Jupiler Pro League: nóg minder kansen voor eigen jeugd

© BELGA
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Freelancejournalist

Nieuwe cijfers staven het cliché: in België krijgen buitenlanders veel en jeugdspelers weinig kansen. Sport/Voetbalmagazine sprak erover met Chris Van Puyvelde, technisch directeur van de KBVB.

Uit een studie van het Zwitserse CIES Football Observatory blijkt dat in de Jupiler Pro League vanaf het seizoenbegin tot 21 november 2016 buitenlanders 65,6 procent van het totale aantal speelminuten kregen. Dat is een flinke stijging in vergelijking met de 59,1 procent van vorig seizoen. In de 30 bestudeerde landen ligt dat percentage alleen in Cyprus (78,9 procent) en Turkije (67,5 procent) nóg hoger – Nederland bijvoorbeeld doet met 37,7 procent heel wat beter. Omgekeerd evenredig daaraan is de speeltijd van eigen jeugdspelers tussen 15 en 21 jaar die drie jaar binnen de club werden opgeleid. Gemiddeld bedraagt die slechts 8,3 procent tegenover 9,7 procent vorig seizoen. Ook hier scoren onze noorderburen ruim beter met 21,7 procent.

Het zijn geen statistieken om trots op te zijn, moet ook Chris Van Puyvelde, TD van de KBVB, toegeven. ‘Een van de verklaringen is dat België internationaal heel goed staat aangeschreven en dat er bij ons mensen rondlopen die talentvolle jongens van zestien aanpraten om naar het buitenland te gaan’, zegt hij. ‘Meestal gebeurt dat door makelaars die er groot geldgewin in zien. Door de aantrekkingskracht van financieel sterkere competities worden Belgen zo te duur voor onze clubs. Anderzijds komen er via bepaalde wegen goedkopere buitenlanders onze competitie binnen.’

Volgens CIES spelen er momenteel 99 Belgen in andere Europese competities en van hen zijn er liefst 48,48 procent actief in de Big 5-landen. Alleen Frankrijk, Brazilië, Argentinië en Spanje doen op dat vlak procentueel nog beter.

‘Zij die al op jonge leeftijd vertrekken, zijn spelers die we voor de Jupiler Pro League verliezen’, vervolgt Van Puyvelde. ‘Terwijl een studie van CIES uitwees dat het beter is om eerst door te groeien in de eigen competitie, stellen we bij de nationale jeugdselecties vast dat het aantal spelers dat bij een buitenlandse club zit exponentieel stijgt. Dat is geen goeie zaak. Sommigen keren ook met hangende pootjes terug.’

De grote uitdaging is, benadrukt hij: hoe onze spelers in België houden? ‘Ik kan alleen toejuichen dat die cijfers door het CIES zijn vastgesteld. We moeten naar de oorzaak durven kijken en er iets aan doen. Daar zijn we vijf jaar geleden mee begonnen en er zijn nóg veel stappen te zetten, maar ik denk dat we iedereen de ruimte en de tijd moeten geven om in dat proces te evolueren. Clubs zijn volop aan het investeren in jeugdopleiding, de kwaliteit ervan is enorm gestegen en er is nog veel talent. Maar waarom er niet méér jonge spelers meedoen, weet ik niet. We gaven al een stimulans voor de doorstroming via de licentievoorwaarden. Misschien zijn trainers die constant met het mes op de keel spelen ook niet snel geneigd om jeugdspelers kansen te geven. Sommige clubs zijn een inhaalbeweging aan het maken waarvan het effect pas later zichtbaar zal zijn. Misschien is het niveau van de beloftecompetitie nog niet optimaal om stappen te zetten. Ik denk dat we nog meer stimuli moeten geven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content