‘De voorzitter mag streng zijn, hij betaalt genoeg voor mij’

© Belga Image
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Komend weekend speelt Tom De Sutter (31) tegen zijn ex-ploeg Club Brugge. Defensief zit het snor bij Lokeren, aanvallend zijn ze de zwakste van de klas. Sport/Voetbalmagazine legde De Sutter vijf pittige vragen voor.

1. Lokeren-Anderlecht was een kansarme partij waarin de spitsen amper aan bod kwamen. Opgelucht dat ook je nieuwe concurrent in de spits Gary Martin bij jouw afwezigheid niet de pannen van het dak speelde?

‘Ik was ontgoocheld dat ik moest afhaken tegen Anderlecht, maar het was noodzakelijk om een aanslepende enkelblessure volledig te laten herstellen. De ploeg stond goed, alleen kwamen we er aanvallend onvoldoende uit. Gary en ik hebben niet helemaal hetzelfde profiel: hij zoekt iets meer de diepgang en is sneller dan ik, maar is minder targetspits.’

2. Lokeren heeft de slechtste aanval van eerste klasse, met amper 22 doelpunten in 25 wedstrijden. Heeft voorzitter Roger Lambrecht zijn duurste werknemer daarvoor al op het matje geroepen?

‘Natuurlijk voel ik me aangesproken. De voorzitter mag streng zijn, hij betaalt genoeg voor mij. Maar ik fungeer in ons systeem vooral als aflossingspunt. Grote kansen heb ik in feite nog niet gemist, ik kom weinig in scoringspositie. Nochtans ben ik meestal in de zestien, maar vaak alleen. Soms ontbreekt de laatste pass. Je mag ook niet vergeten dat deze groep van ver komt, fysiek en mentaal. Sinds de trainerswissel trainen we anders, intensiever en meer matchgericht. Na een jaar amper gespeeld te hebben ontbrak het mij bij de start van het seizoen aan inhoud en had ik nood aan zwaardere trainingsarbeid. Ik voel me de laatste weken veel scherper.’

3. Lokeren haalde sinds de winterstop 2 op 12. Dat is geen betere balans dan onder Georges Leekens. Wat is dan het verschil met die periode?

‘Er is een groot verschil. We hebben na de winterstop maar één mindere helft gespeeld: op Mouscron. Op Kortrijk lieten we veel liggen, tegen Gent verdienden we te winnen. De nadruk ligt bij ons op organisatie, maar wij zetten ook geregeld hoog druk, al wordt dat misschien onvoldoende gezien. Onze manier van spelen doet me denken aan wat we met Cercle destijds deden onder Glen De Boeck. Het is in ieder geval dankbaarder spelen voor mij dan die eerste maanden onder Leekens. Toen kwam iedereen in de bal en voetbalden we amper kansen bij elkaar. Ik was toen in feite vaker middenvelder dan spits. Nu is er meer beweging rond mij.’

4. Het is de eerste keer in je carrière dat je in februari enkel nog play-off 2 als vooruitzicht hebt. Waar haalt een ex-spits van Club Brugge en Anderlecht dan zijn motivatie?

‘Ik wek door mijn lichaamstaal misschien soms de indruk niet gemotiveerd te zijn, maar het tegendeel is waar. Of het om een spelletje padel gaat of een oefening op training: ik haat verliezen. We zijn ook nog niet helemaal veilig. Van onze resterende vijf wedstrijden moeten we er minstens één winnen om safe te zijn. En dan een goede PO2 spelen, anders wordt dit toch een heel grijs seizoen. Toen ik hier tekende, was PO1 nochtans de ambitie. Er zouden transfers gedaan worden… Maar de club heeft andere keuzes gemaakt.’

5. Zondag sta je tegenover je ex-ploegmaats Bjorn Engels en Stefano Denswil. Weet je nog welke de zwakke knie is van Engels?

(grijnst) ‘Zijn schouder en heup ook niet vergeten. Het blijft speciaal om tegen Club te spelen, omdat ik er nog veel spelers ken – bij Anderlecht is dat ondertussen al een pak minder. Zowel bij Anderlecht als bij Club heb ik veel waardering gevoeld van supporters en bestuur. Spijt van mijn vertrek bij Club heb ik niet, mijn laatste jaar daar was heel goed. Europees zijn we ver geraakt, we wonnen de beker en deden in de play-offs lang mee voor de titel. Niets garandeerde mij dat het seizoen erop even succesvol zou zijn. Bij Bursaspor was het sportief minder, maar toch kijk ik er met plezier op terug omdat ik er veel tijd kon doorbrengen met mijn gezin. Het enige dat ik mis, is een WK of EK – en ik denk niet dat dat er nog van zal komen. (lacht) Je kunt altijd denken dat er nog meer in zat, maar het had evengoed minder kunnen zijn.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content