Genk op kruissnelheid: ‘Met dit team en deze spirit moeten we van niemand bang zijn’

© KOEN BAUTERS
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Het duurde even, maar in Genk zijn ze op kruissnelheid. Net op tijd voor de bekerfinale tegen Standard. Koen en Jos Daerden kijken ernaar uit. ‘Ik heb nooit verborgen dat ik fan ben van Standard. Ik wens hen nog altijd veel succes, maar niet tegen ons.’

Voor de fotograaf gaan vader en zoon het oefenveld op met een bal onder de arm. JosDaerden is assistent bij de A-ploeg, voor hem voelt gras nog heel gewoon. De ander moet het veel meer missen en dat zie je direct. Onmiddellijk begint Koen met de bal te jongleren. Sinds 2014 is hij technisch directeur bij de jeugd, maar veel van zijn job speelt zich af op kantoor. ‘Iets te veel bureauwerk naar mijn goesting, maar dat hoort erbij. Heel veel gesprekken dezer dagen met iedereen van de U21. Dat is de afgelopen vier jaar gigantisch geëvolueerd, hoor ik ook van Roland Breugelmans, het hoofd van de opleiding. Mensen zijn veel mondiger geworden, veeleisender. Worden ook begeleid door een heleboel mensen, aangesproken door scouts, makelaars. Daar zit ook een heel grote taak voor ons, in de begeleiding, praten met al die mensen.’

Je moet eens zien wie we allemaal moesten opstellen na de winterstop. Jongens die nu de bank niet meer halen.

Jos Daerden

Het kan nog een mooi seizoen worden. Bekerfinale, play-off 1. Hadden jullie dat twee maanden geleden gedacht?

Jos Daerden: ‘Om eerlijk te zijn: ja! Zeker ben je natuurlijk nooit, maar je hebt ook onze competitie gezien. Geen enkele ploeg, op Gent na, zette na Nieuwjaar een serie neer. Daardoor bleven de verschillen klein. Zie wat Kortrijk overkwam. Van bijna laatste naar plaats vijf en dan weer een tuimeling. Het is een hele rare competitie geweest.’

Maar uiteindelijk bevestigden jullie met resultaten de aanwezigheid van veel talent.

Jos Daerden: ‘Niet vergeten dat wij veel blessures gehad hebben en dat je de impact van vorig seizoen, de 65 wedstrijden die we toen speelden, niet kunt wegcijferen. Heel veel spelers kwamen niet fris terug of stapten laat in. Alejandro Pozuelo, SanderBerge, alle internationals in feite. In het begin heeft dat zijn tol geëist. Zelfs Philippe Clement heeft dat nog meegenomen na de winterstop, je moet eens zien wie we allemaal moesten opstellen. Jongens die nu de bank niet meer halen. Ze hebben gepresteerd tot ieders tevredenheid, maar met alle respect voor hun kwaliteiten: er is nog een verschil met wat er nu staat.’

Hoe dicht ben jij betrokken bij de A-ploeg?

Koen Daerden : ‘Onder AlbertStuivenberg meer. Die vroeg dat ook, veeleisend als hij was voor iedereen. ‘Kom binnen!’ Hij was heel zichtbaar. Zeker één keer om de twee weken kwam hij hier naar de wedstrijden kijken, van de allerkleinsten tot de U21. In dat opzicht vond ik het jammer dat van Albert en RobMeppelink afscheid werd genomen. Philippes focus als nieuwe trainer lag bij het eerste elftal. Die draad pikken we weer op na de bekerwinst.’

Heb jij veel contact met de jongeren die doorschuiven naar de A-kern?

Koen Daerden: ‘Minder. Vorig jaar zorgde Rob voor de verbinding tussen A-elftal en jeugd. Nu zorgt DomenicoOlivieri daarvoor.’

Standard

Genk viert deze zomer zijn dertigjarig bestaan. De beker zou een mooi cadeau zijn.

Jos Daerden: ‘Die bekertraditie, vier keer winst, is door de jaren heen opgebouwd, laat ons hopen dat het bevestigd blijft. Voor het Belgisch voetbal is het een mooie affiche, Genk-Standard spreekt iedereen aan. Koen heeft zelf nog een bekerfinale gespeeld en wij hebben beiden een Luiks verleden. Ik heb nooit weggestoken dat ik van kindsbeen af supporter was van Standard. Ik wens ze nu nog altijd heel veel succes, behalve tegen ons. Ik ga graag naar Standard, echt waar. Ik word er nog altijd warm ontvangen. Als ik er kom, probeer ik er een uur voor de wedstrijd te zijn, om de anderen zien: Christian Piot, Leon Semmeling, ErikGerets, WilfriedVan Moer, Guy Hellers… Ook de supporters beseffen dat het de laatste generaties zijn waarmee ze zich nog een beetje kunnen vereenzelvigen. Nu blijven spelers veel korter. Ze willen er altijd een paar met wie ze een band hebben, zoals Carcela omdat hij van Luik is. Ze vergeten ex-spelers niet snel.’

Voel jij dat ook, Koen?

Koen Daerden: ‘Minder dan pap. Ik heb niet zijn successen gehad.’

Wilfried Van Moer zegt: het is al gelopen, Genk wint de beker!

Jos Daerden: ‘We kennen Wilfried hé. Altijd een uitgesproken mening, een liefhebber die makkelijk toegeeft dat een ploeg sterker is. Een beetje overdreven, maar hij ziet wel dat het op dit moment op verdedigend vlak wat stroever loopt. Met Agbo en Laifis missen ze twee spelers. Laifis en Luyindama waren op elkaar ingespeeld, met Koutroubis moet dat nog groeien. En dan roept Wilfried dus: Genk wint. Met een redelijke korrel zout te nemen, want ik vind dat Standard op aanvallend gebied enorme kwaliteiten heeft.’

Koen Daerden (links): 'Albert Stuivenberg kwam één keer om de twee weken naar jeugdwedstrijden kijken. Philippe Clements focus als nieuwe trainer lag bij het eerste elftal. Logisch.'
Koen Daerden (links): ‘Albert Stuivenberg kwam één keer om de twee weken naar jeugdwedstrijden kijken. Philippe Clements focus als nieuwe trainer lag bij het eerste elftal. Logisch.’© KOEN BAUTERS

Zelfs na het verdwijnen van Sá?

Jos Daerden: ‘Dat is een gemis, daar moeten we niet flauw over doen. Maar Carcela, Emond, Cop, Edmilson en Mpoku kunnen op klasse een wedstrijd beslissen. De centrale spitsen zijn werkers, maar alles wat op de flanken voetbalt, kan individueel beslissend zijn.’

In hoeverre vissen Standard en Genk in elkaars vijver wat de jeugd betreft?

Koen Daerden: ‘De afgelopen jaren absoluut, wij gaan kijken bij elkaar, maar met de verandering van de opleidingsvergoedingen zal dat allicht bij alle clubs worden herbekeken. Wij proberen dat wel te beperken, zeker in de bovenbouw. Vorig jaar hebben we één jongen naar Standard laten gaan en eentje is naar hier gekomen.’

Wegens de taalbarrière?

Koen Daerden: ‘Wegens de schoolbarrière. We hebben een zevental Franstaligen in de opleiding, die jongens gaan daar naar school en komen altijd wat later naar de club, omdat ze 45 tot 50 minuten moeten rijden. De afspraken met de scholen zijn wat lastiger. Zij zitten op vijf verschillende scholen, hier zit 85 procent van de jongens op dezelfde school.’

Jeugd

Als we even wat transfers overlopen: Seck is 28, Ndongala 26, Vukovic 32.. Genk kocht dit seizoen ervaring.

Jos Daerden: ‘Soms is die noodzaak er, maar de insteek zal altijd de jeugd blijven. Er moet wel wat maturiteit rond de jeugd staan. Het grote voordeel van Seck was: het moest op de korte termijn, na het uitvallen van Sander Berge en BryanHeynen, en Seck kende al de competitie.’

Welke kwaliteit levert de opleiding af?

Jos Daerden: ‘Technische bagage hebben ze voldoende. Fysiek? Sommigen wel. RubinSeigers heeft beide, maar andere jongens, Paolo Sabak bijvoorbeeld, zijn inderdaad flyers. Sommige ploegen kiezen voor grote, sterke jongens, Genk zoekt ook naar mannen die wat mobieler zijn, behendiger, sneller. Goeie voetballers spelen uit het duel. Maar je moet wel zorgen dat je een goeie mix hebt.

Bij de U14 en U16 zitten jongens die al eens naar de ref gaan. We hoeven die niet direct af te remmen. Pak maar eens geel.

Koen Daerden

‘Wat nog meer mag benadrukt worden, is het belang van het resultaat. Leren om een lelijke’ wedstrijd te winnen. We speelden onlangs met de beloften Standard zoek, maar het vertrouwen ging op een gegeven ogenblik over in hautain voetbal. Daardoor werd Standard giftig en ging men schoppen – ik zou dat ook gedaan hebben. Het gevolg was dat het op het einde 2-2 stond en geen 1-5 of 1-6. Goed dat zoiets gebeurde, vond ik, weer een leermoment.’

Dat laatste stapje zetten blijft ook hier moeilijk.

Jos Daerden: ‘Klopt. Dat is algemeen een probleem van onze beloftencompetitie. In juli speelden we een oefenwedstrijd tegen Eendracht Termien. De jonge talenten moesten plots tegen mannen spelen en hadden alle moeite om met 1-2 te winnen. Als ze over twee jaar bij de amateurs gaan voetballen, zoals het plan is, komen ze tegen Bocholt en anderen te staan. Tegen mannen als Bjorn Ruytinx die wat etteren en klappen uitdelen. Vaak worden ze daar nu pas mee geconfronteerd als ze in de eerste ploeg komen.’

Koen Daerden: ‘Dat die oplossing er over twee jaar komt, is de hoop van heel veel clubs. Het beste voorbeeld is Nederland, waar Jong Ajax leidt in de tweede afdeling. Ik weet dat er van de amateurclubs veel kritiek op komt, en ik begrijp die, maar voor het voetbal is het absoluut noodzakelijk.’

Stroomt er wel volk door van Jong Ajax naar Ajax 1?

Jos Daerden: ‘Ze mogen ook doorstromen naar andere elftallen. Het is niet omdat je verhaal hier bij de beloften stopt, dat je niet blij moet zijn met je opleiding. Er wordt buiten Genk ook gevoetbald, hoor. Ajax levert ook spelers af voor andere clubs uit het betaald voetbal. Hier gebeurt dat ook.’

Koen Daerden: ‘We hebben hier een lijst van twee A4’s van jongens die door Genk werden opgeleid maar elders voetballen. ThibautCourtois en KevinDe Bruyne en nu LeandroTrossard en SiebeSchrijvers zijn de mannen die opvallen, maar mij gaat het ook om de jongens die daaronder komen. De grootste uitdaging is de begeleiding bij de laatste stap. Er gaat niks boven de praktijk tegen volwassen spelers. Hoe ga je om met intimidatie, scheidsrechters, supporters?’

Jos Daerden: 'Voor jongeren gaat niks boven de praktijk tegen volwassen spelers. Hoe ga je om met intimidatie, scheidsrechters, supporters?'
Jos Daerden: ‘Voor jongeren gaat niks boven de praktijk tegen volwassen spelers. Hoe ga je om met intimidatie, scheidsrechters, supporters?’© KOEN BAUTERS

Jullie hebben beiden een Nederlands verleden, maar moeten we ook niet wat meer naar Frankrijk kijken, hoe ze daar talent aan de lopende band opleiden?

Koen Daerden: ‘Ze zijn er wel aan het afstappen van hun centres de formations. Het idee om ze allemaal van ’s morgens tot ’s avonds samen te houden, school én training, laten ze langzaam varen. Maar talent is er zeker. We moeten inderdaad niet altijd kijken naar Ajax, PSV of AZ.’

Brave jongens

In het succes van de laatste weken speelde Siebe Schrijvers, zowat het uithangbord van de jeugd, een veel kleinere rol.

Jos Daerden: ‘Ik denk dat hij op een bepaald moment het vertrouwen kwijtraakte. Dat was nieuw voor Siebe. Door dit moment moet hij door. En hier wordt nooit een onderscheid gemaakt, of ze nu uithangborden zijn van de jeugd of niet. Het gaat bij de A-ploeg om dat ene cliché: de beste elf spelen. Ik heb dat zelf ook meegemaakt. Ik neem over bij Germinal Beerschot en ineens gaat het lopen, met Ivan Leko op de bank. Een schitterende voetballer, maar ik had geen plaats voor hem. Haroun, Goor, Wamfor en De Decker, dat werkte ineens. Na de winterstop vielen er een aantal uit en op het moment dat ik Ivan kon gebruiken, ging die naar Lokeren. Was Ivan daarom een slechte voetballer? Helemaal niet. Hij heeft trouwens nu hetzelfde voor met Refaelov.’

Koen Daerden: Siebe is een beetje het prototype van de jeugdspeler die wij afleveren. Ook dat Limburgse. We hebben daar met Albert Stuivenberg weleens een discussie over gehad. Het zijn bescheiden, brave jongens. Goeie voetballers, maar niet dat venijnige, dat stukje arrogantie, de profilering van: ik ben hier, ga jij maar effe aan de kant.’

Dat soort jongens zijn vaak in een opleiding de moeilijkste.

Koen Daerden: Moeilijk… Het is hoe je met hen omgaat. We hoeven geen elf koorknapen te hebben bij U14 en U16. Er zitten daar wat jongens bij die al eens naar de scheidsrechter gaan. Dan hoeven wij hen niet direct af te remmen. Pak maar eens geel… Stilaan zien we dat wel.’

Ambities

De tickets voor de bekerfinale vlogen de deur uit. Is de moeilijke relatie met het publiek rechtgezet?

Jos Daerden: ‘Er is een tendens dat het bijna overal minder is, maar hier liep het niet in het begin van het seizoen en op een gegeven moment is dat publiek zich tegen de ploeg gaan keren, dat klopt. Dat is wat hersteld, met mondjesmaat. Een bekerfinale staat daar wat los van, dat leeft altijd. Als we tickets voor het hele stadion hadden gekregen, waren die ook de deur uit gegaan. En bij Standard wellicht ook.’

Had hun onvrede te maken met het gegeven dat jullie zo moeilijk een thuiswedstrijd konden winnen?

Jos Daerden: ‘Ja. Op een gegeven moment waren wij samen met Lokeren de slechtste thuisploeg. Moeilijk uit te leggen, want op verplaatsing waren we dan weer de beste. Op een bepaald moment voelden de spelers de druk, na een paar matchen was het al ( blaast) top drie, de titel misschien… en thuis kun je niet winnen van Waasland-Beveren, Oostende, Lokeren…’

Dat uitspreken van de ambities was fout, zei Clement onlangs.

Jos Daerden: ‘Achteraf hebben ze dat toch ingezien. Wij moeten altijd zeggen: top zes. Play-off 1. En dan is alles mogelijk. Maar op basis van wat is geweest prognoses maken voor het volgende seizoen? Sommige spelers waren een paar maanden top. Maar wie zegt dat ze het volgende jaar nóg beter zullen worden, omdat Europees voetbal wegvalt? Ze konden inderdaad meer trainen, maar dit seizoen hebben we gevoeld dat ze dat opnieuw moesten leren. Dat klinkt raar hé, maar sommige jongens hadden echt een seizoen lang een ritme van wedstrijden gevolgd door een hersteltraining. Nu waren er géén midweekwedstrijden en moesten we het conditioneel opnieuw aanleren. Ik ben het wel niet eens met de stelling dat ze vorig seizoen alleen goed voetbal brachten in play-off 2. We hebben ook in andere wedstrijden onze wil opgelegd.’

Jullie beste schutter telt vijf goals. Zo heb je er wel een paar, maar toch, het is weinig. Ligt daar een angel?

Jos Daerden: ‘Dat is een gegeven, ja. NikosKarelis is lang geblesseerd geweest. MarcusIngvartsen had een aanpassingsperiode nodig. Die kwam heel laat in de voorbereiding, met achterstand, naar een nieuwe competitie. Het is niet de eerste speler die in zijn eerste jaar wat stagneert. AllySamata een paar keer out geweest. En de automatismen ontbraken. Met Ibra erbij is er weer wat dynamiek en Ndongala brengt kwaliteiten die we niet meer hadden na het vertrek van Boëtius. Wat ik ook merk: nu het weer beter gaat, is iedereen terug. We hadden er vandaag 27 op training.’

De finale komt eraan!

Jos Daerden: ‘Dat is zo. Op momenten dat het minder loopt, voelen ze pijntjes en denken ze wat sneller dat het niet gaat lukken. Maar nu zijn ze er. Dat is des mensen.’

Koen Daerden: ‘Nu zijn er jongens die in de tribune zitten, terwijl ze een paar maanden geleden nog in de basis stonden. Of omgekeerd. Een paar maanden geleden moest DriesWouters meer in de tribune zitten en met de beloften spelen dan hem lief was. Dan denk je: wat gaan we doen? Hij tekent een contract met de idee van uitlenen, zodat hij meer wedstrijden kan spelen, en dan komt Philippe en voor hetzelfde geld steekt hij volgend weekend de beker in de lucht. Zo snel gaat het soms, in de twee richtingen. Dat maakt het scherp, voor iedereen. En dan haken sommige jongens aan en anderen af. Maar die analyse is iets voor volgend jaar.’

Wat zijn na de bekerfinale de ambities in play-off 1?

Jos Daerden: ‘Wedstrijd na wedstrijd bekijken. Met het team dat er nu is en de spirit die Philippe erin bracht, moeten wij van niemand bang zijn. Je moet iedere week top zijn, maar het zal soms makkelijker zijn om thuis tegen Brugge of Anderlecht te voetballen dan tegen Mouscron.’

De nieuwe Courtois

Thibaut Courtois zal in Genk altijd wel een referentie blijven, maar naar verluidt zijn ze er ‘de nieuwe Courtois’ aan het opleiden. Koen en Jos Daerden glimlachen allebei.

Koen: MaartenVandevoordt is net zestien en heeft zondag getekend, ja, maar wat je net zei, is het grootste gevaar voor die jongen. We zijn heel blij dat hij blijft en hij heeft zeer veel kwaliteiten, absoluut, maar hij is nog jong.’

Jos: ‘Hij heeft al meegetraind onder Albert Stuivenberg en Philippe Clement heeft hem nu ook aan het werk gezien op stage. Veel kwaliteiten, maar.. Die vergelijkingen altijd. Kevin De Bruyne en Thibaut Courtois, daar worden die jongens altijd mee vergeleken. Ajax zat hier met zúlke ogen te kijken. Het is een moderne keeper, maar…’

Koen: ‘…hij wordt volwassen, gaat nu geld verdienen met voetballen, komt in een volwassen wereld terecht. Hoe gaat zo’n jongen daar mentaal mee om, de dag dat hij de stap naar het eerste elftal zet? Voor de club ligt daar een heel grote taak. De aandacht, mensen die naar hem vragen: gaan zijn prestaties daaronder lijden of niet? Veel keepers hebben zoiets van: laat maar glijden, ik doe mijn ding. Hij ook, dat is positief.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content