Hoe Michel Preud’homme Standard naar zijn hand zet

© PHOTONEWS
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

De topper Club Brugge-Standard is ook de grote terugkeer van Michel Preud’homme naar Jan Breydel. Een analyse van hoe MPH blauw-zwart op weg zette naar de titel en hetzelfde nu ook weer doet bij Standard.

Dat Michel Preud’homme meer dan een coach is op Standard, daar schrikken ze in Brugge niet van. Wanneer club en trainer op het einde van 2013 gaan samenzitten om hun eerste maanden te evalueren – Preud’homme is in september Juan Carlos Garrido komen vervangen na een tijdje pensioensparen in Saudi-Arabië – komt een eerste keer het uitdiepen van zijn functie ter sprake. Zijn contract loopt op dat moment tot 2016, maar het idee rijpt dan al om langer samen te werken, op een andere manier, nog meer betrokken bij de club. Niet als manager naar Engels model, dat is niet de bedoeling. Preud’homme wil geen enveloppe om alleen te kunnen beslissen. Maar misschien kan hij de trainingen in het begin van de week overlaten, om zich ook met andere dingen bezig te houden, denkt hij. Op zoek ook naar iets meer levenskwaliteit. Preud’homme zegt daarover een paar maanden later in Sport/Voetbalmagazine: ‘ Bart Verhaeghe zegt me dikwijls dat ik de kwaliteit van mijn leven niet uit het oog mag verliezen. Hij heeft gelijk: als ik alles zelf moet doen, heb ik geen tijd meer voor creativiteit.’

Wie Preud’homme binnenhaalt, weet dat er méér dan een trainer komt.

Vincent Mannaert

Net voor de play-offs in de lente van 2014 toont algemeen manager Vincent Mannaert zich tevreden over de eerste reguliere competitie van zijn coach. ‘Vooral zijn ongelooflijke werkkracht is opmerkelijk’, verklaart Mannaert tijdens een babbel, on en off the record, in hotel Weinebrugge. Daar betrok Preud’homme lange tijd een suite. Club ontvangt er nog graag gasten en Standard ging er eerder dit najaar op afzondering, toen het een cruciale uitwedstrijd bij Oostende moest voorbereiden. Mannaert, op die zonnige avond eind maart: ‘Zeker als je weet dat hij als speler in België alles gewonnen heeft, bij een topclub als Benfica speelde en ook nog eens de beste keeper ter wereld was. En dan tóch nog zo’n interne drive tentoonspreiden. Hij is letterlijk de eerste om op de club toe te komen en de laatste om te vertrekken. ( glimlacht) Ongetwijfeld zal er door de andere trainers ( de CEO doelde toen op de assistenten Philippe Clement, Stephan Van der Heyden en Stan van den Buijs, nvdr) wel eens gevloekt worden, maar ze zullen toch blijven zitten, omdat hij er nog is. Dat frappeert me. Net als zijn oog voor detail. Al de zaken die hij tot nu toe heeft opgemerkt, zijn dingen waarvan je zegt: ‘Tiens, dat is juist.’ En als we van zijn opmerking werk maken, zetten we altijd een stap voorwaarts. Dat kan gaan over het verplaatsen van een parking tot iets over de poetsdames. Zijn uitgangspunt is altijd: ‘Wat kan beter?”

Wie er dan ook nog is in Brugge, is Arnar Gretarsson, op dat moment de technisch directeur. Die avond zal Mannaert dat een ‘nomenclatuurverhaal’ noemen. Mannaert. ‘Welke titel iemand opgeplakt krijgt, is niet het belangrijkste. Kijk, grosso modo heb je twee soorten trainers. Diegene voor wie de job erop zit eens de match voorbij is en diegene die betrokken wil zijn bij alle sportieve zaken. Michel is iemand die meedenkt en adviseert. Zo is hij betrokken geweest bij het ontwerp van Sart-Tilman ( het oefencentrum van Standard, nvdr). Hij heeft er nog zijn potlood bovengehaald om te tekenen wat ze anders moesten doen. Als je iemand met die expertise hebt, zou je dom zijn om daar geen gebruik van te maken. Wie Preud’homme binnenhaalt, weet dat er méér dan een trainer komt.’

Overleggen met Philippe Clement bij Club Brugge. Clement nam destijds al heel wat trainingen voor zijn rekening zonder daarmee te koop te lopen.
Overleggen met Philippe Clement bij Club Brugge. Clement nam destijds al heel wat trainingen voor zijn rekening zonder daarmee te koop te lopen.© BELGAIMAGE

Een en ander wordt bevestigd na afloop van zijn eerste seizoen bij Club Brugge. Preud’homme verlengt zijn contract tot 2019 en breidt zijn bevoegdheden uit. ‘Elke club komt met die vraag uiteindelijk wel bij mij terecht’, is Preud’homme niet verrast. Een paar maanden later is het verhaal voor Gretarsson ten einde, hij keert terug naar IJsland om er als hoofdcoach te gaan werken. Wat op papier in eerste instantie nog leek te kunnen – een soort dynamiek tussen Gretarsson en Preud’homme – heeft niet gewerkt.

Standard

Afgelopen zomer kwam Preud’homme terug uit retraite. Hij vond met Club Brugge een akkoord over dat laatste contractjaar en ging in Luik aan de slag. Ook daar is hij meer dan een coach. Hij heeft er oog voor alles. Alle sleutels van Sclessin zitten in zijn zak.

Na een paar maanden is de vraag: versnippert hij daarmee niet te veel zijn tijd en talenten door zich met alle functies bezig te houden die hem werden toegekend? Preud’homme is in Luik trainer, vicevoorzitter én beheerder. Op de duur kan dat zwaar wegen, ook al is het veldwerk op de Académie vooral in handen van Emilio Ferrera, ex-coach van Club Brugge en een vriend.

Die manier van werken is niet nieuw. Al in zijn eerste seizoen bij Club Brugge bleef Preud’homme op maandag binnen. Het veldwerk liet hij over aan Clement en Van der Heyden. Niet dat hij ondertussen zat te niksen: maandagen waren er om de analyse van de wedstrijd van zijn ploeg te maken. Hij bekeek de match opnieuw, legde die stil, herbekeek fases. Daar waar u en ik in uitgesteld relais wat sneller doorspoelen bij saaie fases, duurde zo’n sessie voor Preud’homme tot drie uur. In de namiddag werd dan met de assistenten alles doorgepraat. Voor 18 uur trok op maandag zelden iemand naar huis.

Gaandeweg liet Preud’homme in Brugge meer en meer over aan Clement, die zich zo kon voorbereiden op het hoofdtrainersschap. In zijn laatste actief jaar in Brugge nam de huidige trainer van KRC Genk al zeer veel trainingen voor zijn rekening, maar hij liep daar nooit mee te koop. Het sterkte hem wel in zijn verlangen naar nog meer autonomie en zeggenschap.

In Luik merk je dat ook. Ondanks een sabbatjaar lijkt het veldwerk steeds minder en minder zijn ding. Standardwatchers hebben niet de indruk dat Preud’homme vier jaar – zo lang loopt zijn contract, als Preud’homme zich engageert dekt hij zich contractueel voor een lange periode in – de A-kern gaat managen als coach. Sinds het begin van het seizoen is hij geregeld afwezig, Emilio Ferrera vult dan de trainingsarbeid in.

De twee gaan al een eindje terug. Toen Preud’homme in de herfst van 2013 Saudi-Arabië inruilde voor Club, liet hij Ferrera daar nog een paar maanden achter. Die was er zijn assistent. Begin 2014 staan ze weer tegenover elkaar, de ene als trainer van de West-Vlamingen, de ander als hoofdcoach van KRC Genk, waar hij Mario Been is opgevolgd. In de aanloop naar die wedstrijd noemt Ferrera Preudhomme in de krant ‘een voetbalvriend’. Ferrera: ‘Als je zo lang met iemand hebt samengewerkt, dan is het zeker speciaal om tegen hem te coachen. Andere trainers zijn collega’s voor mij, maar met Michel heb ik toch een aparte band en een speciale relatie. Zeker dat eerste jaar bij Al-Shabab waren we bijna altijd samen. We woonden op honderd meter van elkaar, we aten samen, we leefden samen. Het enige wat we gelukkig niet deden, was samen slapen.’ Of samen pinten gaan pakken. Als Preud’homme daar de behoefte toe voelde, koos hij voor ander gezelschap.

Net als bij Brugge laat Preud’homme bij Standard niks aan het toeval over. Je wegsteken op training is onmogelijk geworden.

Toch nam Preud’homme, anders dan Renaat Philippaerts of Jan Van Steenberghe, Ferrera in Brugge niet op in zijn staf. Clement was er al, en die had al van de methode- Ferrera geleerd. Bovendien, zo hoor je van insiders, was het niet altijd even gemakkelijk werken met de Brusselaar, die nooit de meest warme verhouding met zijn kleedkamer had. Voetbal is voor Ferrera school: op een trainingsveld moet worden gewerkt, niet gepraat. Of toch zo weinig mogelijk. Dat zorgt soms voor spanningen. Dat gebeurde dit seizoen ook in Luik, waar groep en assistent niet altijd op een lijn zaten. Het noopte Preud’homme, die dat in Saudi-Arabië ook had geobserveerd, tot ingrijpen, ook door de tegenvallende resultaten. Hij moest zijn troepen opnieuw meer in handen nemen.

Bij Standard neemt Emilio Ferrera het veldwerk voor zijn rekening. Dat zorgde in Luik al voor spanningen met de spelersgroep.
Bij Standard neemt Emilio Ferrera het veldwerk voor zijn rekening. Dat zorgde in Luik al voor spanningen met de spelersgroep.© BELGAIMAGE

Wat Gretarsson – de scouting werd nadien in Brugge anders georganiseerd – in 2013/14 deed, is nu bij Standard in handen van Olivier Renard. Als verantwoordelijke voor de rekrutering overhandigt hij Preud’homme een lijst met voetballers die voor verschillende posities in aanmerking komen. Het is Preud’homme die de uiteindelijke beslissing neemt. Dat gebeurde deze zomer onder meer bij de komst van Obbi Oulare, afgehandeld door de zaakwaarnemer van de coach/vicevoorzitter.

Maar soms lukt iets toch niet. Toen hij deze zomer naar Israël met vakantie vertrok, dacht LiorRefaelov dat zijn overgang naar Luik in kannen en kruiken was. Michel Preud’homme wilde hem, maar Standard oordeelde dat er voldoende opties waren in aanvallend opzicht, op de flank vooral. Preud’homme maakte er zich zenuwachtig over, maar kreeg Refaelov niet losgeweekt. Op andere vlakken volgt de club hem wel. Een van zijn recentste beslissingen is dat er straks afscheid wordt genomen van Luis Pedro Cavanda. Preud’homme heeft moeite met diens gedrag.

Die moeite had hij in 2013 ook al in Brugge. Daar werkte hij voor het eerst samen met een psycholoog. Hij leerde er veel van. Er werd in Brugge te veel over de titel gesproken, was een van hun conclusies. Zoals een wielrenner die een col beklimt ook niet direct denkt aan de top, maar aan de volgende bocht, moest Club ook leren denken. Wedstrijd per wedstrijd. Toen Club daarop de derby won, kwam er een vreugdedansje met de hele groep. No sweat, no glory, maar ook: no solo.

Offensief

Preud’homme vond bij Club wel dat zijn spelers zich onvoldoende pijn wilden doen, dat tijdens de week de opofferingen niet groot genoeg waren. Toen hij op een dag hoorde dat enkele jongens een tenniswedstrijd gingen spelen tegen hun collega’s van Cercle, was het kot te klein. Laurens De Bock en Tom De Sutter kwamen nog wel naar tennisclub De Koddaert, maar alleen om toe te kijken, niet om een balletje te slaan. Hun coach vond dat ‘niet professioneel’, geen bewjjs van een ‘nietsontziende winnaarsmentaliteit’. Preud’homme had er Vadis Odjidja in een persoonlijke babbel ook al op aangesproken.

Renaat Philippaerts, een vertrouweling van MPH, met Mehdi Carcela.
Renaat Philippaerts, een vertrouweling van MPH, met Mehdi Carcela.© BELGAIMAGE

Zijn Standard van dit najaar was onregelmatig, het Club uit zijn eerste seizoen ook. Pas gaandeweg, in jaar twee en drie, verminderde dat. Goeie prestaties, afgewisseld met een nul op negen, het klinkt herkenbaar. De defensie van toen – met Mathew Ryan, Björn Engels, Brandon Mechele, Thomas Meunier die de job van rechtsachter leerde en De Bock die op links de stap naar de top probeerde te zetten – was nog de sterkste, maar offensief liep het minder. Ook dat is herkenbaar, het defensieve werk is makkelijk trainbaar. Paul-José Mpoku en Renaud Emond zijn nu topschutters met vijf goals. Zijn Club van destijds had ook geen spits de eruit sprong. De Sutter, van de bank geplukt in Anderlecht na het vertrek van CarlosBacca, startte met een achterstand en kende de nodige fysieke hinder in de loop van dat seizoen. Mémé Tchité speelde maanden niet, Eidur Gudjohnsen was toe aan zijn voetbalpensioen en het duo Kehinde FataiNicolás Castillo was niet klaar voor het grote werk.

Toch zou Club uiteindelijk nog dicht bij de titel komen, in dat eerste jaar. In de play-offs had het even zijn lot in eigen handen, tot Odjidja en Víctor Vázquez (hernia, nadat hij eerder out was met een knieletsel) uitvielen en de ploeg niet meer bij machte was om dat collectief op te lossen. Een owngoal van Meunier voor eigen volk tegen Anderlecht nekte blauw-zwart.

Professionalisering

Wat Preud’homme tijdens zijn periode bij Club doorzette nadat Verhaeghe en Mannaert dat er geïnstalleerd hadden, probeert hij nu ook bij Standard: de ploeg verder professionaliseren. Het gebrek aan regelmaat dit najaar geeft aan dat de groep daar zelf ook nog niet helemaal van is doordrongen, al zijn de ‘strandsessies’ uit de periode van RicardoSá Pinto verleden tijd. Veel jongens liepen de voorbije maanden rond met een lang gezicht. Vorig seizoen werd in de kleedkamer nog geregeld gefeest, dit jaar was de sfeer vaak triester. Een en ander werd onlangs gecorrigeerd.

Net als bij Brugge laat Preud’homme bij Standard niks aan het toeval over. Er wordt regelmatig urine geanalyseerd, nagenoeg dagelijks moeten voetballers op de weegschaal. Op het veld wordt hard gewerkt, de groep heeft na vorig seizoen een zeer grote fysieke achterstand in te halen. Net als in Brugge wordt volop data verzameld. De gps-hesjes geven informatie over snelheid, afstand en over de hartslagfrequenties. Gegevens worden achteraf direct geanalyseerd, je wegsteken op training is onmogelijk geworden.

Net als bij blauw-zwart zijn Renaat Philippaerts en Jan Van Steenberghe ook nu in Luik aan de slag. Speciaal daarvoor verhuisde Philippaerts met de familie vanuit Drongen naar Tongeren. Hij is een essentieel onderdeel van het systeem-MPH. Het duo is sinds de Gentse periode onafscheidelijk. Ook relationeel, het is de ex-professor aan de universiteit van Gent die MPH tempert als hij over zijn toeren gaat. Net als in Brugge luistert Preud’homme ook naar zijn kleedkamer, ook al bewaart hij afstand. Hij ziet liever de spelers zelf verantwoordelijkheid nemen en zelf professioneler aan de slag gaan. Tot wat het allemaal leidt? Afspraak zondag op Club Brugge.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content