Anthuenis: ‘Wilmots doet wat hij zegt en zegt wat hij doet’

© BELGAIMAGE

In Sport/Voetbalmagazine verdedigt Aimé Anthuenis, ex-bondscoach van de Rode Duivels, het werk van Marc Wilmots bij onze nationale ploeg.

Nu de kwalificatie voor het EK 2016 in Frankrijk vast staat, heeft Aimé Anthuenis (van 2002 tot 2005 zelf bondscoach) tips hoe Wilmots de komende acht maanden best invult? “Wie ben ik om Wilmots een tip te geven?”, kaatst Anthuenis terug.

“Ik vind dat hij op professioneel en op menselijk vlak heel goed met de spelersgroep omgaat, met profs die bij hun club gepamperd en bemoederd zijn. Ook zijn stijl bevalt mij: hij doet wat hij zegt en zegt wat hij doet. Als je zelfs uitzicht hebt op de eerste plaats op de FIFA-lijst, en als het stadion uitverkocht is, dan zeg ik: wat kan hij nog meer doen? Het is niet zijn verdienste, maar hij werkte er wel aan mee.”

Dat was in de periode dat Anthuenis trainer was van de Rode Duivels wel anders. Toen zakte België zelfs uit de top 50 van de FIFA-ranking. Maar de Waaslandse ex-coach is niet jaloers. Anthuenis: “Integendeel, ik gun het iedereen. En ik wil er toch ook aan herinneren dat we in de voorronde van het EK 2004 maar één punt tekortkwamen. Om het WK 2006 te halen, was het verschil in klasse met onder meer Spanje wel te groot.”

“Generaties gaan in golfbewegingen, maar inderdaad: zo ’n plejade aan kwaliteit, aan spelers voor wie in grote buitenlandse competities heel veel geld wordt betaald, dat is uitzonderlijk. In zo’n klein land als België is dat nog nooit gebeurd. Bovendien mogen we de laatste jaren niet klagen over de loting en wordt de eindronde nu met meer ploegen gespeeld. Zelfs als derde in de groep speel je nog barrages.”

Geen generaties vergelijken

De individuele kwaliteiten van onze Duivels vergelijken met die van zijn ploeg destijds, doet Anthuenis liever niet. “Spelers van een verschillend tijdperk zijn onmogelijk met elkaar te vergelijken. Een voetbalelftal is ook enorm afhankelijk van de complementariteit. Je kunt niet met elf Hazards of elf Kompany’s spelen. Je mag mannen als de Mpenza’s, Goor, Buffel, Sonck en anderen ook niet onderschatten. Als ik in mijn tijd met de beste elf kon spelen, dus als ook Emile Mpenza beschikbaar was, waren we een heel goeie ploeg en leverden we onze beste prestaties. Nu staat er achter het basiselftal een schaduwelftal dat bijna even goed is. Onze beloften staan trouwens ook eerste en daar zit toch onder meer de Gouden Schoen in.”

(Christian Vandenabeele)

Lees de volledige ‘Vijf vragen aan Anthuenis’ in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 14 oktober.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content