D’Onofrio wilde samen met Degryse… Beerschot leiden

© BELGA
Thomas Bricmont

Voor veel mensen is Luciano D’Onofrio een mysterie. Wat motiveert een 62-jarige man, die in de jaren negentig als bemiddelaar optrad voor sterspelers als Thierry Henry, Zinédine Zidane en Marcel Desailly om plots een club als Antwerp te leiden?

Mensen uit zijn entourage claimen dat Luciano D’Onofrio, die opgegroeid is in het Italiaans stadje Castelforte, altijd geïntrigeerd is geweest door Antwerp. Om die reden is het na zijn periode in Luik nooit wat geworden met Charleroi en Eupen. Volgens hem verdient Antwerpen een voetbalclub die het enorme potentieel ontgint en de grandeur van de Scheldestad uitstraalt.

Een aantal jaar geleden was D’Onofrio al van plan om naar de Antwerpse metropool te verhuizen om Beerschot te superviseren. Het plan wordt in elkaar gebokst door Marc Descheemaecker, ex-gedelegeerd bestuurder van de NMBS. Hij wil aan Marc Degryse het sportieve departement toevertrouwen.

Op zijn beurt vraagt Degryse aan D’Onofrio of hij mee op de kar wil springen. ‘We hebben elkaar drie keer ontmoet in de gebouwen van de NMBS en telkens leek Luciano zeer geïnteresseerd in het project’, herinnert Degryse zich. ‘Luciano en ik zouden als tandem samenwerken. Een beetje zoals Preud’homme, die later trainer zou worden, en hij hadden gedaan bij Standard. Toen Descheemaecker ontdekte dat de club meer dan tien miljoen euro schulden torste, hebben we alles stopgezet.’

Zijn naasten zijn dus niet helemaal verrast wanneer D’Onofrio op 13 juni van vorig jaar met het nodige kabaal zijn intrede maakt in Antwerpen en bij TheGreat Old wordt voorgedragen als de nieuwe sportief directeur. Het was lang een goed bewaard geheim. Niet het minst omdat alles in een handomdraai wordt geregeld. ‘De eerste contacten met Paul Gheysens dateren van mei’, vertelt D’Onofrio. ‘Hij wilde met mij praten over voetbal en Antwerp. Na twee of drie afspraken hebben we alles laten bezinken. Niet veel later was er al een akkoord.’

Enkele dagen voor de plechtige bekrachtiging had D’Onofrio zijn carrièreswitch opgebiecht aan Roger Vanden Stock tijdens een restaurantbezoek in Brussel. De voorzitter van Anderlecht had stiekem gehoopt dat D’Onofrio alsnog naar Neerpede zou komen. Nochtans werd de eerste poging om D’Onofrio binnen te halen in 2011 gekelderd door de clan rond Alexandre Van Damme.

Royal Standard Antwerp

Hoewel Gheysens het meer heeft voor raspaarden dan voor 22 wezens die achter een bal lopen, heeft hij al lang begrepen welke economische impact het voetbal heeft. Met D’Onofrio aan zijn zijde, zo redeneert hij, zal hij aan een duizelingwekkende snelheid de voetbaltop bestormen.

‘Ik heb de ambitie om het Antwerpse publiek de topclub te geven die het verdient’, vertelde Gheysens bij de start van het seizoen. ‘Er zit geen haast achter, maar ik wil wel om de zoveel tijd bepaalde stappen zetten. Met zijn uitgebreid netwerk en deskundigheid is Luciano de geknipte man voor de job.’

Een netwerk dat hij afgelopen zomer uitrolt door achttien spelers aan te trekken. Met Dino Arslanagic, Sinan Bolat en vooral Jelle Van Damme rekruteert hij zelfs enkele bekende gezichten van bij Standard. ‘Mijn keuze voor Antwerp? De aanwezigheid van Luciano en het fanatieke Antwerpse publiek’, vertelde de oud-aanvoerder van Standard aan Sudpresse. ‘Het is de oudste club van het land en de mentaliteit doet mij denken aan Standard.’

Om het Standardgevoel bij Antwerp nog meer aan te wakkeren, werd de pensioengerechtigde László Bölöni vanonder het stof gehaald. De Roemeen, die jaren geleden in Portugal bevriend raakte met D’Onofrio, was zeker van zijn stuk. Hij kon niet falen. Had hij een tiental jaar geleden niet met succes Michel Preud’homme opgevolgd? De coach die in Luik net een heldenstatus had verworden nadat hij in 2008, voor het eerst in 25 jaar, Standard de titel had geschonken. Met een onverbiddelijk regime slaagde Bölöni erin om een licht ontvlambare kleedkamer, die nog surfte op de golven van de vorige titel en erom bekendstond geregeld nachtelijke escapades te organiseren, onder de knoet te houden. Zijn methodes waren niet bij iedereen even populair – dat hij nu en dan te laat opdaagde op training pleitte niet in zijn voordeel. En toch grijpt hij tien jaar na zijn krachttoer met Standard terug naar zijn oude succesrecepten. Op training is lachen not done en er wordt vooral gelopen. Véél gelopen.

Papa Miracoli

Lees de volledige reportage over Luciano D’Onofrio in onze +zone of in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 17 januari.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content