Genk houdt van Brussel

© BElga image

In de competitie zaten de Genkse tribunes niet vol, maar als de bekerfinale wenkt, worden de supporters wakker.

Ruim 17.000 tickets van de hen toegewezen 20.000 had KRC Genk afgelopen weekend aan de man gebracht voor de bekerfinale. Tot zondag liep de voorrangsperiode voor de abonnees. Deze week contacteert de club de kandidaat-ticketkopers die zich hadden laten registreren op de wachtlijst. Daar stonden afgelopen weekend bijna 8000 namen op. Die zullen er niet allemaal bij geraken, maar wel een voorstel krijgen voor een miniabonnement in play-off 1. Het geeft aan dat KRC Genk nog leeft bij de aanhang, ook al waren dit seizoen bij thuiswedstrijden vaak veel lege plekken te zien.

Commercieel directeur Stephan Poelmans is blij, maar niet verrast: ‘Dit hadden we wel verwacht. Toen we 20.000 plaatsen toegewezen kregen, hebben we gezegd: als we die niet kunnen verkopen, hebben we een probleem. Dit betekent wel dat de club weer opleeft, het is een positief signaal.’

Er gaan dus meer Genkse supporters naar de Heizel dan er de thuismatchen in competitie bijwoonden. Van de 15.500 Genkse abonnees, ongeveer evenveel als vorig jaar, bleven er gemiddeld een paar duizend weg bij elke thuiswedstrijd. Het is een van de werkpunten voor de club, zegt Poelmans, die beseft dat de dalende trend van de laatste jaren moet aangepakt worden, maar de cijfers ook niet dramatiseert: ‘Toen we kampioen werden onder Sef Vergoossen hadden we het seizoen daarna 21.000 abonnees. Dat is nog altijd ons record, maar dat kwam ook omdat er een voorrangsregeling was voor de CL: wie geen abonnement nam, geraakte ook moeilijk aan een miniabonnement voor de Champions League. Ook toen we onder Frankie Vercauteren kampioen werden, zagen we een stijging in het abonnementenaantal, om dezelfde reden. Maar het neemt niet weg dat we ons moeten afvragen hoe we de beleving in het stadion nog beter kunnen maken. Zo weten de mensen die naar ons komen kijken dat ze een mooiere ervaring mee krijgen dan wie thuis op tv de matchen volgt.’

Voor de vijfde opeenvolgende keer zal Genk dus zijn volledig contingent kaarten aan de man brengen, gesteund door de cijfers (het won zijn vier vorige finales met een doelpuntenverhouding (13-1). De eerste keer in 1998, toen het Club Brugge met 4-0 klopte, kreeg elke club maar 10.000 kaarten omdat het Koning Boudewijnstadion verbouwd werd met het oog op het EK 2000, waardoor de capaciteit toen beperkt bleef tot 20.000 plaatsen. In 2000, toen het van Standard won met 4-1, kregen beide teams net zoals nu 20.000 tickets. Dat was ook zo in 2009 toen het KV Mechelen klopte. In 2013 verzaakte de andere finalist, Cercle, waartegen het met 2-0 won, aan een groot aantal beschikbare plaatsen, en kreeg Genk er in plaats van 20.000 liefst 30.000, die het ook allemaal aan de man bracht.

De rush naar kaarten staat in schril contract met de opkomst voor de halve finale van de beker, toen net geen 8000 kijkers opdaagden tegen KV Kortrijk. Maar dat, zegt Poelmans, is niet alleen een probleem van Genk: ‘Dat komt ervan als je een wedstrijd laat aanvangen op een dinsdagavond om kwart voor negen, in de koudste periode van het jaar.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content