‘Het vreemde dualisme van Simons: naast het veld beheerst, erop steeds onbeheerster’

Elke maandag blikt Jacques Sys, hoofdredacteur van Sport/Voetbalmagazine, terug op het voorbije sportweekend. Drie vragen, drie pertinente antwoorden. Deze week heeft hij het over Tom Boonen, Timmy Simons en Hein Vanhaezebrouck.

S/VM: Tom Boonen eindigt na een beklijvende Parijs-Roubaix op een tweede plek. Mag hij trots of ontgoocheld zijn over die prestatie?

Jacques Sys: “Het zullen uiteraard gemengde gevoelens zijn. Hij mag trots zijn want niet vergeten dat hij van ver terugkomt. Maar ik denk dat de ontgoocheling zal overheersen. Als je op een halve wiellengte strandt van een historische stunt kan je alleen maar vloeken. Intrinsiek zou hij nochtans de snelste van de kopgroep moeten geweest zijn, maar daar twijfelde hij blijkbaar zelf aan, want hij probeerde in de slotfase alleen weg te geraken. Mathew Hayman is echter een verdiende winnaar, hij was de meest frisse man vooraan.”

“Ik denk wel dat het voor Boonen zijn laatste kans was in Parijs-Roubaix. Volgend jaar is hij 36. Je hebt twee soorten renners. Het type Fabian Cancellara, die duidelijk stelt dat het genoeg geweest is en zich vasthoudt aan een welomlijnd plan. Of het type Tom Boonen, die zo graag koerst dat hij blijft doorgaan. Met het risico op dat ene jaar te veel. Al zal Boonen zeker nog zijn rol spelen in het peloton. Als leider binnen zijn ploeg en als uithangbord van Etixx – Quick Step -zijn populariteit is nog steeds immens, zo kon ik dit weekend met eigen ogen vaststellen aan hun teambus.”

S/VM: Club Brugge won nog maar eens van AA Gent. Met een belangrijke rol voor leider en aanjager Timmy Simons, op zijn 39^ste verbetener dan ooit. Wat vind je van zijn gedrag op het veld?

Jacques Sys: “In Simons schuilt een vreemd dualisme: buiten het veld is hij altijd een toonbeeld van nuchterheid en bescheidenheid. Maar op het veld gaat hij de laatste jaren steeds onbeheerster te werk. Hij staat opgefokt te voetballen en irriteert zijn tegenstanders. Dat kan door de stress en de titelambitie in zijn omgeving komen, maar volgens mij heeft het ook te maken met een persoonlijke frustratie. Simons wil nog zo graag een jaar verder voetballen -daarin is hij te vergelijken met Boonen-, maar voelt dat Club Brugge niet geneigd is zijn contract te verlengen. Zelfs van een functie binnen de technische staf valt plotseling niets meer te horen. Die onzekerheid over zijn toekomst moet aan hem vreten. Maar hij wordt er eind dit jaar veertig, dan moet je niet meer verwachten nog een hoofdrol te spelen, dat weet Club ook. Bovendien moet je het belang van Simons ook niet overwaarderen. Ja, hij was in de eerste twee wedstrijden van deze play-off 1 goed, maar het niveau van die wedstrijden was bedenkelijk.”

S/VM: AA Gent is ondertussen op zoek naar zichzelf en zag in de stand Anderlecht voorbij wippen. Hein Vanhaezebrouck liet achteraf voor het eerst wat twijfel blijken. Geloof je hem?

Jacques Sys: “Ik geloof niet dat Vanhaezebrouck echt twijfelt, dat doe hij volgens mij zelden of nooit. Hij wordt nu gewoon geconfronteerd met de limieten van zijn ploeg. Wanneer ze weinig ruimte krijgen, blijken de beperkingen van zijn spelers. Je kunt de trainer daarin weinig verwijten. Hij is dezelfde coach die hen naar de titel loodste en in de Champions League iedereen verbaasde, die kwaliteiten is Vanhaezebrouck niets plots kwijt.”

“Je moet realistisch analyseren. Vorig jaar rond deze periode vertelde iedereen bij Gent dat ze geen stappen mochten overslaan. Ondertussen hebben ze een titel gewonnen, overwinterd in de Champions League en deden ze lang mee in de beker. Nu beleven ze een logische mindere periode, wellicht mee te verklaren door een teveel aan wedstrijden. De frisheid is weg en sommige spelers zijn uit vorm. Het zit gewoon tegen. Dan sta je als trainer machteloos.”

“Het enige wat je Gent kan verwijten is dat hun wintertransfers niet gelukt zijn. Ze hoopten het niveau op te krikken met enkele gerichte transfers, maar geen van die vijf nieuwkomers kon al een toegevoegde waarde betekenen. Ook Boussoufa niet.”