‘Jeugdtrainers moeten beter betaald’

© IMAGEGLOBE
Thomas Bricmont

Jong en Belgisch is een kwaliteitslabel geworden in het buitenland. Sport/Voetbalmagazine ging op zoek naar de redenen voor die ommezwaai. Maar ondanks de internationale lof, zijn er ook nog werkpunten.

“Vanuit inhoudelijk standpunt behoren we met onze visie tot de top vijf van Europa”, is Bob Browaeys overtuigd. Hij was een van de drijvende krachten achter de hervorming en had als voormalig coach van de nationale U17 de befaamde generatie van 1987 (Mertens, Dembélé, Vertonghen, Defour, Mirallas) onder zijn hoede. Maar Browaeys ziet ook zaken die voor verbetering vatbaar zijn. “Wat infrastructuur en personeel betreft daarentegen moeten onze clubs nog een stevige inspanning leveren. Jeugdtrainers zijn nog steeds amper betaald. Dat verklaart bijvoorbeeld waarom je ze na enkele jaren vaak terugvindt als hoofdcoach van een club in eerste of tweede provinciale, waar ze tenminste wat geld verdienen.”

Ajax-model

“De verplichting om over een trainersdiploma te beschikken is een goede zaak”, vindt Alex Teklak, ex-profvoetballer en nu analist bij de Waalse zenders. “Het zorgt voor een eerste selectie onder de trainers. Schaduwzijde echter is dat we nog altijd weinig ex-profs zien die als jeugdtrainer aan de slag gaan. Ik ken er nochtans een aantal die klaarstaan om erin te stappen. Geld is het pijnpunt.”

“In het buitenland heeft men allang begrepen dat een jeugdtrainer belangrijk is en zijn prijs heeft. In België is de job maar zelden vergoed. Bij FC Barcelona bijvoorbeeld krijgen de trainers van de U8 tot de U21 evenveel betaald. Maar het ultieme model is dat van Ajax. Daar heb je ex-spelers als Jaap Stam, Dennis Bergkamp en Marc Overmars die individuele trainingssessies verzorgen voor de verschillende leeftijdsgroepen. Dat je van zulke spelers iets kunt opsteken is onmiskenbaar een groot voordeel. Daar zouden we een voorbeeld aan moeten nemen in België.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content