Jordy Clasie: ‘Je moet het uiteindelijk zélf doen’

© BELGAIMAGE - DAVID STOCKMAN
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Maanden moest hij wachten op een kans bij Club Brugge, begin januari kwam ze. Jordy Clasie over overleven in Rotterdam, de aanpassing aan het Belgische voetbal en de crisis bij Oranje en in Nederland.

Zeven en een half was hij, toen hij zijn droom achterna ging en als jongetje uit Haarlem, in de schaduw van Amsterdam, naar Rotterdam trok, om er bij Feyenoord te voetballen. Daarbij had Jordy Clasie (26) één doel voor ogen: de Kuip halen. Zijn buurt, blikt hij nu terug, was een warme om in op te groeien. ‘Heel veel kinderen, je was eigenlijk de hele tijd buiten. Op dit moment kom ik er wat minder. Ik woon in België, heb een vrouw en kinderen, je gaat op een gegeven moment je eigen leven wel leiden. Maar mijn vader woont er nog.’

Clasie groeide op in een jongensgezin. Zijn mama was al vrij vroeg weg. ‘Daar praat ik liever niet over’, blokt hij af. ‘We zijn opgegroeid met zijn drieën. Punt. Mijn broer en ik trokken heel veel met mekaar op, al was ik toch wel vaak met voetbal bezig. We schelen 2,5 jaar en naast het voetballen bij Feyenoord zat ik ook in Rotterdam op school. Ik was eigenlijk bijna nooit thuis. ’s Ochtends rond half zeven ging ik de deur uit, ’s avonds rond half zeven was ik weer thuis. Dan was het eten en nog even buiten, met de vrienden. Super vermoeiend? Ach, als je jong bent, heb je veel energie en als je graag iets wil, heb je daar op dat moment veel voor over. In mijn geval elke dag de trip naar Rotterdam. Soms met de auto, meestal met de trein.’

Dankzij het trainingsniveau ben ik hier fitter dan ik in Engeland was.

Jordy Clasie

Zijn voorbeelden? Robin van Persie natuurlijk. Clasie: ‘Hij was dé speler die op dat moment bijna alles goed deed en een mooie voetbalstijl had. Pierre van Hooijdonck met zijn vrije trappen, dat hele team dat de UEFA Cup won, …’

Ook hij zou er uiteindelijk het eerste elftal halen, maar op een presenteerblaadje kreeg Clasie het niet. ‘Er waren momenten dat ik het niet meer zag zitten, dat het zwaar was. Op zich is dat niet ongewoon. Over de weg naar het profvoetbal heeft iedereen wel zijn verhaal. Ik heb ook moeilijkheden gekend, zowel op het hoogste niveau, als bij de jeugd. Op een gegeven moment zegden ze bij Feyenoord: je zou beter weggaan, want hier krijg je toch je kans niet.’

Speelde zijn lengte hem parten? Clasie: ‘Als je het zo wil noemen… Ja. Eigenlijk wel. En dan dacht ik: waar doe ik het voor? Stop ermee. Ga lekker met vrienden elke dag wat doen.’ Maar toch beet hij door. ‘Door jezelf voor te houden dat je iets waar je aan begint ook moet afmaken. Als je al zoveel jaar voetbalt, waarom zou je het dan opgeven, als je zestien, zeventien, achttien bent? Terwijl alles nog mogelijk is?’

Bij wie vond hij toen steun? Zijn broer? Clasie: ‘Niet echt. Uiteraard heb je altijd steun van je familie en de mensen om je heen, maar uiteindelijk moet je het zelf doen. Focus houden. Zélf naar school gaan, zélf die trein in stappen. Dat gaat niemand anders voor je doen. Dat heb ik op dat moment wel geleerd, dat het niet zomaar aan jou wordt gegeven. Je moet hard werken om iets te bereiken.’

Uitlenen

Vanaf de U15 begon Feyenoord een vertrek te suggereren, maar Clasie bleef en een paar jaar later kwam hij weer aan spelen toe. Om de stap naar de A-kern te vergemakkelijken, besliste Feyenoord hem uit te lenen aan Excelsior, de stadsgenoot, waarmee het toen nog een samenwerkingsakkoord had. Zijn debuut voor zijn nieuwe ploeg kwam er uitgerekend tegen Feyenoord. ‘Er zijn niet veel mooiere manieren om je carrière als prof te beginnen.’

Toen Feyenoord de samenwerking met Excelsior stopzette, pleitte Clasie nog hard voor dit soort uitleenbeurten. ‘Doe ik nog steeds. Ik vind die passage tot nu toe de belangrijkste in mijn carrière. Daarnaartoe gaan, 32 wedstrijden kunnen spelen, heel veel vertrouwen krijgen van een trainer, … Dat was het jaar dat van mij de voetballer heeft gemaakt die ik nu ben. Algemeen gezien is het voor een speler die niet bij een grote club aan de bak komt, verstandiger om zich te laten verhuren. Elders minuten maken, om daar volwassener te worden en een betere voetballer.’

Zegt hij dat ook tegen de jongeren in de Brugse kleedkamer? ‘Ja! Ik denk dat hier dezelfde problemen zijn. Als een ploeg als Club Brugge komt, snap ik dat je niet snel ‘neen’ zegt. Maar op een bepaalde leeftijd, van je 18 tot je 22 à 23 jaar, heb je nood aan minuten. Dat is een heel belangrijke periode om jezelf te ontwikkelen.’

Koeman

Na zijn terugkeer bij Feyenoord zou hij er uiteindelijk nog vier jaar in het A-elftal voetballen. Voor een Nederlandse belofte, die het in de Kuip tot aanvoerder én international schopte – Clasie maakte met Oranje het WK in Brazilië mee – een eeuwigheid. ‘Maar het was een bewuste keuze. Na twee seizoenen kon ik al weg, maar twee jaar lang heb ik dat afgehouden. De eerste ploeg was Fiorentina. Ik sprak met hun directeur, maar uiteindelijk had ik er geen goed gevoel bij. Daar ben ik dan altijd heel open in geweest, ook tegenover mijn zaakwaarnemer. Die vond dat ik alleen mocht beslissen als het naar mijn gevoel ook klopte. Ik vond het te vroeg, had het gevoel nog niet uitgeleerd te zijn. Niet mentaal, niet conditioneel, niet als voetballer. Je raakt uit je comfortzone – een ander land, een andere taal, al die overwegingen tellen uiteraard mee – maar ik vond dat ik nog niet klaar was. Ik had het naar mijn zin bij Feyenoord. Ik kwam er niks te kort, ook niet financieel. Spijt heb ik er dus niet van, van geen enkele beslissing die ik genomen heb trouwens. De tweede keer dat ik weg kon, was naar Porto. Daar waren we heel dicht bij, maar die wilden wachten tot het einde van de transferperiode. Dat voelde bij mij dan niet goed. Ik ben iemand die snel duidelijkheid wil. Dus ging ik met Feyenoord een nieuw contract tekenen. Iemand die in het midden van een seizoen moet beginnen, of op het einde van een transferperiode komt, heeft het altijd lastiger.’

In al die keuzes liet zijn vader hem vrij. ‘Zo hoort het ook. Ouders moeten hun kinderen niet pushen in beslissingen. Een kind hoort dat zelf te doen, ook al is het soms moeilijk als je jong bent. Uiteindelijk is het belangrijkste jezelf goed te voelen bij een club, veilig te voelen. Heel erg welkom. En dat was zo bij Feyenoord.’

Waren er voorbeelden die hem afschrikten? Talenten die in de anonimiteit verdwenen na hun transfer? Clasie: ‘Neen. Ik kan hier wel namen noemen, maar… ( lacht) ik ben zelf ook niet het beste voorbeeld. Na vier jaar Feyenoord trok ik naar Engeland en zie waar ik nu ben terechtgekomen. In België! Je kan het altijd op verschillende manieren zien. Iedereen moet zijn eigen weg bewandelen.’

Hij heeft een band met Willem van Hanegem, via diens zoon Boy. ‘De familie woonde in de buurt en ik trok veel met zijn zoontje op. Wim kocht mijn eerste voetbalschoenen en toen ik later eens gevierd werd, heb ik hem de prijs laten overhandigen. Als een soort dankmomentje. Begeleider? Neen. Ik heb er natuurlijk ook wel eens over gepraat met hem, maar hij heeft nooit gezegd dat ik dit of dat moest doen. Totaal niet. Wim stuurt niemand. Zo zit hij niet in mekaar.’

Ronald Koeman haalde Clasie naar Southampton. Vanwaar de keuze voor Engeland in 2015, één jaar na het WK? ‘Voor het eerst voelde ik toen dat ik klaar was bij Feyenoord. Bij Southampton zaten al een aantal spelers die Nederlands spraken en het is een rustige stad, dus was het geen moeilijke beslissing. De enige met wie ik er echt over heb gepraat, vooraf, was mijn vrouw. Ik had al een kindje, ze was zwanger van het tweede. Zij geeft in principe alles op voor jou: geen vriendinnen vlakbij, geen familie, niets. Voor een voetballer die naar het buitenland vertrekt, is de vrouw op dat moment het belangrijkste.

‘Ik kon ook naar AS Roma, maar toen Koeman belde was de keuze snel gemaakt. Ik vind de Engelse competitie de mooiste, qua kwaliteit de beste. Daar kan de nummer één bij de nummer twintig verliezen. Ik lig nog onder contract bij Southampton en volg het dus nog een beetje. Laatst zag ik de match tegen Tottenham: het verschil in de stand merkte je echt niet op het veld. Het tempo is geweldig, en fysiek is het allemaal sterker, maar de kwaliteit van de spelers is gewoon ook veel beter. Dankzij het vele geld kan iedereen spelers van 20 en 30 miljoen euro halen. Mijn eerste seizoen viel zeer goed mee, van de 27 wedstrijden heb ik er 20 gespeeld. Vaak gestart. Pas toen Koeman er wegging, ging ik minder spelen en ging het bergaf.’

Supporters

Lag het alleen aan het vertrek van de trainer? Clasie: ‘Niet alleen. Uiteraard is het fijn om te werken met een trainer die exact weet wat je kan, maar het ligt niet alleen aan hem. Ook aan de speler zelf, denk ik. En aan de club, die op dat moment een hele hoop nieuwe spelers kocht. Maar ik denk altijd dat het negentig procent aan jezelf ligt. Je moet er maar zelf voor zorgen dat je beter bent dan de jongen die op je positie speelt.’

En dat was hij niet? Clasie: ‘Neen. Zo kwam ik in de zomer in Brugge terecht. De eerste maanden waren lastig. Ook logisch. Ik had een knieblessure en het team draaide goed, dan is het moeilijk om erin te komen. Voor de winter ben ik een aantal keer goed ingevallen, en nu probeer ik het de trainer zo moeilijk mogelijk te maken. Op de bank zitten en soms maar een handvol minuten hebben om je te tonen, dat is vervelend. Maar als voetballer wéét je dat je met zulke momenten te maken kan krijgen.’

Bij Club Brugge is ‘ no sweat, no glory‘ het motto en bij Feyenoord is het…: ‘Geen woorden maar daden. Hetzelfde type club dus. Dit is gewoon een heel warme club, al is Feyenoord nog wel wat groter. Maar daarmee doe ik Club niet te kort. Passie en strijd, dat past perfect bij Club Brugge. Onlangs op Antwerp was de sfeer ook fantastisch. Daar hou ik van, het geeft een speler heel veel energie.’

Wordt hij dan soms niet bang van de haat die je op zulke momenten op gezichten kan aflezen? ‘Dat hoort er nu eenmaal bij. Het maakt voetbal een beetje mooier. Soms lijkt het spelletje saai, dan is het misschien beter om het zo te hebben, neen?’ Een beetje beschaving mag toch nog. ‘Ik snap wat je bedoelt, maar ik kan daarvan genieten. Supporters spelen een zeer belangrijke rol voor spelers. Als het niet goed gaat, kunnen zij voor die vijf procent extra zorgen, waardoor we wél weer meer naar voor gaan, of het wél weer beter loopt.’

Hoe ziet hij het Belgisch voetbal in vergelijking met dat van Nederland? ‘Ik vind het leuk voetballen hier. Heel veel fysiek wel. In Nederland is het tactisch sterk, met opbouw van achteruit, hier gaat het vaak snel heen en weer, schieten ze de bal naar voor en vliegen ze erachter aan. Een soort passie die me doet denken aan het Championship in Engeland. Sommige teams willen wel echt voetballen, maar vaak is het toch gooien. Wij voetballen goed, vind ik. We spelen aanvallend en zetten snel druk vooruit. Fysiek zijn we top, ik ben véél fitter dan in Engeland, echt waar.’

Omdat je meer wedstrijden speelt? Clasie: ‘Ook. Maar ook dankzij het trainingsniveau. Ik ben afgevallen, we trainen harder. Dat is niet altijd leuk, maar het is wel goed voor je lichaam en je ziet het ook aan onze manier van spelen.’ Je proeft haast zin in een definitieve overgang. Clasie: ‘Neen, dat is nu heel moeilijk te zeggen. Veel te vroeg. Ik sta hier nog een paar maanden onder huurcontract en ik ga proberen zoveel mogelijk te spelen en een prijs te winnen. Daarna zien we wel wat er komt.’

Tips voor Oranje

Wij zitten Europees in een crisis met ons clubvoetbal, Nederland ook. Is er minder talent?

Jordy Clasie: ‘Nederland zou nooit twee grote tornooien op rij mogen missen. Je kan dan wel zeggen: het is pech, maar uiteindelijk is het ook kwaliteit dat je mist. Daar moet je eerlijk in zijn: in Nederland komen spelers als een Wesley Sneijder, Arjen Robben of Robin van Persie er op dit moment niet meer door. Alle Nederlandse spelers, clubs en coaches moeten daarin stappen maken. Misschien zullen we harder moeten trainen. Ik merk het hier nu zelf. Vergeleken met Feyenoord… Dat ís niet te vergelijken. Zelfs vergeleken met Engeland. Misschien moet Oranje ook iets minder aanvallend spelen, meer aan het resultaat denken en niet alleen aan mooi voetbal. Denk maar aan het WK in Brazilië. Daar speelden we ook in een andere formatie. Het hoeft niet allemaal mooi te zijn om resultaten te halen. Dat is iets waar Nederland nog in kan groeien.’

Jordy Clasie: 'Ik vind de Engelse competitie de mooiste, qua kwaliteit de beste. Daar kan de nummer één bij de nummer twintig verliezen.'
Jordy Clasie: ‘Ik vind de Engelse competitie de mooiste, qua kwaliteit de beste. Daar kan de nummer één bij de nummer twintig verliezen.’© BELGAIMAGE – DAVID STOCKMAN
Jordy Clasie: 'Je moet er zelf voor zorgen dat je beter bent dan je concurrent.'
Jordy Clasie: ‘Je moet er zelf voor zorgen dat je beter bent dan je concurrent.’© BELGAIMAGE – DAVID STOCKMAN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content