‘Wat Belgische coaches het Chinese voetbal kunnen bijbrengen’

China zet onder president Xi Jinping fors in op voetbal. Onder de vele buitenlandse coaches die het land binnenstromen ook negen Belgen. Een situatieschets van Céderique Tulleners (27), U-19-coach van Dayu FC in Hohhot (Binnen-Mongolië).

Sinds in China president Xi Jinping aan de macht kwam, is het voetbal er totaal veranderd. Hij houdt niet alleen erg van de voetbalsport, hij erkent ook de sociale en economische voordelen ervan. Samen sporten, samenwerken als een team, is het sociale voordeel dat voetbal biedt; en als China een voetbalgrootmacht wordt, zal dat ook goed zijn voor het imago van het land. Dan zal het dankzij het voetbal nog meer toeristen en bedrijven kunnen aantrekken.

Wat Belgische coaches het Chinese voetbal kunnen bijbrengen

Daarvoor stelde de president enkele doelen. Zo moeten er tegen 2020 70.000 voetbalvelden zijn. Daarnaast moet tegen 2025 het aantal scholen met de focus op voetbal gegroeid zijn tot 50.000. Onder meer hierdoor zullen dan in totaal 50 miljoen Chinezen op regelmatige basis voetbal spelen. In 2030 of 2034 wil China de wereldbeker organiseren en in 2050 wil het zich tot wereldkampioen kronen.

‘De voetbalkennis is in China beperkt.

Er is in China geen grote voetbalcultuur. De voetbalkennis is er beperkt. Door middel van buitenlandse invloeden willen ze er op korte termijn veel vooruitgang boeken. Zo zijn er in het Chinese voetbal al enkele toptransfer gebeurd. België wordt er onder meer door de Rode Duivels AxelWitsel en Yannick Ferreira Carrasco vertegenwoordigd. Zij zorgen mee voor de kwaliteitsinjectie aan de top.

‘Ook veel mensen uit armere landen komen hier hun geluk zoeken en proberen Chinese organisaties te overtuigen dat ze coach zijn.

Daarnaast haalde China uit het buitenland ook zeer veel coaches en jeugdcoaches. Voornamelijk Engelse, Spaanse en Portugese organisaties speelden daarop in. Ook veel mensen uit armere landen komen hier hun geluk zoeken en proberen Chinese organisaties te overtuigen dat ze coach zijn. Met duizenden jeugdcoaches proberen ze hier de jongste spelertjes iets bij te leren. Het nadeel is dat het vaak geen echte coaches zijn.

‘Er zijn in het Chinese voetbal vier niveaus: het profvoetbal, het semi-profvoetbal, het schoolvoetbal en het grassrootsvoetbal.

Er zijn in het Chinese voetbal vier niveaus: het profvoetbal, het semi-profvoetbal, het schoolvoetbal en het grassrootsvoetbal. Tussen al die buitenlandse coaches zitten er slechts negen Belgen. Ze zijn er actief op de vier verschillende niveaus.

In België zijn we er ons van bewust dat er voor een coach op elk niveau en op elke leeftijd andere verwachtingen zijn. Zo verschilt de taak van een hoofdcoach totaal met die van een coach voor vijfjarigen. Belgische coaches kunnen dit onderscheid maken en zijn gespecialiseerd in hun specifieke rol. Dat is de manier waarop wij hier bijdragen aan het verhogen van de kwaliteit van de spelers op alle niveaus.

‘Onlangs sloot de KBVB een deal met de Chinese voetbalbond.

Onlangs sloot de KBVB een deal met de Chinese voetbalbond. Daarmee wil de Belgische voetbalbond hier ook focussen op de kwaliteitsverbetering van de opleiding van voetballers. Het is niet de bedoeling om China op grote schaal te veranderen. Daarvoor is het land té groot. Maar met gerichte en kleinschalige projecten zijn er wel enorme mogelijkheden.

Via zulke projecten kan België zijn voetbalexpertise delen en die samen met de Chinezen optimaliseren voor de lokale cultuur. Zo draagt ons land bij aan het verhogen van de kwaliteit van de jeugdopleiding in China.

‘In China is er natuurlijk genoeg geld. De meeste clubs bouwen dan ook een indrukwekkend trainingscomplex.

In China is er natuurlijk genoeg geld. Omdat president Xi Jinping voetbal fantastisch vindt, willen alle provincies de Chinese overheid tonen dat ze met voetbal succes kunnen boeken. Dus investeren ze er veel in. Dit gaat van velden aanleggen in scholen tot het sponsoren van een club. Daarnaast zijn er ook grote bedrijven die veel geld steken in voetbalclubs, vaak met staatssteun.

De meeste clubs bouwen dan ook een indrukwekkend trainingscomplex. Maar vaak ontbreekt op en naast het veld de kennis om dit op de beste manier te benutten en talenten optimaal te ontwikkelen.

Ook bij ons op de club proberen we die kennis over te brengen. Zo integreren we zaken die standaard zijn in België maar relatief onbekend zijn in China. Elke kleine stap die we kunnen zetten, is een grote verwezenlijking op lange termijn.

‘Het motto in China luidt vaak: hoe meer je traint, hoe beter je wordt.

Het motto in China luidt vaak: hoe meer je traint, hoe beter je wordt. Daar zit een waarheid achter, al moet je wel eerst weten wat en hoe je traint. We zijn afgestapt van de trainingen van langer dan twee uur. Dat gebeurt nu enkel nog uitzonderlijk en wanneer we zien dat het nodig is. Daarnaast hanteren we een strak schema en proberen we de frisheid te bewaren door minder uren te trainen. Enerzijds doen we dit door trainingen af te bouwen, anderzijds door de trainingen anders in te delen.

We trainen geregeld in kleinere groepen. Afhankelijk van het doel dat we stellen, worden spelers geselecteerd op basis van het aantal gespeelde minuten, de positie of de gemeenschappelijke werkpunten. Elke training proberen we ook zo zinvol mogelijk in te delen.

‘In China is voetbal nog steeds een uithoudings- en krachtsport.

In China is voetbal nog steeds een uithoudings- en krachtsport. Hoe harder je kan lopen en hoe sterker je bent, hoe beter je er in voetbal bent. Dit trachten we anders aan te pakken door te focussen op: slim lopen, op het juiste moment op de juiste plaats zijn.

Ook de videoanalyses zijn nieuw voor Chinese spelers. Die zijn dikwijls confronterend, omdat ze dit in het verleden niet kenden. Vaak nemen ze zaken persoonlijk op. Daarom focussen we meer op de oplossing dan op de ‘fout’.

‘De spelers moeten helaas kiezen tussen school en profvoetbal.

Tot slot zijn we ook bezig met de persoon achter de voetballer. Slechte taal en slechte gewoontes tolereren we niet. De oudere leeftijdscategorie moet een voorbeeld zijn voor de jongere. Helaas moeten de spelers kiezen school en profvoetbal, dus onze jongens beschikken over veel vrije tijd. Dit proberen we op te vullen met zaken die bijdragen aan hun ontwikkeling als voetballer én als persoon. Zo praten we met hen onder meer ook over eetgewoontes, slaapgewoontes en communicatie met staf en medespelers.

‘Hier krijg ik behalve een goed loon ook een appartement en een wagen.

Ondertussen ben ik hier al meer dan twee en een half jaar. In oktober 2015 begon ik werken in een voetbalschool in Beijing. De belangrijkste reden om naar China te komen, was dat ik er voltijds met voetbal bezig kon zijn. In België zijn er nog altijd weinig voltijdse jeugdtrainers. Hier krijg ik behalve een goed loon ook een appartement en een wagen.

Na negen maanden maakte ik van Beijing de overstap naar Dayu FC in Hohhot, 600 kilometer naar het noorden in Binnen-Mongolië. Ik werk er met jongens die dus enkel met voetbal bezig zijn. De spelers worden gerekruteerd in heel China en leven op de club. We spelen in de Chinese U19-B-competitie, waarin we het wekelijks opnemen tegen andere profteams. De aanpassing aan de ‘Belgische’ manier van voetballen nam wel wat tijd in beslag, maar werpt intussen vruchten af. Hopelijk kunnen we dit met de Belgische coaches hier nog nadrukkelijker en op alle leeftijden en niveaus gaan toepassen.

Tot nu toe kan ik alleen maar zeggen dat het héél fijn samenwerken is met Chinezen.

Tot nu toe kan ik alleen maar zeggen dat het héél fijn samenwerken is met Chinezen. Ze zijn dankbaar en respectvol. Mijn naam krijgen ze wel niet uitgesproken. Ze noemen mij hier Du De Rui.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content