is het grootste sportgebeuren dat de mens ooit heeft bedacht.

Op 9 juni 2010, drie dagen voor de openingswedstrijd van het WK in Zuid-Afrika, stonden Russische en Engelse afgevaardigden buiten een vergaderzaal van het Sandton Convention Centre in Johannesburg nerveus te wachten om hun kandidatuur voor de organisatie van het toernooi van 2018 te verdedigen. Hun toehoorders: verkozen vertegenwoordigers van de federatie van voetbalbonden van Noord- en Midden-Amerika en het Caraïbisch gebied, afgekort tot Concacaf.

De 207 nationale bonden binnen de FIFA, elk verantwoordelijk voor het voetbal in hun eigen land, zijn onderverdeeld in zes federaties van bonden die toezien op de sport op regionaal niveau. Concacaf, dat 35 nationale voetbalbonden onder zich heeft, is een van die federaties en rapporteert op haar beurt aan de FIFA. De regio strekt zich uit van Panama in het zuiden tot Canada in het noorden, en omvat behalve de Verenigde Staten ook het hele Caraïbisch gebied en de dunbevolkte Zuid-Amerikaanse landen Suriname en Guyana.

Met uitzondering van Mexico misschien zijn de leden van Concacaf geen grote spelers in het internationale voetbal, maar op het keiharde veld van de internationale voetbalpolitiek is Concacaf een grootmacht.

Die invloed was voor een groot deel te danken aan de Trinidadse voorzitter, Jack Warner. De pezige Warner, met een bril op zijn sterk gegroefd gezicht, liet zich erop voorstaan dat hij een zwarte man was die uit extreme armoede was opgestaan. Hij was een geboren politicus die op de jaarlijkse congressen van de FIFA al zijn leden tot één betrouwbaar stemmencontingent wist te verenigen. Die ongeëvenaarde discipline bezorgde Concacaf een veel te grote invloed in vergelijking met andere, grotere voetbalconfederaties die voortdurend worstelden met interne twisten en stammenoorlogen, waardoor de stemmen van lidbonden danig konden verschillen.

Als gevolg van deze discipline binnen zijn federatie is de 67-jarige Warner ook in 2010 een van de meest gevreesde en invloedrijke mannen in het voetbal. Dertig jaar lang heeft hij bedrog, volharding en meedogenloze discipline gebruikt om het Caraïbisch gebied – en daarmee getalsmatig de hele federatie – in het gareel te krijgen. Zijn positie heeft nooit ter discussie gestaan. In ruil voor genereuze betalingen met geld dat via hem vanuit de hoogste regionen van de sport neerdwarrelde, verwachtte hij van zijn leden dat ze zijn stemadvies trouw volgden.

De slanke en strijdlustige Warner die inderdaad in bittere armoede was geboren op het Trinidadse platteland wist op te klimmen tot de nummer drie van de FIFA en zou het langst zittende lid van het Uitvoerend Comité (UC) worden. Het UC is een 24-koppig orgaan binnen de FIFA dat de belangrijkste beslissingen neemt, bijvoorbeeld wie een WK mag organiseren.

Warner had ook veel macht in andere kringen. Nog geen twee weken voor zijn vertrek naar het WK in Zuid-Afrika was hij beëigd als minister van Openbare Werken en Vervoer van Trinidad en Tobago.

Warners macht binnen de FIFA werd versterkt door zijn trouwste bondgenoot: Chuck Blazer, een joodse New Yorker met ziekelijk overgewicht, veel zakelijk talent en een ruige kerstmannenbaard. Deze dwangmatige gokker die zich liet leiden door een schijnbaar onverzadigbare eetlust en onverwoestbaar opportunisme, was het brein achter Warners politieke lotgevallen en in grote mate ook achter de spectaculaire groei van het voetbal in Noord-Amerika. Sinds 1990 was hij secretaris-generaal van Concacaf – en daarmee de tweede man en verantwoordelijk voor het dagelijkse bestuur. Sinds 1997 zetelde hij samen met Warner in het UC van de FIFA.

Een derde official van Concacaf, de Guatemalteek Rafael Salguero, behoorde ook tot de 24 leden van het hoogste bestuursorgaan van de FIFA en zou vermoedelijk net zo stemmen als zijn twee collega’s bij de confederatie. Alle landen die zich hadden gekandideerd wisten dat ze moeten pluimstrijken bij Warner en Blazer en dat die twee bereid waren overal een prijs op te plakken, ook op de grootste trofee in het voetbal.

Kandidatuur

Op 2 december zou het UC in Zürich stemmen over de WK-eindrondes van 2018 en 2022 en met nog minder dan zes maanden te gaan, was de vergadering met Concacaf in Johannesburg voor alle kandidaten hét moment om zichzelf te verkopen.

Engeland had in 1966 voor het laatst het toernooi georganiseerd en de voetbalgekke bevolking snakt ernaar nog eens als gastland op te treden. Londen organiseert de Olympische Spelen van 2012 en de Britse regering heeft uitgerekend dat een WK de economie een opsteker van een slordige 4 miljard euro zal bezorgen. Daarnaast zal het toernooi van onschatbare sociale en psychologische waarde zijn voor het land dat, zoals supporters benadrukken, de sport heeft uitgevonden.

Maar Engeland moest het opnemen tegen een paar concurrenten. België en Nederland hadden de handen in elkaar geslagen en samen een zogeheten bidbook voor 2018 ingediend, en ook Spanje en Portugal hadden hun krachten gebundeld. Onder andere de Verenigde Staten, Australië en Qatar waren in een onderlinge strijd gewikkeld voor het WK van 2022.

De meest geduchte tegenstander van de Engelsen voor het toernooi van 2018 was onweerlegbaar Rusland. Rusland had achttien maanden daarvoor de organisatie van de Olympische Winterspelen van 2014 binnengehaald en kende al bijna een decennium van spectaculaire economische groei dankzij recordprijzen voor olie en andere grondstoffen.

Het land, vooral in de persoon van president Vladimir Poetin, stond te trappelen om die hausse te baat te nemen om de allang verloren status van wereldmacht te herstellen. De organisatie binnenhalen van een WK met wereldwijd honderden miljoenen kijkers was beslist de perfecte manier om die aspiratie uit te dragen en om een krachtig en stabiel imago te etaleren. Misschien nog wel belangrijker was dat het WK het prestige van Poetin onder de Russische bevolking zou versterken. De stemming verliezen was voor Poetin ten enenmale ondenkbaar.

*

Om te doen voorkomen dat het een eerlijke procedure betrof – en rekening houdend met de korte aandachtsboog van de meeste afgevaardigden – bood Concacaf beide delegaties twaalf minuten de tijd om hun kandidatuur te promoten.

De Russische delegatie onder aanvoering van Aleksej Sorokin, secretaris-generaal van de Russische bond, beet de spits af. Heel best bracht hij het er niet van af. Om te beginnen had de Russische nationale ploeg zich niet kunnen kwalificeren voor het WK van 2010 na een vernederende nederlaag in november tegen het onbeduidende Slovenië, een landje met net 2 miljoen inwoners, iets meer dan Novosibirsk.

Om het nog erger te maken was Blazer, van wie men dacht dat hij voor Engeland ging stemmen, niet eens aanwezig. De diabeticus met chronische longklachten had besloten niet naar Johannesburg af te reizen omdat de hoogte waarop de stad ligt niet goed was voor zijn gezondheid. Een haperende computer deed de powerpointpresentatie van Sorokin wel drie keer vastlopen.

Ondanks alles straalde de vrij knappe en elegante Rus nog veel vertrouwen uit met zijn uitstekende Amerikaanse Engels en grote glimlach. De presentatie zelf, die saaie en verafgelegen steden zoals Jekaterinenburg onder de aandacht bracht, miste echter elk sprankje charme. Het publiek, dat hoofdzakelijk uit Caraïbische en Midden-Amerikaanse afgevaardigden bestond, was niet onder de indruk en leek zich zelfs stierlijk te vervelen.

De Engelsen daarentegen lieten een flitsende presentatie los op de zaal. De joviale en onberispelijk geklede David Dein, voormalig vicevoorzitter van Arsenal, oogde en klonk met zijn adellijke trekken en bekakte tongval als de vriendelijke, rijke oom die iedereen zou willen hebben. Hij warmde de zaal op met een grapje – ‘De laatste keer dat ik het in twaalf minuten heb gedaan was ik achttien’ – dat enorme bijval oogstte.1 Vervolgens liet hij een filmpje zien met superster David Beckham.

Die presentatie leek te willen benadrukken dat Engeland al genoeg hypermoderne stadions had, om maar te zwijgen van luchthavens, hotels en snelwegen, om het WK bij wijze van spreken meteen te kunnen organiseren – bouwen was niet meer nodig. In een vlaag van atypisch optimisme prees de Engelse pers de presentatie en stelde dat de Engelse kansen er prima uitzagen en dat het WK zou worden binnengehaald op basis van technische knowhow, bestaande infrastructuur en algemene competentie – op pure merites dus. De Russen speelden echter een ander spel.

FIFA: van Fairplay tot Vuil Spel
FIFA: van Fairplay tot Vuil Spel© Angèle

FIFA: van Fairplay tot Vuil Spel

Ben Kensinger, vertaald door Hans van Riemsdijk

320 blz.

€22,50

ISBN 978 90 223 3456 0

Partner Content