Hoe overleven clubs de financiële hel van eerste klasse B?

© BELGAIMAGE
StampMedia
StampMedia Jongerenmedia-agentschap

Na de start van de reguliere competitie in 1A, ging vorig weekend ook de competitie in 1B van start. Met financieel versterkte ploegen als OHL, Beerschot-Wilrijk en een kapitaalkrachtig KV Mechelen lijkt de competitie weer spannender dan ooit. Toch lijken de investeringen van de 1B ploegen niet altijd rendabel. Bovendien is niet elke ploeg even open over zijn financiële situatie. Is 1B dan werkelijk een economisch kerkhof?

Dat op eigen krachten overleven in 1B zeer moeilijk is, blijkt al langer duidelijk te zijn. De laatste jaren worden steeds meer clubs uit 1B overgenomen door buitenlandse investeerders. OHL is inmiddels in handen van King Power, de groep die ook het Engelse Leicester City beheert, en Beerschot-Wilrijk vond, naast de hoofdsponsor DCA, financiële steun bij een Saoedische prins. Ook Roeselare, Tubeke en Union hebben inmiddels een buitenlandse investeerder.

Als de inkomsten uitsluitend werden bepaald op basis van abonnees, dan zou de helft van de clubs uit 1B niet in de problemen zitten. Ploegen als KV Mechelen, OHL en Beerschot kunnen nog steeds rekenen op een stevige achterban. Het financiële verschil is wel duidelijk: enkel KV Mechelen heeft voorlopig een budget dat geschikt is voor 1A.

PloegAantal abonneesBudget (in miljoen euro)
AFC Tubize500Niet meegedeeld
KFCO Beerschot Wilrijk 5700Niet meegedeeld
KSV Roeselare650 4
KSV Westerlo19864,2
KV Mechelen10 00011
Lommel SK9502
Oud-Heverlee Leuven3500Niet meegedeeld
Royale Union Saint-Gilloise500Niet meegedeeld


Het moet ook gezegd worden dat niet elke club even transparant is over zijn financiële situatie. Slechts de helft van de ploegen communiceert over hun budget wanneer we ernaar vragen. Het is opvallend dat, op Roeselare na, alle clubs met een buitenlandse investeerder hun budget geheimhouden.

Uit de jaarrekeningen van vorig seizoen blijkt dat bijna de helft van de ploegen in het rood staat: er wordt verlies gemaakt, en zonder een rijke sponsor zou er geen geld zijn om dat verlies op te vangen. OH Leuven maakte vorig seizoen het meeste verlies, wellicht door de renovatie van het stadion, terwijl KV Mechelen de beste cijfers liet optekenen. Het verlies valt deels te wijten aan het onevenwicht in tv-gelden. De laatste ploegen uit 1A krijgen nog steeds 2 à 3 miljoen euro, terwijl de ploegen uit 1B het moeten stellen met 500.000 tot 700.000 euro.

PloegEigen vermogen (in euro)Bedrijfsresultaat (in euro)
AFC Tubize-554 523-86.669
KFCO Beerschot Wilrijk -177 099-294.934
KSV Roeselare-633.501-1.460.274
KSV Westerlo380.730-144.289
KV Mechelen6.878.7491.609.798
Lommel SK2.714.434232.177
Oud-Heverlee Leuven3.011.293-3.659.997
Royale Union Saint-GilloiseNiet beschikbaarNiet beschikbaar


(Geld) pompen of verzuipen

Kiezen tussen financiële stabiliteit of een risicovolle gooi doen naar promotie, dat lijkt het dilemma te zijn dat 1B beheerst. Topclubs uit 1B investeren in nieuwe spelers en betere stadions, terwijl ze hun inkomsten zien smelten als sneeuw voor de zon. Professor Wim Lagae, sporteconoom -en marketeer aan de KU Leuven, verduidelijkt de financiële risico’s in 1B.

‘Een rijke investeerder is relatief noodzakelijk’, verklaart Wim Lagae, ‘Beerschot en Mechelen worden genoeg gesteund door hun stevige achterban, en ook OHL heeft dankzij een steenrijke sponsor nog een buffer. Maar als een topclub het steeds nét niet haalt, dan is dat natuurlijk problematisch.’

Soms kan een ploeg als Waasland-Beveren of Kortrijk met één enkele transfer de helft van de commerciële jaarwerking financieren.

‘Na de degradatie uit 1A halveren je inkomsten zeer snel. Er bestaat wel een soort van bufferbudget, maar dat is slechts drie jaar van kracht. Ondertussen verschrompelen de tv-gelden, sponsorcontracten, de opbrengst van de catering, enzovoort. Als je cijfers dan in het rood blijven, dan haal je het simpelweg niet meer. Kijk maar naar het verhaal van Lierse’, vult Lagae aan.

Nog steeds beperkte aandacht

Sinds de competitiehervorming in 2016 werd de moeilijkheidsgraad van 1B al stevig opgekrikt. De beste acht ploegen strijden om de periodetitel, om uiteindelijk naar 1A te promoveren. Men verwachtte dat de media-aandacht zou toenemen, en daardoor ook de investering. Maar dat eerste blijft alvast uit.

‘De competitiehervorming wordt soms gezien als de oorzaak voor de beperkte aandacht’, zegt Wim Lagae. ‘Men kijkt wel naar de laatste twee wedstrijden die het kampioenschap bepalen, maar daar blijft het dan ook bij. Dat is ergens ook logisch: vier keer Lommel – Union, wie zit daar nu op te wachten? Dat zie je ook aan het laag aantal abonnementen bij de laaggeplaatste clubs.’

‘Eerste klasse B is een echte ratrace’, vervolgt Wim Lagae. “De betere clubs uit 1B proberen bovenaan te blijven om te kunnen promoveren, en dat is niet makkelijk. Je moet je hele kern in stand houden, er komt nauwelijks aandacht van de media. 1B is ook niet bepaald de doorverkoopcompetitie die 1A wel is. Soms kan een ploeg als Waasland-Beveren of Kortrijk met één enkele transfer de helft van de commerciële jaarwerking financieren.”

‘Vandaag is er in België misschien plaats voor twintig leefbare profclubs. Zodra je van 24 naar 20 profclubs gaat, kun je misschien één competitie maken. Dan zou het financieel een stuk draaglijker zijn voor de overige profclubs in 1B. Als we het Nederlandse systeem zouden toepassen (de beloften van de grote vijf spelen mee in tweede klasse, maar kunnen niet promoveren, nvdr.), dan zijn er genoeg ploegen’, besluit Lagae.

Bob Peeters: ‘Het is een moeilijk verhaal, maar de competitie is hoe ze is’

Ook bij Westerlo voelen ze dat de financiële mogelijkheden in 1B een stuk beperkter zijn. Westerlo-coach Bob Peeters kiest liever voor financiële stabiliteit, en mikt daarom niet op promotie. ‘We hebben simpelweg dat geld niet, zoals sommige clubs dat wel hebben.’

‘Toen Westerlo degradeerde werd het plots zeer moeilijk: tv-gelden daalden drastisch, er kwamen minder toeschouwers en contracten van spelers moesten opnieuw worden onderhandeld. Momenteel hebben we ook niet veel geld om uit te geven, zoals sommige clubs dat wel hebben. We proberen met jonge talenten te werken. Als je oudere spelers haalt, kan je ze niet doorverkopen. Er is een financieel plafond, en daar willen we niet over gaan.’

‘Met geld alleen kom je er natuurlijk ook niet. Binnen de grotere clubs wordt er volgens een concreet businessplan gewerkt: alles wordt structureel vastgelegd, en dat is natuurlijk handig. Dat deed Marc Coucke ook bij Anderlecht; meteen zijn eigen structuur toepassen om meer inkomsten te genereren. Bij Lierse hadden ze ook een investeerder, maar er was simpelweg geen plan.’

‘Ik lees ook dat er trainers zijn bij wie de huidige competitieformule tegen de borst stuit. Het is nu eenmaal een stuk moeilijker om te promoveren.Vroeger wist je ongeveer hoeveel punten je nodig had. Nu kan je een fantastische eerste ronde spelen, maar alles in de tweede ronde en de finale kwijtspelen. Het is een moeilijk verhaal en het kan anders, maar de formule is hoe ze is.’

Dennis Van Wijk: ‘Hoe langer je in 1B blijft, hoe sneller alles verdwijnt’

KV Mechelen ervaart dit seizoen nog niet veel financiële problemen in 1B. De kersverse degradant brak zijn abonneerecord, en kon na transfers van Bandé, Cobbaut en Coosemans rekenen op een hoop inkomsten. Toch verafschuwt coach Dennis Van Wijk de huidige competitieformule. ‘Vroeger was tweede klasse een kweekschool. Dat is ze nu niet meer.’

‘Het is ondertussen geweten dat ik de huidige competitieformule verafschuw. Vroeger konden de Belgische profspelers die niet goed genoeg waren voor eerste klasse een tijd gedijen in tweede klasse. Nu krijgen die jonge spelers minder kansen. Dat stukje opleiding is weg in 1B, en wordt niet op een andere manier ingevuld.’

‘Bovendien worden veel clubs overgenomen door buitenlandse investeerders. Die investeerders hebben natuurlijk een andere visie. Daardoor verdwijnt de eigenheid van de club voor een stuk. Ook de jeugdwerking en de band met de supporters wordt verwaarloosd, en dat is jammer.’

‘Als Belgische club met Belgische investeerders moeten wij op financieel vlak steeds transparant zijn. De ploegen met buitenlandse investeerders hebben geen baat bij transparantie. Ik kan me inbeelden dat het makkelijker is om een Belgisch bedrijf helemaal te onderzoeken, in plaats van een buitenlands bedrijf. Op basis daarvan worden licenties ook uitgedeeld. Met andere woorden: we komen in een heel grijs gebied wanneer er steenrijke buitenlandse investeerders een Belgische club overnemen.’

Joppe Nuyts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content