Frank Van Laeken

‘Zelfs in de Europese Kneusjescup mogen we niet meer meespelen’

Frank Van Laeken Freelance journalist en auteur

Bekijk het programma van de 1/16e finales van de Europa League en bedenkt twee dingen, zegt Frank Van Laeken: 1) geen Belgische clubs meer, en 2) wie is er nu nog geïnteresseerd in deze flutaffiches? ‘Misschien moeten we als B-landen opnieuw dat bijna zestien jaar oude idee van de Atlantic League opvissen’.

Dat het goed was dat ik iets zou schrijven over de teloorgang van de tweede Europabeker, maar dat de nadruk niet wéér te veel op de macht van het geld zou liggen, bezwoer de coördinator van deze site me. Oké dan. Dit stukje gaat dus over de Europa League, een commercieel (sorry!) gedrocht dat een fusie is van de vroegere Europabeker voor Bekerwinnaars en de UEFA Cup, die zelf voortsproot uit de Jaarbeursstedenbeker, maar dan zitten we al helemaal in de Jaren Stillekes. Europabeker 2 en Europabeker 3 werden die genoemd, om toch maar het onderscheid te kunnen maken met de Europabeker voor Landskampioenen/Champions League, veruit de belangrijkste Europese clubcompetitie.

Zelfs in de Europese Kneusjescup mogen we niet meer meespelen

Zoals u als voetballiefhebber allicht weet, maar misschien probeert te onderdrukken, heeft ons land geen vertegenwoordiger meer op het Europese voetbaltoneel. Niet in de Champions League, uiteraard (dat gebeurt eens in de tien jaar of zo), maar ook niet in de Europa League, waar we al weleens kwart- of achtste finalisten afleverden. Dat is slecht voor ons Europees coëfficiënt – daarover zo dadelijk meer -, voor het jaarbudget van Europees spelende clubs en voor de reputatie van het club-voetballand België.

‘Usual suspects’

Juventus-Tottenham, FC Basel-Manchester City, FC Porto-Liverpool en Real Madrid-PSG. Dat zijn de affiches van de komende twee Champions League-avonden. Volgende week staat onder meer Chelsea-Barcelona op het programma. Toppers ontmoeten toppers, af en toe mag er een half kneusje à la Basel of Besiktas meedoen op dit niveau, maar daar zijn we half maart weer vanaf. Vanaf de kwartfinales zullen de ‘usual suspects’ voor de hoogste eer strijden.

Al eens gekeken naar de affiches in de zestiende finales van de Europa League? De minst oninteressante wedstrijden zijn die tussen Napoli en RB Leipzig, en Olympique Lyon-Villarreal. Op zich is dat niet onlogisch, wetende dat de deelnemers aan de Europa League in het beste geval vijfde zijn geworden in een topcompetitie, heropgevist uit de Champions League (ploegen die derde eindigden in hun groep, ook niet direct een topprestatie) of afkomstig uit een Mickey Mouse Liga.

Ik weet niet op wie u uw geld zet in FC Kopenhagen-Atlético Madrid en Östersunds FK-Arsenal, maar ik neem geen enkel risico, mocht ik al een gokje willen wagen. Quod non.

Niet dat het kneusjes zijn die de Europa League al hebben gewonnen. Maar het blijft een ersatzformat

Niet dat het kneusjes zijn die de Europa League hebben gewonnen, sinds de invoering in de zomer van 2009. Maar het blijft een ersatzformat. Niet goed genoeg voor de Champions League, dan maar iets proberen te forceren in die kleinere beker. Tot de kwartfinales spelen de clubs uit de grote landen meestal met een veredeld B-team, want het is véél belangrijker om in eigen land in de top vier te eindigen (en dus volgend seizoen naar de Champions League te mogen), dan het goed te doen in de Europa League. Al heeft de UEFA daar twee jaar geleden iets op gevonden. Wie deze beker wint, mag alsnog het seizoen daarop deelnemen aan het kampioenenbal. Veel lucratiever (sorry!) en een wortel die toch wel heel appetijtelijk hangt te bengelen.

Geen superlatieven meer

De kans dat een Belgische club ooit nog de Champions League wint, is een pak kleiner dan de cero cero cero enzovoort van Alberto Contador. De kans dat dit lukt in de Europa League is niet onbestaande, maar vrij klein. Alles moet meezitten, bij de anderen moet het tegenzitten. Zoiets. Met een kwartfinale zijn we al content, dan grijpen eindredacteuren in sportkaternen naar de superlatieven. ‘Wereldprestatie’. In Europa. Zonder prijs in zicht. We zijn rap tevreden, tegenwoordig.

De kans dat een Belgische club ooit nog de Champions League wint, is een pak kleiner dan de cero cero cero enzovoort van Alberto Contador

België staat negende in de Europese ranking, maar de drie landen achter ons hebben de volgende dagen nog een deelnemer en kunnen dus punten sprokkelen (en ons misschien nog voorbijsteken). Als het gaat over het behaalde coëfficiënt van het seizoen 2017/2018 staat België 32ste, tussen Albanië en Roemenië in. Maar achter pakweg Azerbeidzjan, Kazakhstan, Wit-Rusland, Macedonië en Moldavië. Faut le faire.

Straks ambiëren we op z’n minst een kwartfinale op het WK, maar in het clubvoetbal berusten we met een 32ste plek op 55. Drie zeges en vijf gelijke spelen (op twintig wedstrijden), daar moesten we het mee stellen. Geen superlatieven in ronkende krantenkoppen. Volgend seizoen hebben we nog een rechtstreekse deelnemer aan de Champions League, maar het zou best kunnen dat we in mei uit de Top 10 vallen en dat de landskampioen van volgend jaar het seizoen 2019/2020 in de voorrondes zal moeten beginnen.

Als er een CL-rangschikking wordt opgemaakt van de voorbije negenenhalf jaar, prijkt Anderlecht op een 36ste plek. Club Brugge staat 50ste, Standard 59ste, KRC Genk 63ste, AA Gent 83ste. Bovenaan vinden we overigens Real Madrid, gevolgd door Barcelona, Bayern München, Manchester United en Chelsea. We tellen niet meer mee, worden niet meer ernstig genomen, net wat u zegt. Iedere topclub wil Hazard, De Bruyne of Courtois, niemand zit nog te wachten op een duel met Anderlecht of Club Brugge. Vanwege sportief en financieel (sorry!) oninteressant.

FC Nostalgie

Dat is ooit anders geweest. In de tweede helft van de jaren 70 stond België steevast in de Europese top vijf. Na de seizoenen 1976/1977 en 1977/1978 zelfs op de eerste plaats, de jaren dat én Anderlecht én Club Brugge Europese finales speelden (en in het geval van Anderlecht ook al eens wonnen). Zelfs aan het eind van de jaren 80 rukten we even weer op naar de top vijf.

Het was het pre-Bosmanarrest-tijdperk, met een strenger gelimiteerd transfersysteem (of zeg gewoon: spelers die eigendom bleven van een club tot de voorzitter er anders over dacht), en voor een flink stuk ook het pre-Bellemans-tijdperk, vóór de gelijknamige onderzoeksrechter het zwart geldcircuit in ons voetbal had blootgelegd. Want toen speelden wereldtoppers nog in onze eerste klasse, dankzij de centen die onder tafel werden geschoven.

FC Nostalgie zal nooit een Europabeker winnen. FC Realisme evenmin, maar dan beseffen we dat tenminste vooraf

FC Nostalgie zal nooit een Europabeker winnen. FC Realisme evenmin, maar dan beseffen we dat tenminste vooraf. We kunnen daar meewarig over doen, of een potje grienen, maar het helpt geen zier.

Opnieuw beginnen nadenken over schaalvergroting kan een klein beetje soelaas brengen, alhoewel: Nederland deed het dit jaar nóg schabouwelijker dan België in de Europabekers, dus een BeNeLiga lijkt niet direct de oplossing.

Als straks – eerder vroeger dan later – de topclubs de idee van een eigen elitecompetitie – los van de vaderlandse, los van de huidige Champions League – weer op tafel gooien, moeten we als B-landen misschien opnieuw dat bijna zestien jaar oude idee van de Atlantic League opvissen. Een competitie met de beste teams uit België, Nederland, Portugal, Schotland, Denemarken en Zweden. Kunnen onze toppers achteraf toch zeggen dat ze Europees gespeeld hebben.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content