Standard werd opnieuw kampioen, maar met het vrouwenvoetbal in eerste klasse gaat het niet goed. ‘Zelfs op halve kracht wonnen we makkelijk onze wedstrijden. Dat gevoel had ik vorig seizoen nooit’, zegt Standardtrainer Benoît Waucomont, die het na de titel voor bekeken hield in Luik.
Standard kroonde zich afgelopen weekend voor de zesde keer op rij tot Belgisch landskampioen bij de vrouwen. Maar een jaar na het opdoeken van de BeNeleague zit het vrouwenvoetbal in ons land in een kleine crisis. De invoering van play-offs moest de Belgische competitie een nieuw elan geven, maar de format is geen succes geworden.
Het niveau van sommige wedstrijden was bedroevend, het verschil tussen de deelnemers aan de play-offs – Anderlecht, Standard, Lierse, Gent – en de vier andere ploegen was zorgwekkend en er dreigt opnieuw een braindrain van de beste Belgische speelsters richting buitenland. ‘Zelfs op halve kracht wonnen we makkelijk onze wedstrijden. Dat gevoel had ik vorig seizoen nooit’, zegt Standardtrainer Benoît Waucomont, die het na de titel voor bekeken hield in Luik.
Een aanpassing van de Super League zit er niet in. Ook volgend seizoen spelen acht ploegen twee keer tegen elkaar in een eerste fase. De vier beste kwalificeren zich voor de play-offs. Prioriteit aan de Houba de Strooperlaan zijn de Red Flames, waarvan verwacht wordt dat ze zich kwalificeren voor het EK 2017 én voor het WK twee jaar later. De redenering houdt steekt: een performante nationale ploeg straalt af op de competitie. Toch trekt ook Marc Lesenfants, voorzitter van het vrouwenvoetbal, aan de alarmbel. ‘We moeten het competitiesysteem aanpakken, anders dreigt ons voetbal helemaal in elkaar te zakken.’
(Alain Eliasy)
