‘God zal me alleen helpen als ik ook mezelf help’

© BELGAIMAGE

Als het louter van zijn professionele winnaarsmentaliteit afhangt, dan heeft KAA Gent met Igor Plastun (27) een topper in huis gehaald. Een kennismakingsgesprek met de Oekraïense verdediger. ‘Voetbal is mijn werk, mijn passie, mijn leven.’

Een stugge, norse Oostblokker die alleen standaardzinnetjes in halfbakken Engels uitkraamt? Dat is Igor Plastun in geen geval. Fysiek heeft hij met zijn blonde haren, blauwe ogen en rijzige gestalte (1m93) meer weg van een Zweed, zijn glimlach is ontwapenend en in het Engels kan hij zich meer dan verstaanbaar maken. ‘Geleerd op school, maar vooral de voorbije twee jaar bij Ludogorets in Bulgarije. Daar zaten veel nationaliteiten, dus móést ik wel Engels spreken. Met mijn vrouw heb ik er ook enkele weken les gevolgd, en ik ben van plan om dat ook hier in België te doen. Het kan me helpen als voetballer, en in het dagelijkse leven – hetzelfde geldt voor Tatyana. We zijn immers niet van plan om ons in ons huis op te sluiten. Maar dan moet je tenminste met de mensen kunnen praten.’

Een kampioensfeest zoals in 2015, met bootjes tussen die tienduizenden supporters varen: dat wil ik graag eens meemaken.

Igor Plastun

Een beetje opgesloten voelde Plastun zich in de weken voor de competitiestart wel, toen hij eenzaam in een hotel logeerde in afwachting van de komst van zijn vrouw, zijn zoontje Daniel (3) en dochtertje Diana (8 maanden). ‘Bijna twee maanden, sinds de start van de voorbereiding in Ludogorets en de onderhandelingen/verhuizing met/naar Gent, heb ik ze moeten missen. Maar na de eerste competitiematch zijn ze eindelijk in België aangekomen. Na enkele dagen hotel – niet eenvoudig met twee kinderen – konden we naar ons huisje in Heusden verhuizen. Een moeilijke periode, ja. Ik zat na de trainingen en de oefenwedstrijden altijd in mijn hotelkamer, kon alleen naar huis bellen. Nu kunnen we tenminste weer samen gaan wandelen, met de kinderen buitenspelen. Life is good now!‘, lacht hij breeduit.

Opvallend: Plastun spreekt over een huis(je) in Heusden, weg van de drukte van het Gentse centrum. ‘Ik ben nochtans geboren en getogen in Kiev, een stad van vier miljoen inwoners, en dus gewend aan veel volk rondom mij. Maar met Daniel en Diana woon ik liever ergens rustig, met een tuin erbij. En de Gentse binnenstad is niet ver weg, hé. Ik heb er net als in Brugge ( waar zijn makelaar SerhiySerebrennikov woont, nvdr) met mijn ouders al eens rondgewandeld en kwam er ogen tekort. Sprookjesachtig mooi, die middeleeuwse gebouwen. Het kampioensfeest van KAA Gent in 2015 waarvan ik al enkele foto’s zag, dat moet fantastisch geweest zijn, met bootjes tussen die tienduizenden supporters varen. Dat wil ik graag eens meemaken. ( lacht) En zodra we helemaal gesetteld zijn, wil ik met Tatyana ook nog andere steden in België bezoeken. Maar eerst wil ik me concentreren op mijn voetbalcarrière.’

Idool Sjevtsjenko

Een loopbaan die, zoals van veel voetballers in Oekraïne, kiemde op straat. ‘Mijn moeder was huisvrouw, mijn vader is buschauffeur in het centrum van Kiev. In armoede ben ik – naar Oekraïense normen – niet opgegroeid, maar we leefden allerminst in luxe. Veel hadden mijn broer en ik echter niet nodig, we speelden toch constant buiten. Voetballen, op elk vrij moment voor en na school. Natuurlijk Andrij Sjevtsjenko imiteren, voor ieder van mijn leeftijdsgenoten hét idool.’

Van de straat ging het naar het voetbalveld, bij Obolon Kiev, waar Plastun alle jeugdrangen doorliep en op zijn achttiende zijn eerste profcontract tekende. Hij debuteerde er in de Persha Liga, de tweede klasse, en promoveerde meteen naar de Premier Liga, waar de centrale verdediger zes seizoenen vaste waarde werd – twee jaar bij Obolon, vier bij Lviv in het westen van Oekraïne, ruim 500 km van Kiev.

In 2016/17 zette Plastun, die eerder ook op de radar van Standard en Club Brugge had gestaan, op zijn 25e een stap hogerop, van Karpaty Lviv naar de Bulgaarse topclub Ludogorets Razgrad. Een trede die aanvankelijk zeer hoog leek. ‘Een moeilijke periode. In het dagelijks leven – Bulgaars is toch anders dan Oekraïens – en in het voetbal, want in het eerste seizoen telde ik vooral splinters op de bank. En dat na zes jaar waarin mij altijd werd gezegd: ‘ Igor, good, good, good!‘ Plots was het niet meer zo good. Achteraf gezien was het echter een goeie leerschool, vooral op mentaal vlak. Ik dacht toen té veel na, te negatief vooral. Maar ik heb mijn mind veranderd, geleerd dat je in zo’n periode vooral positief moet blijven denken, hard moet werken en dat dan uiteindelijk alles goed komt. En zo geschiedde, want in het tweede seizoen speelde ik bijna elke match.

‘Ook dan stond ik onder druk, want verliezen, of zelfs gelijkspelen, was uit den boze bij Ludogorets ( de jongste zeven jaar telkens kampioen in Bulgarije, nvdr) Niet zozeer omdat de rijke eigenaar dat niet tolereerde – hij was de grootste supporter – maar je voelde gewoon dat dat door de fans, de pers, door iederéén verlangd werd.’

Verdedigen op Cavani

In de Champions League en de Europa League bleek de druk iets minder hoog. ‘Daar heb ik kennisgemaakt met het échte topvoetbal, want op Ludogorets na stelt het Bulgaarse voetbal, met alle respect, weinig voor. Vooral de wedstrijd op PSG blijft me bij, toen ik tegenover Edinson Cavani stond. Hij scoorde wel, maar ik hield er een goed gevoel aan over en besefte dat je in zulke matchen, in élke match, als centrale verdediger elke seconde honderd procent geconcentreerd moet zijn. Een spits, zeker op dat niveau, is een roofdier dat op elk moment kan toeslaan. En dus moet je voortdurend klaar zijn om op zijn bewegingen te anticiperen en te reageren. Doe je dat niet, dan zijn álle spitsen goed, zelfs die in de Bulgaarse competitie.’ ( lacht)

Plastun moest er niettemin vaak toekijken hoe zijn ploegmaats op de helft van de tegenstander speelden. ‘Zo leer je als verdediger niet veel bij, hé. Toen AA Gent in juni een bod bij Ludogorets uitbracht, heb ik daarom geen seconde geaarzeld. Ik moest deze stap zetten. In de eerste matchen, tegen Standard en Zulte Waregem, heb ik al meteen het verschil gemerkt qua spelniveau, qua beleving en accommodatie ook. Nog verder dan Gent denk ik trouwens niet. Ik focus altijd op vandaag en morgen, nooit op de verre toekomst. Dat leid je alleen maar af van wat je moet doen als voetballer: werken, hárd werken.’

Niet toevallig sprak coach Yves Vanderhaeghe al lovend over zijn nieuwe verdediger, als een modelprof met de oude Oostblokmentaliteit. ‘Voetbal is mijn leven, mijn werk, mijn passie. Daar doe ik alles voor. Ik vraag me voortdurend af hoe ik beter kan worden en probeer elke match te analyseren. Ik verzorg ook mijn lichaam: elke dag in de gym, op mijn voeding letten, zelden alcohol drinken. Heb ik daarom nog nooit een ernstige blessure opgelopen? Misschien, ik weet het niet, maar hopelijk blijft het zo ( neemt het hout van zijn stoel vast, nvdr) Eén zaak is wel zeker: mijn carrière zal rond mijn 35e afgelopen zijn, dus moet ik er nú alles uit halen.’

Plastun gelooft, nadat hij al verschillende boeken over psychologie heeft gelezen, ook heel erg in de power van de mind. ‘Hoe je álles kunt bereiken als je er maar genoeg in gelooft en ervoor werkt. Vandaar ook de tattoo – naast die op mijn kuit, met de geboortedata van mijn vrouw en kinderen – die ik zes maanden geleden op mijn linkerpols heb laten zetten. Met het motto dat al vier jaar in mijn hoofd zat, toen ik na een mindere periode bij Karpaty Lviv er weer bovenop kwam. ( Leest voor terwijl hij zijn pols draait, nvdr) ‘ Love, work, faith create miracles. Thank God for all.

‘Ik weet nochtans niet precies wie God echt is, maar ik ben er wel van overtuigd dat Hij me alleen zal helpen, als ik ook mezélf help. En dat als je ook andere mensen goed behandelt – zoals ik in dit interview met jou probeer te doen – je daar vroeg of laat voor beloond wordt. Of ik veel naar die tattoo kijk, voor elke match? Neen, dat niet, zo bijgelovig ben ik niet. ( lacht) Dat heb ik niet nodig om me elke keer meer dan 100 procent in te zetten. Voetballers zonder die échte winnaarsmentaliteit, die begrijp ik niet.’

‘Het héle team moet de leider zijn’

Bij KAA Gent probeert Igor Plastun de verdediging te leiden door het goede voorbeeld te geven, veeleer dan met woorden. ‘Ik ben hier pas twee maanden, hé. Geef me nog wat tijd. Sowieso ben ik niet iemand die voor een match zijn medespelers met een ‘ come on!‘-peptalk motiveert. Ik spreek wel op het veld, maar simpele zaken: right, left. Bovendien vind ik dat een team niet één leider mag hebben. Het héle team moet de leider zijn. Eén geheel. De coach hecht alleszins veel belang aan een goeie groepssfeer. Onlangs werd een teambuilding/tuinfeest georganiseerd met alle vrouwen en kinderen van de spelers en met de clubmedewerkers. Een mooi initiatief, want pas als je een hechte familie vormt, kan je ook moeilijke periodes overwinnen.’

Plastuns dichtste ‘familielid’ bij de Buffalo’s is logischerwijs zijn landgenoot RomanJaremstjoek. ‘Altijd leuk om ook hier Oekraïens te kunnen spreken, zelfs onderling grapjes te maken zonder dat iemand ze begrijpt. Over voetbal, hé ( lacht). Met Roman heb ik naast het voetbal wel nog niet afgesproken. Hij woont hier samen met zijn vrouw, ik wilde geen vijfde wiel aan de wagen zijn. Maar nu Tatyana hier gearriveerd is, zullen we zeker eens gaan eten met zijn vieren. Dan zijn de vrouwen ook happy.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content