Jean-François Gillet: ‘De spelers mogen zich niet wegsteken’

© BELGA
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Ook als derde doelman van de Rode Duivels kun je over alle hete hangijzers van ons te korte Franse avontuur een uitgesproken mening hebben. Jean-François Gillet is daarvan het levende bewijs. Enkele flarden uit zijn interview aan Sport/Voetbalmagazine.

‘Het is verschrikkelijk. En des te meer omdat we alles zelf in handen hadden om naar de halve finale te gaan. Of naar de finale.’ Jean-François Gillet is in een begrafenisstemming – we zien veel aangeslagen gezichten in het Belgische kamp. ‘We beginnen de match heel goed. We wilden opnieuw doen wat we tegen de Hongaren gedaan hadden, we hadden beslist om hem direct naar de keel te grijpen. We scoren snel en kunnen zelfs de 2-0 maken. Op dat moment lieten we zien dat we sinds de tweede match goed in het toernooi zaten. Maar dan gingen we achteruit. Onbegrijpelijk.’

Marc Wilmots zegt dat hij geroepen heeft om het blok terug hoger te zetten maar dat het niets uitgehaald heeft omdat de spelers niet naar hem geluisterd hebben. Gillet: ‘Dat klopt, maar tussen de bank en het veld gaapt een kloof. Als je speelt, redeneer je niet op dezelfde manier dan wanneer je toekijkt. Je hebt dan niet dezelfde luciditeit. Op de bank is alles gemakkelijk! We moesten agressiever zijn en de bal niet aan de Welshmen laten. Als je je terugtrekt voor je strafschopgebied, kan dat dodelijk zijn. Dat is nog maar eens bevestigd. Chapeau voor Wales, maar we hadden de kwaliteiten om iets anders te doen, om heel ver te geraken, misschien zelfs tot het einde.’

De positie van de coach lijkt nu onhoudbaar. Gillet ontwijkt: ‘Iedereen moet zijn verantwoordelijkheid nemen. De spelers én de coach. Het is de hele ploeg die uitgeschakeld is in de kwartfinale, niet alleen de technische staf. Wij, de spelers, mogen ons niet wegsteken.’

Spelersvergadering na verlies tegen Italië

Gillet was ook de man die de spelers bijeen riep voor een vergadering na de nederlaag tegen Italië. ‘Ik voelde dat de situatie gespannen was. Volgens mij was het het juiste moment daarvoor. Had ik gewacht tot na de wedstrijd tegen Ierland, dan was het misschien te laat geweest. Ik hoorde wat er door de buitenwereld gezegd werd, ik voelde dat dit schade aanrichtte binnen de groep. Als oudste speler vond ik dat ik initiatief moest nemen. Ik was er zeker van dat zo’n meeting een goed idee kon zijn.’

Met wie sprak hij daar het eerst over? Gillet: ‘Zodra me dat te binnen schiet, praat ik erover met de spelers die bij mij aan tafel zitten of in de sauna. Eden Hazard, Axel Witsel, Marouane Fellaini, nog anderen. Voor mij is dat niet de eerste keer. Ik heb dat vaak gedaan in mijn club. Toen ik jonger was, wilde ik soms al dingen aankaarten. Maar ik was te jong, deed dat dus niet, en achteraf dacht ik: ik had iets moeten zeggen. Hier is het mijn eerste toernooi, misschien ook mijn laatste, ik stel me dus geen vragen meer. Ik volg m’n gevoel. Het was een delicaat moment, en omdat ik wist dat ik open en intelligente jongens voor me had, heb ik actie ondernomen. Je kan dat alleen maar met jongens die daarvoor openstaan. In mijn binnenste zei ik ook: ‘Het is erop of eronder, maar ik zal tenminste mijn instinct hebben gevolgd.’

Lees het volledige interview in Sport/Voetbalmagazine van woensdag 6 juli of in onze pluszone

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content