‘IN HET VOETBAL KAN JE NIET IN JE COMFORTZONE BLIJVEN’

© BELGAIMAGE - JASPER JACOBS

Hoe kijken twee Franse voetballers naar onze competitie? Ludovic Butelle en Benoît Poulain over het seizoen van Club Brugge, het gestegen niveau van de Jupiler Pro League, en humor in de kleedkamer.

De reguliere competitie nadert stilaan zijn ontknoping en het lijkt erop dat Anderlecht en Club Brugge zij aan zij naar de finish gaan. In beide ploegen spelen Fransen een centrale rol. Club Brugge rekent op Ludovic Butelle en Benoît Poulain om het verdedigend dicht te houden, Anderlecht op de in Frankrijk opgegroeide Algerijn SofianeHanni en Adrien Trebel om het middenveld impulsen te geven. Alle eersteklassers rekruteerden de voorbije jaren bij onze zuiderburen, de topclubs (zeker Brugge) misschien nog als laatste. Maar ze varen er wel bij. Hanni kwam naar Brussel als Profvoetballer van het Jaar en is er aanvoerder, en Butelle werd recent nog gelauwerd als Doelman van het Jaar op het gala van de Gouden Schoen.

Staat met de prijs van vorige week je moreel terug op peil? Of had je dat niet nodig?

LUDOVIC BUTELLE: ‘Moreel is het altijd goed gegaan, maar het is wel leuk, zo’n individuele prijs.’

BENOÎT POULAIN: ‘Het was een mooi collectief moment, een beloning voor wat we vorig seizoen hebben gepresteerd.’

Wat vinden jullie van het huidige seizoen van Club?

BUTELLE: ‘Moeilijk. We hebben hoogtes en laagtes gekend, maar zoals elk jaar zal het in de play-offs beslist worden.’

POULAIN: ‘Ik denk dat we na Charleroi (op 14 oktober, nvdr) een goeie periode hadden, tot de wedstrijd in Gent eind januari. Daarvoor was het wat meer met hoogtes en laagtes.’

BUTELLE: ‘Onze titel speelde ook een rol: iedereen was erop gebrand om de kampioen te kloppen. Het heeft wat tijd gekost voor we dat begrepen, maar dat hebben we bijgestuurd.’

POULAIN: ‘Het opvallende was dat de hele voorbereiding goed was, en onze openingswedstrijd in Mechelen zelfs zeer goed. Daarna kwam er veel vertrouwen en op zich is vertrouwen goed, alleen kan je met iets té veel vertrouwen ook in een comfortzone terechtkomen. En dat kan niet in het voetbal. Je moet altijd het onderste uit de kan halen.’

Heeft de Europese campagne in de Champions League het beeld ook niet negatiever gekleurd?

BUTELLE: ‘Daar hebben we te veel cadeaus uitgedeeld. In de eerste match tegen Leicester City vond ik ons te gespannen, in Kopenhagen misten we wat geluk. Nadien ging het beter, maar uiteindelijk zijn die nul punten zeer frustrerend. Anderzijds ben ik er zeker van dat het de groep ook geholpen heeft. De Europese campagne had gevolgen kunnen hebben voor de competitie, maar we hebben daar de rug gerecht en getoond dat die misstappen ongelukjes waren.’

POULAIN: ‘Je mag ook niet vergeten dat we Europees zelden hebben kunnen spelen met onze sterkste ploeg.’

BUTELLE: ‘De verwachtingen waren ook torenhoog: elf jaar geen Champions League, dat hakte er hier in. Daarnaast waren we te weinig dodelijk toen we kansen kregen.’

Net in die periode stond je ter discussie.

BUTELLE:’Ik speelde op het niveau van de ploeg. Het belangrijkste is dan om niet te gaan twijfelen. Je kwaliteiten verdwijnen niet van de ene dag op de andere en ik heb er toch een paar.’

OVER DE GRENS

Waarom kozen jullie op relatief late leeftijd voor België?

BUTELLE:’Ik zocht iets om mijn palmares te vullen. Evident was het niet: de ene dag praatten we over een contractverlenging bij Angers, de volgende over een transfer. Angers is een club die elk jaar voor het behoud moet kampen, die tweede plaats van een jaar geleden was uitzonderlijk. Club Brugge was hipper.’

Dat Club een titularis uit de Ligue 1 kon overhalen om naar België te komen, geeft volgens Vincent Mannaert aan dat het imago van ons voetbal is verbeterd. Ook bij onze zuiderburen.

POULAIN: (lacht) ‘Toen Ludo hier tekende, heb ik toch niet te veel positieve commentaren opgevangen. Het was eerder een schandaal, zelfs al koos hij voor Club Brugge. Die commentaren kwamen niet van journalisten, maar van ex-spelers, kenners, … Misschien lag het aan het Franse chauvinisme, maar ik heb veel stommiteiten gehoord. De titel én de individuele prestaties van Ludo hebben nu wel aangetoond dat hij de goeie keuze maakte.’

BUTELLE:’Iedereen met wie ik persoonlijk discussieerde, vond dat ik die kans moest grijpen, maar anderen hadden geen goed woord over voor die keuze. Maar eens de play-offs beginnen, speel je alleen nog intense wedstrijden tegen goeie ploegen, in mooie stadions.’

Nu heb je het over twee maanden play-off 1.

BUTELLE:’In het kampioenschap is het ook zo. Alleen: over die fase lees je niks in Frankrijk. Over de play-offs wél. Dan zakken Franse journalisten naar hier af.’

Buitenlandse journalisten benijden ons dat moment. Elders is het vaak nog amper spannend in maart.

BUTELLE: ‘Benijden? Ik blijf het bizar vinden. Je knokt dertig matchen voor de punten, en dan volstaat het om in de play-offs twee, drie wedstrijden niet top te zijn, om geen kampioen te worden. Het is een dubbel gevoel: je krijgt meer spanning, maar elders is de kampioen de ploeg van de regelmaat.’

Waarom koos jij voor België, Benoît?

POULAIN: ‘Ik was einde contract bij Nîmes en wilde graag elders voetballen. De Franse Ligue 1, een ploeg uit de top tien dan, was ook goed, maar eind maart had zich nog geen enkele ploeg gemeld. Vechten tegen de degradatie interesseerde me niet, dus mocht het ook het buitenland worden. Naast België waren er vrij exotische mogelijkheden, genre Roemenië, Bulgarije, … Dus dacht ik: passeer maar via België. Tien jaar bij dezelfde club gaat ook vervelen.

‘Kortrijk kende ik niet, maar het Belgische voetbal evenmin. In het noorden van Frankrijk volgen ze het nog een beetje, in het zuiden totaal niet. Ik raakte wel snel verleid, door het volk en door het voetbal, dat veel offensiever was dan ik dacht. Ik weet nog dat Ludo zich in het begin bij de haren greep. Wij zijn verdedigers, en in Frankrijk leerden we toch een aantal basisprincipes die hier niet direct werden toegepast. Twee flankverdedigers die in een verdediging met vier allebei oprukken, dat zie je nooit in Frankrijk!’

BUTELLE:’Ik kwam dan ook van Angers, een ploeg die defensief zéér georganiseerd was. Op de stage met Brugge was ik tijdens de eerste trainingen zeer verrast. Ik vond dat we te veel ruimte lieten en te gemakkelijk gecounterd konden worden. We hebben er met de coach over gesproken en ik ben veel met de ploegmaats beginnen praten, zodat ze er oog voor hadden. Ik snap dat wij moeten proberen om op de helft van de tegenstander voor overtal te zorgen – wij zijn een offensieve ploeg -maar je moet ook oog hebben voor het defensieve.’

POULAIN: ‘Hoe offensiever we spelen, hoe meer ik me amuseer, maar laag spelen vind ik ook leuk. Dan steek je een tactisch spel in gang: met drie achterin, met vier, soms met vijf, … Zulke dingen prikkelen me.’

Ludovic, je hield dit seizoen al vaak de nul. Wil dat zeggen dat de defensieve stabiliteit is bereikt?

BUTELLE:’Voor alle duidelijkheid: de doelman krijgt dan de lof, maar de nul houden doe je met de hele ploeg. Dat collectief is onze kracht, dat heeft ons ook kampioen gemaakt.’

JONGE VOETBALLERS

Fransen zijn in de groep vaak leiders. Zijn jullie spelers die graag in discussie gaan?

BUTELLE:’Er is overleg, maar uiteindelijk heeft de coach toch zijn ideeën en moeten wij naar zijn discours luisteren. Onze staf besteedt veel aandacht aan alle details, dat is een pluspunt. Zijn er dingen die ons irriteren, dan worden die in de groep besproken. Samen.’

Fransen zijn betweters, zeggen trainers.

BUTELLE:’Iedereen heeft een mening en het is niet omdat we Fransen zijn, dat de onze beter is.’

Jullie geven ze misschien wat sneller.

POULAIN: (lacht) ‘Voilà.’

BUTELLE:’Het belangrijkste is dat het in het belang van de club gebeurt. Het is een taak van de anciens om te helpen wanneer er een probleem is. Raad geven. Als dertiger probeer ik dat.’

POULAIN: ‘Ik had in Kortrijk een heel goeie band met Yves Vanderhaeghe. Ik praatte veel op het veld, maar slechts af en toe in zijn bureau. Daar was ik iets meer aanwezig in dat half jaar onder Johan Walem en Karim Belhocine. Ik ben niet iemand die zich gaat opdringen, maar als men het vraagt, wil ik het doen. Daarnaast had ik er ook wel wat invloed op de andere Fransen, denk ik. Leiderschap kan je ook tonen door het goeie voorbeeld te geven, niet door moreel te oordelen. Want uiteindelijk: wie ben ik?’

Laurent Blanc klaagde een jaar geleden nog over een gebrek aan respect. Is het gedrag van jongeren de voorbije tien jaar anders geworden?

BUTELLE:’Ja. Toen wij jong waren, kropen we weg in een hoekje. We vroegen niet om verzorging, gingen niet op de massagetafel liggen, nee, we maakten ons zo klein mogelijk. Dat is nu anders. Als iemand één of twee goeie wedstrijden speelt, is het alsof zijn leerperiode voorbij is. Nogal wat jongens denken dat het tekenen van een profcontract een soort eindfase is, dat het doel is bereikt. Integendeel. Dan begint het pas: altijd moet je je bewijzen. Het is aan ons, les anciens, om dat te kaderen.’

POULAIN:’Wat ook veranderde, is de machtspositie van de jongeren tegenover de clubs. Clubs zijn wat zwakker komen te staan in discussies en jongeren voelen dat. Anderzijds, ik denk niet dat jongeren bij Club Brugge makkelijk ontsporen. Globaal gezien geldt dat voor de meeste topclubs. Als de grote sterren op tijd komen, professioneel zijn, hun werk doen… Ga daar als jongere maar eens tegenin.’

VOETBALCULTUUR

Wat ons opvalt in Frankrijk: dat enorme reservoir aan jong talent, bij PSG, Monaco, maar ook elders. De gemiddelde leeftijd van FC Toulouse is 23, van AS Monaco 24,7.

BUTELLE: ‘PSG en Monaco zijn twee ploegen met zéér veel middelen. De rest zijn, alle verhoudingen in acht genomen, vooral ploegen die inzetten op opleiding. Drie vierde van Olympique Lyon komt uit de eigen jeugd. De Ligue 1 is een competitie van hoog niveau, en de investeringen van de Qatari bij PSG heeft voor nog meer aantrekkingskracht gezorgd. Maar het blijft ook een goeie trampoline. Fransen zijn niet bang om jonge spelers in de strijd te gooien. Voetbal blijft economie, je wordt gedwongen om te verkopen want de onkosten zijn groot en je kan niet gokken op transfers. Wat als je veel geld betaalt voor iemand en het lukt niet? Dan steek je beter tijd en geld in de eigen jeugd.’

Wat vinden jullie van ons kampioenschap?

POULAIN:’Ik verwijs graag naar het Europese klassement van de clubs, dat is een goeie indicator. En dan constateer ik dat in het recente verleden PSG Frankrijk heeft gered. Ik weet niet of we anders in het klassement vóór België zouden staan. Dat geeft aan hoe sterk dit land is. Club Brugge speelde twee jaar geleden nog de kwartfinale van de Europa League.

‘Dat het hier altijd gaat tussen drie à vier clubs, zoals ik hoorde, klopt niet. Nu tenminste niet meer. Elke club maakt vooruitgang, vond ik na de voorbije mercato. En het niveau was al goed. Ik denk dat we niet moeten discussiëren over goed of heel goed, maar wel of je vooruitgang ziet. En daarop is mijn antwoord: ja. Geregeld vertrekken de betere spelers naar goeie competities. Uiteraard heeft zoiets economische redenen, Belgische spelers zijn niet duur. Maar toch, België moet niet jaloers zijn op Frankrijk, Spanje of Italië. De stadions zitten hier altijd vol, dat is elders lang niet het geval. En de passie voor voetbal hier is enorm. Zelfs bij zogezegd kleine ploegen spelen we altijd voor 8 tot 10.000 man.’

BUTELLE:’Ik vind de sfeer in Mechelen top, in Charleroi ook. Gent, Standard, dat zijn mooie stadions. Hier heb je een voetbalcultuur die wij in Frankrijk niet kennen. Daar wachten ze op de grote matchen, of tot het goed gaat met een ploeg. Jullie zijn trouwer.’

POULAIN:’Rond evenementen als het EK wordt Frankrijk gek. Ons land heeft een cultuur van spektakel en feesten. Frankrijk had nood aan een feest, het EK viel goed. Maar op clubniveau is het wat anders. Als Nîmes verloor, waren ze daar niet altijd triest om. Dan gaat de Fransman roepen en klagen. Dat vindt hij leuk: klagen dat het allemaal niks waard is. Ik denk dat de Franse competitie in Europa de enige is waar het aantal toeschouwers terugloopt. Nu, dit jaar vind ik het weer beter: Parijs, Monaco, Lille, Nice, Marseille dat weer zuurstof kreeg, … Stilaan gaan we weer naar zeven à acht goeie ploegen. Dat heb je nodig voor de spanning.’

Met een beetje geluk staan er straks met William Dutoit, Nicolas Penneteau en Ludovic drie Franse doelmannen in play-off 1. Waar zit het geheim?

BUTELLE: ‘Ik denk dat in Frankrijk de opleiding goed is. Wij profiteren van grote voorbeelden als Joël Bats, Fabien Barthez, BernardLama, nu Steve Mandanda, HugoLloris, … Mijn voorbeeld was Barthez.’

POULAIN: ‘Ik had geen idolen. Idolen heb je als kind, maar dat zijn nooit verdedigers.’

Hoe ben je erin gerold?

POULAIN: ‘Heel mijn familie voetbalde, mijn vader, zelfs mijn mama, maar niemand op hoog niveau. Ik ben begonnen op mijn 5,5 jaar, bij een klein ploegje in het dorp, aan de rand van Montpellier.’

DRUK VAN DE KETEL

Wie is de beste Franse voetballer in België?

BUTELLE: ‘Moeilijke vraag. Ik ken hen niet eens allemaal en we zien hen ook niet allemaal voortdurend aan het werk. Dutoit en Penneteau zijn goed. Maar daarnaast: FranckBerrier?’

POULAIN: ‘Zoek niet verder, Ludo, de beste twee zitten hier aan tafel. Samuel Gigot is nog jong (23 jaar, nvdr), maar dat is iemand die ook in Frankrijk in de Ligue 1 had kunnen doorbreken.’

Is de sfeer in een Franse kleedkamer anders dan in een Belgische?

(Butelle en Poulain lachen spontaan) BUTELLE: ‘Er is de taal, de subtiliteit, … Iedereen spreekt wel Frans, maar een mop goed begrijpen is nog wat anders.’

Zijn Belgen gevoeliger?

BUTELLE: ‘Niet gevoeliger, maar minder alert voor woordspelingen.’

POULAIN: ‘Soms gaat een heel goeie grap van Ludovic verloren in de vertaling. Wat er hem trouwens niet van weerhoudt om ze te blijven maken.’

BUTELLE: ‘Als er gewerkt moet worden, is iedereen serieus, maar daarnaast heb je ook spelers nodig die voor sfeer zorgen, zonder de clown uit te hangen. Elkaar wat plagen, een grap maken, om de druk van het ventiel te laten. We hebben een mooie job, maar er komt wel wat stress bij kijken. Stel dat we hier alle dagen in stilte zouden zitten, elk met zijn ding bezig. Dat is niks voor mij. Ik ben sociaal, ik wil praten, ik wil contact. En ik haal mijn moppen uit. Zelfs al snappen ze niet alles.’ (lacht)

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE – JASPER JACOBS

‘Tijdens mijn eerste trainingen met Club Brugge was ik verrast. Ik vond dat we te veel ruimte lieten.’ – LUDOVIC BUTELLE

‘Twee flankverdedigers die in een verdediging met vier allebei oprukken, dat zie je nooit in Frankrijk.’ – BENOÎT POULAIN

‘Nogal wat jongens denken dat met het tekenen van een profcontract het doel is bereikt. Integendeel, dan begint het pas.’ – LUDOVIC BUTELLE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content