‘Ik heb de kleedkamer niet nodig om grapjes uit te halen’

© ERIC LALMAND

Een prijs zat er dit seizoen niet meer in voor Thomas Buffel, maar grinta toont de kapitein wel wanneer Racing Genk hem nog eens nodig heeft. Dé vraag is nu: wat moet Buffel straks doen?

Negen jaar geleden tekende Thomas Buffel (37) een contract bij Genk, net in het seizoen dat het play-offsysteem werd ingevoerd. Met de Limburgse club won hij een titel en een beker. Graag had hij daar dit seizoen nog een beker aan toegevoegd, maar dat lukte niet.

Nog een interview dan maar.

Stel dat jij Thomas Buffel interviewt. Welke vraag zou jij hem dan willen stellen?

THOMAS BUFFEL: ‘Ik denk dat iedereen zich afvraagt: gaat Buffel, gezien zijn leeftijd en zijn aflopend contract, nog een jaar door? Het antwoord daarop is nog open. De komende weken focussen we op de resterende wedstrijden van play-off 1, om daarna de balans op te maken waar we als team staan en waar we als individu aan toe zijn: hoe verteer ik deze play-offs, hoe voel ik me fysiek na afloop en wat zijn de aanbiedingen of mogelijkheden? Zijn die interessant genoeg, ook als sportief project, om nog een jaar door te gaan? Op de fysieke parameter heb ik wel zicht. In de bekerfinale heb ik nog 15 kilometer gelopen. Ik weet dat die afstand niet alles zegt, maar het is wel een indicatie dat ik fysiek nog mee kan. Maar met welk gevoel ik uit deze competitie stap en welke voorstellen er straks zijn, dat telt evenzeer mee om een beslissing te nemen.’

Als ik een goed voorstel krijg van een mooi project, blijf ik allicht nog een jaar voetballen.

Thomas Buffel

Zo te horen ben je er zelf nog niet uit wat je wilt doen?

BUFFEL: ‘Als je fysiek niet meer in orde bent, moet je realist zijn en er een punt achter zetten. Maar dat gevoel heb ik niet. Je moet wel nog een aanbod krijgen van een club die je een leuk project voorschotelt.’

Wat zou voor jou op je 37e nog een leuk project zijn?

BUFFEL: ‘Genk blijft een mooi project. Er waait een positieve wind en het zou fijn zijn om daar verder aan mee te werken. Andere voorstellen heb ik op dit moment niet. Er wordt wel gepolst, maar op een concreet voorstel is het nog wachten. Ook het emotionele aspect speelt mee. Ik zit nu 20 jaar in het profwereldje, sinds ik op mijn 16e van Cercle naar Feyenoord ben overgestapt. Profvoetbal was niet alleen een job, maar ook een hobby en een passie. Ik heb al die andere geneugten graag gelaten om sportief succesvol te zijn, maar na de moeilijke privéjaren besef ik dat er nog andere dingen belangrijk zijn. Nu besef ik meer hoeveel mooie familiemomenten ik in de loop van de jaren gemist heb. Dat is iets waar ik meer naar hunker nu. Na wat ik meegemaakt heb, besef ik dat in het leven niets voorspelbaar is.’

Voel je je daar schuldig over?

BUFFEL: ‘Schuldig niet. Ik heb er ook veel voor teruggekregen. Dankzij het voetbal heb ik veel mooie emoties beleefd. Ik denk wel dat, als ik nog een goed voorstel krijg van een mooi sportief project, ik waarschijnlijk toch kies voor nog een jaar.’

Timmy Simons

Je was doorgaans actief bij clubs die meestreden voor de prijzen. Wil je, als je doorgaat, nog bepalend zijn, of ben je dan tevreden om gewoon nog wat wedstrijden te spelen?

BUFFEL: ‘De afgelopen maanden heb ik bewezen dat ik nog belangrijk kan zijn, met doelpunten tegen Oostende en Zulte Waregem die ons toelieten om play-off 1 te halen. De bekerfinale was moeilijker. Daar heb ik veel kilometers gemaakt waardoor ik voorin wat frisheid miste. In die wedstrijd was ik ook graag beslissend geweest. Dat is niet gelukt. Dat is even zuur, omdat ik in veel topwedstrijden in het verleden wel beslissend kon zijn. Op zo’n moment denk je even dat het misschien toch tijd is om te stoppen, of lager te gaan spelen. Even later bedenk ik dan weer dat clubs die voor de prijzen spelen net ervaring nodig hebben. Club was daar de laatste jaren een mooi voorbeeld van, met vrij stabiele prestaties, precies omdat men zorgde dat in de selectie voldoende ervaring aanwezig was. Om succes te halen heb je een goeie mix nodig van jong talent, fysiek sterke spelers die de longen uit hun lijf lopen, én ervaring, zoals RuudVormer tegen ons op de eerste speeldag van PO1 net voor tijd toch nog gauw die penalty weet te versieren.’

Op de bank bij Club zat tegen jullie Timmy Simons, die belangrijk is binnen de groep, maar nog amper op het veld komt in wedstrijden. Zou dat iets voor jou zijn?

BUFFEL: ‘Ik denk dat je in die rol moet groeien. Als je zelf voelt dat anderen beter zijn, kun je je daar makkelijker bij neerleggen. Maar zolang je voelt dat je zelf nog het verschil kunt maken of een meerwaarde hebt op het veld, is dat anders.’

Dat was niet de afspraak tussen jou en Genk, dat je zo’n rol à la Simons zou vervullen?

BUFFEL: ‘Ik heb daar vorig seizoen over gepraat met Dimitri de Condé en AlbertStuivenberg. Zij wilden weten hoe ik er zou mee omgaan als ik minder aan spelen zou toekomen. Ik heb toen de bal teruggekaatst en aan de coach gevraagd of hij dacht dat ik nog aan spelen toe zou komen. Zijn antwoord was positief, dus ging ik door. Beantwoordt hij die vraag negatief, dan teken ik misschien niet bij en ga ik nog ergens anders spelen.’

Thomas Buffel: 'Genk blijft een mooi project. Het zou fijn zijn om daar verder aan mee te werken.'
Thomas Buffel: ‘Genk blijft een mooi project. Het zou fijn zijn om daar verder aan mee te werken.’© ERIC LALMAND

Club Brugge is toen nog in beeld geweest?

BUFFEL: ‘Club had een voorstel klaar, maar er moest eerst nog een speler vertrekken. Als LiorRefaelov was vertrokken, dacht men dat ik die rol wel had kunnen invullen, maar uiteindelijk wilde ik daar niet op wachten, zo kort voor de voorbereiding. Het emotionele speelde toen ook heel erg mee. Ik dacht dat het misschien goed was om terug te keren naar Brugge, zodat de kinderen dichter bij de familie zouden zijn. Dan zouden de supporters van Club ook gezien hebben dat het nooit aan mij gelegen heeft dat ik nooit voor Club heb gespeeld. Die denken dat ik nooit voor Club heb willen spelen, maar de waarheid is dat ik nooit echt een contract heb aangeboden gekregen.’

Had je zo’n voorstel gekregen, had je dat dan wel gedaan?

BUFFEL: ‘Hangt af van de timing. In het verleden heb ik nog eens aan tafel gezeten met Club. Toen was ik transfervrij. Ik ben toen door Vincent Mannaert en Bart Verhaeghe uitgenodigd voor een verkennend gesprek. Ze zouden me een voorstel doen omdat Ivan Perisic zou vertrekken, maar ik heb dat voorstel nooit gezien. Terwijl Genk op dat moment wel een voorstel deed én Champions League speelde. Intussen zit ik hier al zoveel jaren. Mijn kinderen spreken ook met een Limburgs accent, hoewel Stephanie en ik altijd ons best hebben gedaan om er thuis het West-Vlaams in te houden.’

Wat zeg je als Frankie Vercauteren je belt en vraagt: Thomas, wil je aan het project van Cercle meewerken?

BUFFEL: ‘Ik heb graag met Frankie gewerkt. Een vakman, met wie we fantastische resultaten behaalden. Maar ik lees dat hij zijn rechterflank al min of meer vastgelegd heeft.’

Grappen

Als je stopt: wat zul je dan het meest missen van de voetbalwereld?

BUFFEL: ‘Het kunnen toeleven naar een wedstrijd, alles geven en als je wint de ontlading en het genieten daarvan, met medespelers en supporters. De trots dat je samen iets bereikt hebt, succesvol bent geweest. Dat zijn dingen die nooit wennen. Integendeel. Het gevoel, de intensiteit, wordt met de jaren nog sterker, omdat je er meer moeite moet voor doen en men niet altijd verwacht dat je het nog kunt.’

De grapjes in de kleedkamer, ga je die missen?

BUFFEL: ‘Ik heb de kleedkamer niet nodig om grapjes uit te halen. Vrienden genoeg die ook tegen de lamp lopen. En op een andere werkvloer zullen er ook wel potentiële slachtoffers zijn.’

Als ze dit lezen, ga je nergens meer aan bod komen…

BUFFEL: ( grijnst) ‘Dan start ik wel mijn eigen bedrijf.’

Het is wel opmerkelijk dat Alejandro Pozuelo een paar weken geleden aanhaalde dat jij in de kleedkamer rondloopt met de mentaliteit van een puber, altijd enthousiast en in voor een grap, terwijl je toch een heel zwaar jaar hebt meegemaakt op privévlak.

BUFFEL: ‘Ik ben altijd zo geweest. Ik vind het belangrijk om zo enthousiast in het leven te staan. Anders had ik er misschien al een streep onder getrokken. Als je niet meegaat in wat jonge mensen nu fijn vinden, ga je het saai vinden en er genoeg van krijgen. Dan kun je beter iets anders gaan doen.’

Durf jij grappen uit te halen met jongeren als Clinton Mata of Manuel Benson?

BUFFEL: ‘Zeker, maar ik weet niet of ze de grappen altijd snappen.’

Pakken ze jou ook terug?

BUFFEL: ‘Af en toe gebeurt dat. Ik heb daar geen moeite mee. De grappen zijn niet meer zoals in de tijd van bij Feyenoord, omdat de sociale media alles uitvergroten en coaches weleens bang zijn voor de impact van zo’n gebeuren op de reputatie van de club. Je kunt niet alles posten. Grappen zoals bij Feyenoord, waarin iemands schoen als toilet gebruikt werd, dat gebeurt niet meer. Los daarvan denkt men bij een club, als zo’n grap uitlekt, dat men niet professioneel genoeg bezig is. Terwijl het belangrijk is om ook eens gewoon plezier te kunnen maken.’

Ik had graag ook een prijs gewonnen met Feyenoord. Maar verder heb ik niet veel gemist.’ – Thomas Buffel

Is er ruimte geweest voor plezier in het moeilijke seizoen dat jullie beleefden?

BUFFEL: ‘Een goeie mix is nodig, maar met het overvolle programma van de laatste jaren is het moeilijker geworden om elkaar beter te leren kennen. Met trainen, spelen, reizen en rusten ben je al zo vaak samen dat je daarbuiten eerder aandacht besteedt aan je privéleven. De tijd van slechts 34 matchen in een seizoen is voorbij. Vroeger was het normaal dat je de laatste avond van een trainingskamp eens samen ging stappen, maar nu kan dat niet meer, omdat je vaak vier dagen later al een belangrijke match hebt. Dat is jammer, want het kan zeker helpen om een hechte band te smeden.’

Thomas Buffel: 'Ik vind het belangrijk, als je ergens gespeeld hebt, dat je er iets gewonnen hebt. Dan word je er altijd op handen gedragen als je er terugkeert.'
Thomas Buffel: ‘Ik vind het belangrijk, als je ergens gespeeld hebt, dat je er iets gewonnen hebt. Dan word je er altijd op handen gedragen als je er terugkeert.’© ERIC LALMAND

Respect voor iedereen

Wat is de impact van Philippe Clement op Genk?

BUFFEL: ‘Hij hecht waarde aan alle parameters: aan het tactische, het individuele en het mentale. Het is niet alleen het tactische wat telt voor hem.’

Wat is zijn grootste kwaliteit?

BUFFEL: ‘Zijn karakter, zijn winnaarsmentaliteit die hij probeert over te brengen. Zijn nuchterheid, en dat hij respect toont voor iedereen. Als je respect voelt, apprecieer je dat als voetballer, meer dan wanneer een trainer de indruk geeft dat hij boven je staat en met een bepaalde arrogantie praat.’

Clement meende dat Genk voor het seizoen niet als ambitie had moeten uitspreken dat het wilde meedingen voor de titel. Deel jij, die altijd voor het maximaal haalbare gaat, die mening?

BUFFEL: ‘Ik kan hem begrijpen, dat je met een jonge kern de druk wat wilt weghouden. Maar ik heb hier ook de voorbije jaren ervaren dat, als de druk groot was, we het meestal wel haalden.’

Leefde die ambitie intern, of werkten die uitspraken van het bestuur verlammend in de kleedkamer?

BUFFEL: ( denkt lang na) ‘Dat ik het niet meteen kan benoemen is al geen goed teken, zeker? Soms vergaten we de details op het veld en liep het verkeerd, waardoor de druk groter werd.’

Soms had je de indruk dat Genk te weinig spelers met de mentaliteit van Thomas Buffel had: bijtertjes.

BUFFEL: ‘Natuurlijk is het goed dat je spelers probeert op te leiden, dat je een eigen DNA hebt, maar ze moeten dan wel zo klaar mogelijk zijn om aan die top te spelen. De laatste stap om die jongens te brengen moet nog kleiner gemaakt worden. Soms hang je ook af van een lichting: sommigen zijn wel klaar op hun achttiende, anderen nog niet.’

Speelden jullie het best mogelijke seizoen, of had er toch meer in gezeten?

BUFFEL: ‘Als we in de eerste wedstrijd van play-off 1 op Club hadden gewonnen, hadden we misschien nog kunnen meespelen voor de titel. Dan denk je: als we nu in de eerste ronde al die punten niet hadden verloren…’

Wat heeft Club dat andere teams niet hebben?

BUFFEL: ‘Een goed evenwicht. Ze hebben misschien niet de best voetballende verdedigers, maar wel de meest zakelijke, die altijd die vrije man konden aanspelen, waardoor je minder druk op hen kon zetten. Brandon Mechele is enorm gegroeid in dat systeem met drie verdedigers, dat is toch goed gezien van hun coach. Met zijn vleugelbacks en HansVanaken en Ruud Vormer heeft hij toch mooie duo’s gemaakt op het veld. En voorin targetmannen die de bal bijhouden en over snelheid beschikken.’

Play-offs

Steekt het niet dat Genk complimenten krijgt, maar dat de tegenstander wint? Wat missen jullie?

BUFFEL: ‘In ons kampioenenjaar hadden we wat je nodig hebt om een prijs te winnen: een solide basis en spitsen die scoren. Nu hebben we ook goeie spitsen, die lang niet gespeeld hebben en daarom moeilijker scoren. Spitsen zijn een graadmeter van het aantal goals over een heel seizoen, maar ook andere spelers waren niet precies genoeg in hun afwerking.’

Jullie hebben nu 30 fitte spelers. Ben jij dan tevreden als je op Club negen minuten mag invallen op jouw leeftijd, in een belangrijke match in een vol stadion, of steekt dat toch?

BUFFEL: ‘Ik zit toch te wachten: wanneer komt mijn moment? En als ik dan mag invallen, ga ik er nog helemaal voor. Om het elftal te helpen of om zelf beslissend te zijn. Misschien had ik nog die doorsteekpass kunnen geven op Dieumerci Ndongala, maar ik zie MarvelousNakamba die passlijn afsnijden en beslis daarom die pass niet te geven, omdat er 50 procent kans is dat hij onderschept wordt en tot een counter leidt. Iemand die niet zoveel nadenkt als ik, geeft misschien wel die pass… Die kon een counter opleveren, maar ook een doelpunt.’

Je hebt alle edities met play-offs meegemaakt. Vind je het een fijn systeem?

BUFFEL: ‘Als je de laatste wedstrijd moet spelen om dat resterende Europese ticket, eindigt je seizoen zo laat en moet je zo vroeg aan de eerste Europese kwalificaties beginnen dat je bijna geen tijd hebt om te recupereren. Soms is het bijna overdreven, maar voor de spelers zijn het wel allemaal topmatchen. Heel hard en pittig. Barcelona moet op het einde van de Spaanse competitie geen twaalf topmatchen meer spelen.’

Je hebt altijd voor de prijzen willen strijden. Er komt er in principe geen meer bij voor jou. Ben je tevreden met wat je gehaald hebt?

BUFFEL: ‘Ik zal er moeten mee leven. Ik vind het belangrijk, als je ergens gespeeld hebt, dat je er iets gewonnen hebt. Dan word je er altijd op handen gedragen als je er terugkeert. Dan blijf je betrokken bij die club. Ik heb dat met Glasgow Rangers meegemaakt en met Genk. Dat vind ik heel veel waard. Bij Feyenoord heb ik individuele prijzen gewonnen, maar niet met het team. Ik heb wel een titel meegemaakt, zat een paar keer op de bank, maar heb toen niet gespeeld. Ik had graag ook een prijs gewonnen met Feyenoord. Maar verder heb ik niet veel gemist.’

Toen je zwaar geblesseerd raakte aan je knie, zat je dicht bij de absolute top.

BUFFEL: ‘Zonder die blessure in Glasgow was ik in een topcompetitie beland. Als je op je 27e je beide knieën moet laten opereren en dan meer dan een jaar revalideren, is het te laat. Mocht ik een manager gehad hebben die voor me was gaan zoeken, had dat nog anders gekund. Maar bij Genk liep het in die jaren vanzelf, kampioen, Champions League… Dan speelde ik liever hier dan bij pakweg een middenmoter in de Premier League.’

‘Steeds weer datzelfde verhaal vertellen, dat is lastig’

Twee weken geleden blikte Thomas Buffel in de Nederlandse krant Algemeen Dagblad nog eens terug op zijn Rotterdamse jaren, die hij beleefde met zijn op 25 januari 2017 overleden vrouw Stephanie, met wie hij sinds zijn jeugd samen was. Zo’n aangrijpend verhaal: vindt hij het niet moeilijk om daarover te praten? Buffel: ‘Met alle respect voor jullie: steeds weer het verhaal opnieuw doen is lastig, omdat het een lang verhaal is om alles goed te kaderen. Ik moet verder, ik probeer de mooie herinneringen en de wijsheid en de lessen die Stephanie me heeft meegegeven mee te dragen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content