Eupen lijkt ideale bekertegenstander voor Zulte Waregem

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Zulte Waregem kan vanavond een belangrijke stap zetten richting zijn derde bekerfinale sinds het in 2005 naar de hoogste klasse promoveerde. En dat tegen een (schijnbaar) ideale tegenstander. Essevee-watcher Jonas Creteur legt uit waarom.

De kans dat Zulte Waregem voor een derde keer de eindstrijd in Brussel haalt, is reëel, gezien de opponent in de halve finale, KAS Eupen. Niet alleen wegens het kwaliteitsverschil – de fusieclub staat derde in de competitie met 40 punten, de Oostkantonners sprokkelden de helft bijeen, goed voor een 13e stek -, maar ook wegens de aanvallende spelstijl die Eupentrainer Jordi Condom hanteert. Ook incasseerde Eupen al 50 treffers, vier meer dan de op een na zwakste verdediging (Westerlo) en 30 meer dan Zulte Waregem.

En laat dat Essevee net in een periode zitten waarin het moeilijk de weg naar doel vindt: sinds de viering van de herfsttitel slechts vijfmaal in zes matchen. Bovendien in geen enkele wedstrijd meer dan één keer. En van die vijf goals vielen er twee op een stilstaande fase: een kopbal van Obbi Oulare na een corner op Standard en een vrijschop van Brian Hamalainen op Lokeren. Op KV Oostende onderschepte Lukas Lerager, dankzij een hoge pressing, ook een slechte pass op het middenveld. Slecht twee goals dus na een uitgespeelde aanval.

Een groot contrast met de heenronde toen Mbaye Leye en co 27 keer scoorden, gemiddeld 1,8 goal per match. In vier van de zes matchen sindsdien had Zulte Waregem nochtans ruim 50% balbezit maar het kon dat niet echt omzetten in doelgevaar. Veelzeggend is de daling van het gemiddeld aantal doelpogingen (9,93 in de heenronde, 6,33 in de laatste zes matchen) en van het aantal corners (6,2 vs. 3,3). Dat weerspiegelde zich ook in het puntenaantal: 73,33% in de heenronde, sindsdien 38,88%.

De reden voor die geslonken productie: tegenstanders die zich steeds specifieker instellen op Zulte Waregem en alsmaar meer in de organisatie spelen. De grote kracht van de herfstkampioen was/is het collectieve combinatiespel, door juist positiekiezen en de juiste looplijnen – Dury’s stokpaardjes. Wanneer dat echter minder loopt – door aanpassingen van de tegenstanders, het gebrek aan frisheid in december, de mindere vorm van Mbaye Leye (twee goals in de laatste vijftien competitiematchen), tegenvallende (en intussen vertrokken) in/aanvallers als Vetokele en Oulare -, mist Essevee een explosieve speler die met een individuele flits een match kan openbreken. Een ’type Izquierdo’ die Dury er al op de stage in Spanje zeer graag bij gewild had, maar die nog in de pijplijn zit, tot ergernis van de coach.

In afwachting daarvan focuste Dury in Marbella op het tactische werk. Om zijn elftal flexibeler en minder voorspelbaar te maken introduceerde hij varianten in de opbouw en de omschakeling. Dat zou woensdagavond tegen Eupen al moeten renderen, en zaterdag bij buur KV Kortrijk, waar Zulte Waregem de voorbije drie derby’s slechts twee keer kon scoren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content