Het goud van KRC Genk

© belgaimage

Er zit niet langer steenkool in de Genkse ondergrond, maar goud. Voetbalgoud. Net als vorige zomer verkocht KRC Genk geen van zijn goudhaantjes, op Siebe Schrijvers na, die zelf weg wilde, en Omar Colley die naar Italië trok. Maar een noodzaak was dat niet.

Met een zucht van opluchting begroette RC Genk vrijdagavond het eind van de zomermercato. Tot het laatste uur was het afwachten of geen Spaanse club het bedrag zou neerdokken dat in het contract van Alejandro Pozuelo was vastgelegd voor een mogelijk vertrek. Die clausule is het enige wat de Limburgse club, die zich donderdag in Kopenhagen verzekerde van een maandenlang Europees avontuur in de Europa League, onzeker maakte in die laatste week van de zomertransferperiode.

Genkvoorzitter Peter Croonen omschrijft de situatie van de Spanjaard de laatste weken als volgt: ‘Pozuelo is fantastisch bezig, voelt zich enorm goed bij Genk, leeft op bij de aanpak van onze trainer en weet dat hij hier belangrijk is en dat wij het voetbal spelen dat op zijn maat geschreven is. Hij wil niet naar om het even welke club, maar er zijn wel een paar teams die zijn interesse wegdragen. Als één van die clubs de in een clausule omschreven som had neergeteld, was hij weg zonder dat we daar iets aan hadden kunnen doen.’

Vooruitziend trok de fusieclub daarom nog vorige week de 22-jarige Kroaat Ivan Fiolic aan, een speler die het had opgemerkt in een rechtstreekse confrontatie met Dinamo Zagreb. Pozuelo heeft zo’n specifiek profiel dat Genk in de kern geen echt alternatief voor hem had. Nu de Spanjaard blijft, kan de Kroaat zich komend seizoen rustig inwerken.

Voor het overige hield Genk deze zomer zelf zijn troeven in de hand, op Siebe Schrijvers na, die te weinig speelkansen vreesde en daarom zelf weg wilde, en Omar Colley, die naar Sampdoria mocht vertrekken voor (volgens Italiaanse bronnen) 7,5 miljoen euro. Dat Genk zich voor het tweede opeenvolgende jaar kon permitteren om vooraf te zeggen dat het de hele kern wilde behouden, is opmerkelijk voor een club die bij een normale werking zonder transferinkomsten de afgelopen jaren een deficit van drie tot vier miljoen euro had. Dat werd doorgaans opgevangen door de verkoop van een waardevolle speler.

Voor bijna al onze spelers uit de kern zijn er aanbiedingen geweest.

Peter Croonen, voorzitter KRC Genk

Niet verkopen

Dat dat de afgelopen drie mercato’s niet hoefde, heeft de Limburgse club te danken aan een ex-speler: de Serviër Sergej Milinkovic-Savic, die drie jaar geleden de overstap maakte naar Lazio Roma. Met Lazio werd toen afgesproken dat Genk een tijdlang de helft van de transfersom zou ontvangen bij een mogelijke doorverkoop. Een flink percentage, dat Lazio er zou van weerhouden hebben de speler, voor wie het deze transferperiode beweerde een bod te hebben gekregen van 100 miljoen euro, te verkopen.

Omdat het percentage waar Genk recht op had bij doorverkoop na afgelopen zomer elke zes maanden verder zou dalen, besloten de Limburgers een jaar geleden om hun rechten op die doorverkoop definitief te verkopen aan de Romeinse club. Daardoor verzekerde het zich van een financiële buffer die de club in staat stelde om ook de volgende mercato’s (die van afgelopen winter en die van deze zomer) geen uitgaande transfers te moeten doen, én om een aantal jonge talenten proactief te halen. Zonder de verkoop van die rechten was de druk om één of andere sterkhouder van de hand te doen het afgelopen jaar groter geweest.

Die druk was er nu niet, al had Genk makkelijk nog meer spelers kunnen verkopen dan Schrijvers en Colley, zegt Peter Croonen. ‘Voor bijna alle spelers uit onze kern zijn er aanbiedingen geweest. We hebben de afgelopen maanden dikwijls moeten benadrukken dat we niet verkopen.’ Niet alleen het feit dat Genk niet moest verkopen om de financiën op orde te krijgen speelde mee, er kwam ook weinig druk vanuit de spelersgroep zelf om weg te gaan. ‘Omdat ze zien dat ze in een kwalitatief sterke kern spelen en een goeie trainer hebben onder wie ze nog progressie kunnen maken.’

Het was één van de missing links in het verleden, zegt Croonen, dat talent voorheen te snel weer vertrok. ‘Je moet talent lang genoeg aan je binden opdat het progressie kan maken. Talenten moeten leren samenspelen en patronen ontwikkelen om beter te worden. Pas dan ga je ook als ploeg sportief vooruit. En soms moet je eens iemand halen met een ander profiel, omdat je dat type niet voorhanden hebt en het toch nodig hebt om alles aaneen te lijmen en het team beter te laten renderen. Dat hebben we bijvoorbeeld afgelopen winter gedaan, met de komst van een iets oudere speler als Ibrahima Seck.’

Echte Genkie

Naast Pozuelo had Genk nog drie spelers die goed in de markt lagen de afgelopen maanden. Bij Leandro Trossard speelde het erg kort op de bal door het eigen jeugdproduct al voor het eind van vorig seizoen voor langer vast te leggen. In Trossards geval liepen het sportieve project van club én speler gelijk. Trossard kon door een blessure bij Genk nog geen volledig seizoen tonen wat hij in zijn mars heeft, en wilde zelf ook graag nog minstens een jaar tonen wat hij kan, zegt Croonen. ‘Leandro is een echte Genkie, die hier in de sfeergroep op de tribunes zou staan mocht hij geen prof zijn.’

Tien dagen geleden tekende een andere sterkhouder bij, middenvelder Roeslan Malinovski, die voorheen nog misnoegd was omdat hij niet weg geraakte. ‘Roeslan was vragende partij om te blijven’, zegt de voorzitter. Ook daar was de rol van trainer Clement naar verluidt erg belangrijk. Clements aanpak maakt dat de Oekraïense middenvelder en vrijschopspecialist momenteel erg gelukkig is bij KRC Genk. Dat was in het eerste deel van vorig seizoen heel anders.

De meeste geruchten omtrent een mogelijke transfer betroffen de Noorse verdedigende middenvelder Sander Berge, van wie alle kenners verwachten dat hij de komende jaren de stap zet naar minstens de Europese subtop. Of het klopt dat Fiorentina 12 miljoen voor de middenvelder bood, terwijl Genk 17 miljoen zou gevraagd hebben, wil Croonen bevestigen noch ontkennen. ‘Wij communiceren pas als een zaak rond is.’ Feit is: de scouts van de grote competities hebben zijn naam al lang genoteerd.

Helemaal gerustgesteld waren ze bij Genk vooral toen de Engelse mercato sloot, omdat Engelse clubs bedragen kunnen vrijmaken die een Belgische ploeg gewoon niet kan weigeren. Croonen: ‘Naast zijn fysieke capaciteiten is Sander ook een modelprof, een heel slimme jongen die ook nog eens goed begeleid wordt. Hij is als individu klaar voor een volgende stap maar gaf zelf aan dat hij hier ook nog stappen kan zetten. In die zin is ons Europees verhaal belangrijk. De spelers hebben twee jaar geleden gemerkt dat je in die competitie internationale uitstraling opdoet.’

Eigen volk eerst?

Dat de meeste Genkse spelers die goud waard zijn de laatste jaren buitenlanders zijn, noemt de voorzitter toeval, en geen bewuste koerswijziging in het beleid. ‘Het is echt niet zo dat we de laatste jaren vooral mikken op jong buitenlands talent. Integendeel, we kijken altijd eerst naar onze eigen jeugd. We willen altijd tien à twaalf jongeren in de A-kern. Alleen op die posities waar we op een termijn van één of twee jaar niet iemand uit onze jeugd in staat zien om een basisplaats te veroveren, gaan we buitenlandse talenten aantrekken, en dan bij voorkeur jong talent. Pas in derde instantie halen we oudere spelers voor de hiaten in de ploeg. Vroeger hadden we er zo meer, waardoor het voor de eigen jeugd moeilijker opboksen was tegen die gevestigde waarden die ook langer in de ploeg bleven meedraaien, maar intrinsiek niet beter waren dan onze jongens.’

Genk wil meer zijn dan zomaar een in-en verkoopclub. Het mag geen duiventil worden, waar elk jaar een groot deel spelers neerstrijkt en een ander deel weer vertrekt. Dat is bijvoorbeeld ook de reden waarom het nu al Fiolic haalde, ongeacht het al dan niet vertrekken van Pozuelo. Het wil een echte opleidingsclub zijn voor jong talent uit binnen- én buitenland, en tegelijk sportief ambitie uitstralen. Daarbij helpen lucratieve uitgaande transfers Genk doorgaans om de commerciële kloof met clubs uit de grootsteden te dichten. Maar het is niet de bedoeling dat dat zo blijft, zegt Croonen. ‘Onze bedoeling is om de extrasportieve inkomsten te zien stijgen, om meer volk in ons stadion te krijgen dat daar meer beleving ervaart én om de andere niet-sportieve inkomsten op te voeren door de regio waaruit we putten te vergroten. Als dat lukt, neemt de druk af op het sportieve om elk jaar één of meer talenten te verkopen.’

Dat Genk bij de top aanleunt zonder daarom al een absolute topclub te zijn, helpt bij de weg die de club wil bewandelen als opleidingsclub, besluit de voorzitter. ‘De druk op KRC Genk om kampioen te moeten worden, is veel kleiner dan bij Anderlecht, Club en Standard. Dat maakt van Genk zo’n goeie broedkamer voor jong talent.’

Dat het dit jaar ietsje meer mag zijn, wordt niet uitgesproken na het moeilijke vorige seizoen. Maar het leeft onderhuids wel.

Geen tweede keuze

De spelers die nu en straks op de bank starten, zijn volgens voorzitter Peter Croonen geen tweede keuze. Dat is het resultaat van de financiële ruimte die het afgelopen jaar gecreëerd werd om de selectie samen te houden en proactief te versterken met jong talent. ‘Als we een goed seizoen draaien, zal dat te maken hebben met de kwaliteiten van de jongens die invallen. Die kunnen het verschil maken. Ik geloof echt dat bijvoorbeeld Bryan Heynen en Dries Wouters kort bij een plaats als titularis staan, en ik vind het nog altijd jammer dat Siebe Schrijvers vertrokken is.’

Vooral dat Schrijvers naar een rechtstreekse Belgische concurrent ging, steekt. ‘Het is niet onze bedoeling spelers op te leiden voor de Belgische topclubs, wel voor goede buitenlandse clubs uit de grote competities.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content