Als de Red Lions op één vlak boven de concurrentie uitstaken, dan was het met hun fysieke paraatheid, de vrucht van een intense samenwerking tussen hoofdkinesist Tom Mertens en fysiektrainer Mick Beunen.
‘Acht wedstrijden op dertien dagen is bijzonder zwaar, maar in de voorbereiding hadden de spelers, verdeeld over twee fysiek zeer zware trainingsperiodes, hun grenzen veel verder overschreden dan in Rio het geval was’, vertelt Beunen. ‘Al voor de start van de Spelen waren we er vrij zeker van dat ze fysiek tóp gingen zijn en dat bleek ook – in sommige matchen hebben we de tegenstand op het einde gewoon overrompeld.
‘Op Tom Boon na hadden we ook geen enkele geblesseerde of zieke speler. En terwijl we in andere toernooien tijdens een match de coach vaak een speler vroeger lieten wisselen, omdat die volgens zijn hartslaggegevens op of over zijn limiet zat, hebben we alleen tegen Engeland en Nederland (in beperkte mate) moeten ingrijpen – veelbetekenend.
‘Met dank aan een heel strikte periodisering, gericht op een piekvorm in Rio, en aan de individuele opvolging van elke speler gedurende heel het seizoen, op basis van vragenlijsten die ze elke dag moesten invullen, van hartslag- en gps-gegevens en van logaritmes die we met TopSportsLab (een spin-off van de KU Leuven, nvdr) hebben ontwikkeld. Nog een voordeel van bijna elke dag samen te trainen: zo konden we eventuele (over)belasting na de weekendmatch met de club perfect inschatten en daar het trainingsprogramma tijdens de week op afstemmen.’ (JC)
