Chatelle: ‘Jan was het goudhaantje van Vandereycken’

© belgaimage
Guillaume Gautier
Guillaume Gautier Journalist bij Sport/Voetbalmagazine en Sport/Footmagazine.

Op 2 juni 2007 trok Jan Vertonghen voor het eerst het shirt van de nationale ploeg aan. Intussen nadert hij de mijlpaal van 100 caps. Sport/Voetbalmagazine keerde voor de gelegenheid even terug naar die begindagen van Vertonghen als international.

‘Jan was een beetje het goudhaantje van Vandereycken’, weet Thomas Chatelle nog, die zelf een aantal keren international was in die voor de Duivels donkere periode. Er heerste nochtans scepsis wanneer Jan Vertonghen voor het eerst het shirt van de Rode Duivels aantrok. Ten slotte ging het om een speler die er dan net een half seizoen had opzitten bij RKC Waalwijk, een bescheiden Eredivisieclub die bovendien degradeerde.

Maar het feit dat men hem beloofd had na de zomer naar Ajax te mogen terugkeren, plus de eerste ballen die de halve Nederlander raakte, wisten iedereen te overtuigen. ‘Hij werd direct geapprecieerd, zowel door de groep als door de technische staf’, onderstreept Karel Geraerts. ‘Het was een speler die extravert was en met iedereen praatte, met de Vlamingen en de Walen. Hij werd heel snel echt een deel van de Rode Duivels.’

Temeer omdat zijn prestaties op het veld de indrukken van de kleedkamer bevestigden. In wat destijds in België nog ‘een verdienstelijke nederlaag’ werd genoemd, 1-2 tegen Portugal, speelde Vertonghen zich in de kijker. Hij verdiende daardoor meteen een plaatsje in de kern voor de volgende kwalificatiecampagne, die richting het WK 2010.

Het kleine België is door de fitnesszaal gepasseerd. Tegenover tien jaar geleden is Jan Vertonghen evenzeer veranderd als zijn ploeg.

Gaandeweg trad de nieuwe generatie op het voorplan: Dembélé, Defour en Fellaini waren er al, net als Thomas Vermaelen, Nicolas Lombaerts en Vincent Kompany. De lente daarop kwam daar nog Axel Witsel bij en in zijn tweede en tevens laatste campagne voegde Vandereycken ook nog Kevin Mirallas en Eden Hazard in het raderwerk in.

‘Ze hebben voor frisheid en zorgeloosheid gezorgd in de kern van de nationale ploeg. Dat zijn aspecten die je altijd nodig hebt binnen een groep’, zegt Philippe Leonard. Chatelle gaat verder: ‘Dat zorgeloze kantje, dat kan soms de indruk wekken van arrogantie, van superioriteit, maar in werkelijkheid is het gewoon zo dat ze elke ontmoeting dankzij hun talent met een zeker gemak kunnen aanvatten. Sommigen zien dat als een gebrek, maar voor mij is dat een belangrijke kwaliteit in het voetbal. Zeker als je zulke talenten hebt als in deze generatie, natuurlijk. Want ze toonden zich op bijna alle posities, de toevloed was echt indrukwekkend, je zag zo dat dit een complete generatie zou worden. Met hun talent en hun zorgeloosheid hebben ze voor een ommekeer gezorgd. Voordien waren we mentaal niet top, wij waren die kleine Belgen…’

Het kleine België is door de fitnesszaal gepasseerd. Tegenover tien jaar geleden is Jan Vertonghen evenzeer veranderd als zijn ploeg. De conclusie is van Karel Geraerts: ‘Toen Jan erbij kwam, had hij niet overdreven veel body. Niet zoals nu alleszins. Hij was nogal tenger, niet bijzonder gespierd. Je ziet dat hij daar hard aan gewerkt heeft en veel vooruitgang heeft geboekt. Nu is hij een beest.’

Lees de volledige reportage over Jan Vertonghen in onze Plus-zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 7 juni.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content