KV Mechelen gedegradeerd: hoe is het zover kunnen komen?

© BELGAIMAGE
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Wat is er aan de hand met KV Mechelen? En hoe is het zover kunnen komen? ‘Het gekke is: nog nooit waren we als club zo stabiel als nu.’

Donderdagmiddag, rond drie uur. Aan de kust, in Oostende, stelt Marc Coucke zijn opvolger voor: Peter Callant, al jaren een vriend. Eenieders frank valt. ‘De toekomst van KVO is verzekerd‘, had Coucke de avond voordien op de Gouden Schoen nog geheimzinnig gezegd. Nu weten we waarom. De nieuwe baas toont zich al even ambitieus als de vorige. Zijn publiek twijfelt nog. Patrick Orlans, algemeen manager, neemt daarop het woord. Als straks in juli na het WK de nationale competitie hervat, ziet hij drie ploegen die kampioen kunnen worden. Alle dertien anderen kunnen zakken, zegt hij.

Binnen tien jaar zullen de investeerders misschien weg zijn, maar de supporters zullen er nog altijd staan. Elke beslissing wordt genomen met die achterban in gedachten.

Gert Van Dyck

In Mechelen beseffen ze dat inmiddels ook. Vorig seizoen was de hoop groot toen KV op speeldag 30 naar Gent reisde. Malinwa stond vijfde, Gent zevende. Een gelijkspel volstond om voor het eerst aan play-off 1 deel te nemen. De week voordien had KV thuis nog Anderlecht, een paar weken later kampioen, geklopt met 3-2. Twintigduizend toeschouwers zagen in Gent evenwel een droge 3-0 voor de thuisploeg. Malinwa moest naar play-off 2 en eindigde, o decompressie, ook die nacompetitie met een opdoffer: 7-0 bij STVV.

Geen jaar later dromen aan de vooravond van een nieuw duel in Gent de fans niet langer van play-off 1, maar het vermijden van de val naar 1B. Aan hun enthousiasme ligt het niet. Voor elke thuiswedstrijd blijft het aanschuiven richting Liersesteenweg. Dat was tegen Club Brugge onlangs ook al zo, zelfs al betrof het een woensdagavond. Nooit minder dan 11.000 toeschouwers, ondanks een hevige degradatiestrijd. En ondanks een slechte thuisreputatie. De zege tegen Eupen was dit seizoen pas de vierde in eigen huis. Vorig seizoen won Malinwa in de reguliere competitie nog tien keer thuis, het jaar daarvoor negen keer. KV Mechelen heeft niet langer een stevige thuisreputatie. Toen Hugo Broos er na het ontslag van Aleksandar Jankovic ging praten over een mogelijk contract, verwonderde hij er zich over dat het nieuwe bestuur er nogal makkelijk vanuit ging dat thuis alles wel zou worden gewonnen. Dat gevoel vond een voedingsbodem in het verleden, niet in het heden.

Supportersparticipatie

We komen al in Mechelen sinds de tweede helft van de jaren tachtig. Het flitst door het hoofd in de file. Een beetje overal hebben we al geparkeerd. Lange tijd in de buurt van het kerkhof, of in de Kleine Nieuwedijkstraat. Achter de gevangenis, langs de Liersesteenweg. Dezer dagen rij je de parking van de bedrijfsgebouwen van Telenet op. Maar al die tijd is de hoofdtribune dezelfde gebleven. Dezelfde trappen, dezelfde kleine ruimtes. Wie groot is, moet opletten het hoofd niet te stoten. Daar waar John Cordier, Aad de Mos en Michel Preud’homme nationale en Europese geschiedenis schreven, vechten nu Colin Coosemans en Mats Rits voor het behoud. Nog even, want begin april, na de reguliere competitie, gaat dit op de schop. Volgend seizoen komt hier een nieuwe tribune, fase drie van de verbouwingen van wat ooit Achter de (ook al afgebroken) Kazerne heette. En nu, modern, het AFAS Stadion. Play-off 2 wordt volledig buitenshuis afgewerkt, wellicht in Leuven, al polste Malinwa ook twee andere stadions. Als het tot play-off 2 komt, tenminste.

Hoe is het zover kunnen komen? Toen Malinwa begin jaren 2000 financieel diep in de problemen raakte – in 2003 zakte men van eerste naar derde klasse – kreeg de club een voor België ongewone structuur. KV Mechelen installeerde een bestuur waarin verschillende aandeelhouders zetelen – met een maximum tot 49 procent voor één investeerder – en waarin ook de supportersfederatie een stem heeft (zelfs vetorecht aangaande thema’s zoals logo’s, kleuren, abonnementsprijzen en fusies).

Die structuur werd door de supporters gezien als het ideale model om een club te runnen en een langetermijnvisie te garanderen. Met name Bart Verhaeghe beet er een paar jaar later zijn tanden op stuk, herinnert Gilbert Van Kerkhoven zich. Van Kerkhoven, 73, is al ruim 55 jaar supporter en voorzitter/schatbewaarder van De Ware Supporters uit Heffen. Van Kerkhoven: ‘Toen Verhaeghe bij ons op tafel sprong en een nieuw stadion wilde, zat het spel op de wagen in de supportersraad. Wij wisten nog zeer goed hoe het met Cordier was afgelopen, en we wilden niet meer opnieuw zo varen. Cordier heeft succes behaald, maar op het einde bleek dat hij alles had en de club niks. Ik hoor mensen die toen in het bestuur zaten ons nog altijd sussen: als Cordier stopt, is alles voor ons. Neen dus. Iemand die centen heeft en ze in het voetbal steekt, wil die daar terug uithalen, als het kan met winst. Toen Verhaeghe kwam, raadde men ons die man aan, maar wij waren tegen. En het gebeurde niet. Wij supporters hebben geen inspraak in het sportieve beleid, maar wél als er iemand wil overnemen. Elke maand komen we twee keer bij elkaar en zien we of we nog ne properen boek hebben, of neslechten.

In Leuven kijken ze op dat vlak al jaren met jaloerse blik richting de buren. De OHL-achterban, of toch minstens een deel ervan, wilde zijn eigen club ook op die manier gestructureerd zien, maar kreeg in de plaats daarvan een Thaise eigenaar in de maag gesplitst.

Of dat een goede dan wel slechte zaak is, moet nog blijken, maar de clubbestuurders die mee aan de wieg stonden van de heropleving van het Leuvense voetbal, geloofden niet langer in het model met verscheidene investeerders en verantwoordelijken. Een les die ze leerden toen ze in 2014 zelf een eerste keer weer degradeerden na drie jaar eerste klasse. ‘Wij zien dat onze concurrenten elk jaar een aantal miljoenen op hun rekening gestort krijgen. Dan heb je niet genoeg aan enkele lokale investeerders of supporters die wat meer pintjes drinken. Als je als profclub wil overleven kom je er niet meer met vele kleintjes van 100.000 of 200.000 euro’, vertelde een bestuurslid van OHL ons vorig jaar. ‘Bovendien willen die vele kleintjes dan ook allemaal hun zeg binnen de club. Zolang de resultaten goed zijn, werkt dat, maar zodra je eens degradeert beginnen de problemen. Dat hebben we zelf mogen ondervinden na onze degradatie in 2014 en ook Cercle Brugge heeft dat ondervonden. Waarom denk je dat zoveel clubs op zoek gaan naar één sterke geldschieter?’

Gert Van Dyck zetelt namens de supportersraad in het bestuur van KV Mechelen. Samen met Hans Van der Biesen en Mark Uytterhoeven waakt hij over de eigenheid van de club en de inbreng van de supporters. Ook hij zag de huidige sportieve malaise niet aankomen, maar dat ligt niet aan een teveel aan investeerders en bestuursleden die elk hun mening willen doordrukken. Van Dyck is daarin formeel: ‘Wij plegen constant overleg en eens een beslissing gemaakt, treden wij als één stem naar buiten. Bovendien wordt op de bestuursraad niet over transfers gediscussieerd, dat ligt in handen van de sportieve cel. Ik heb absoluut niet gemerkt dat de nieuwe investeerders hun zin willen doordrukken omdat ze geld in de club steken. Het zijn stuk voor stuk mensen uit de regio Mechelen, die al lang voor de club supporteren en die de eigenheid ervan kennen. Met name het belang van de supporters. Binnen tien jaar zullen die investeerders misschien weg zijn, maar de supporters zullen er nog altijd staan. Elke beslissing wordt genomen met die achterban in gedachten.’

Stenen

Als het niet aan de structuur ligt, waaraan dan wel? Aan de stenen? Ging de voorbije jaren te veel aandacht naar de verbouwingen, het uitbreiden van de capaciteit? Van Kerkhoven twijfelt: ‘Dat stadion vernieuwen, dat moest gebeuren, want het waren allemaal versleten koten. Dat moeten we durven zeggen. Je moet met je tijd meegaan, terwijl wij een beetje zijn blijven zitten. Maar als er op het gras niks gebeurt, is een voetbalploeg met een hoop stenen niks. Ik vergelijk het met de jaren toen Sint-Truiden die nieuwe tribunes zette, met dat hotel. Met Nieuwjaar hebben die ook een pak nieuwe spelers gekocht, en ze zijn toen ook gezakt. Ik vind dat we in juist hetzelfde straatje zitten. Iedereen wil Europees voetbal en een nieuw stadion, maar als je de dag van vandaag geen mensen hebt met kapitaal, kun je in eerste klasse niks doen. Ik vind het raar. We zijn gezakt, de supportersclub heeft er veel geld in gestoken, ook de onze, en dan zijn we weer gaan spartelen, zonder middelen, of met zo goed als niks. Daarmee hebben we goed geboerd. Maar net nu er wat geld is en een tribune, hebben we dit voor.’

KV Mechelen heeft nog nooit zo zwaar geïnvesteerd in voetballers als dit jaar. Alleen pakte de mayonaise niet op het veld.

Marc Faes

Marc Faes, ex-algemeen directeur, is nu verantwoordelijk voor het commerciële beleid, de marketing, de ticketing, en de coördinatie van de verdere bouw van het stadion en de locatie van het nieuwe jeugdcomplex. Dat laatste is een project op de wat langere termijn, Malinwa voert gesprekken omtrent de beste locatie. Zijn stenen verantwoordelijk voor de mindere prestaties? Faes: ‘Er is zeer zeker aandacht naar de infrastructuur gegaan. Te veel? Luistert, stenen is één verhaal, de ombouw van een vzw naar een nv, een ander. Het gekke is: we zijn als club nog nooit zo stabiel geweest als nu, alleen hebben we de pech dat het sportieve ons op dit moment in de steek laat. Als morgen het laatste gedeelte wordt gebouwd – en ik wil even duidelijk stellen dat we dat zéker gaan doen, wat er sportief ook gebeurt – gaan we verder groeien. Mét de vernieuwing én de mensen die we hebben binnengebracht, hebben we echt wel een stap voorwaarts kunnen zetten. Anders hadden we nog jaren in een moeilijke situatie gezeten waarin je moet concurreren met buitenlandse investeerders voor wie 1 miljoen euro niks is. Dan hadden we ook nog vier, vijf jaar moeten wachten voor we een nieuwe stap hadden kunnen zetten in de verbouwing van ons stadion. De groei daar is zeer belangrijk, maar niet verantwoordelijk voor de huidige mindere sportieve gang van zaken.’

Vorig seizoen had de groei wél zijn invloed op het sportieve, maar was dat niet te zien aan de resultaten. Als toen vanuit de staf werd gevraagd naar versterking, was het antwoord steevast dat het niet kon. Dat was deze zomer anders. Faes: ‘KV Mechelen heeft nog nooit zo zwaar geïnvesteerd in voetballers als dit jaar. In het begin van het seizoen hebben we met de sportieve staf samen gezeten en gevraagd: welke zijn de bepalende spelers die absoluut moeten blijven? Ze hebben allemaal een nieuw contract gekregen: Colin, Vitas, Cocalic, veertien keer hebben die de nul gehouden! We hebben de Rits verlengd, El Messaoudi, Schoofs kunnen bijhalen, Kolovos vastgelegd, … Dat waren zaken die KV Mechelen pakweg vijf jaar geleden absoluut niet kon. Alleen pakte de mayonaise niet op het terrein.’

Sportieve cel

Heeft de sportieve cel dan de bal misgeslagen? Malinwa begon niet slecht, met drie gelijke spelen op rij. Behoorlijk wat schoten op doel, maar zelden binnen het kader. En al helemaal niet in doel. De afwerking bleek een probleem, tot Hassane Bandé het onverwacht oploste. Mbaye Leye kwam ter sprake, maar was te duur. Op de laatste speeldag van de transferperiode kon worden gekozen tussen Perbet (Club) en Ganvoula (Anderlecht). Malinwa koos voor die laatste, die in januari vertrok met nul goals op zijn actief. Perbet zit aan zes voor KVK.

Van Dyck nuanceert: ‘Ik denk dat iedereen – supporters, journalisten, bestuur – het er deze zomer over eens was dat er goed getransfereerd werd. Op het werk van de sportieve cel kan je weinig aanmerken. Maar voetbal is nog steeds geen exacte wetenschap, zo blijkt maar weer. Het opvallendste is dat we minder efficiënt zijn dan vorig seizoen. Voorin, maar ook achterin.’

Van Kerkhoven: ‘Ik denk dat de transfers dit jaar niet brachten wat we ervan verwachtten. Te weinig voetbalkennis in de club? Meneer, de centen moeten er zijn, dat is punt één. Als ge geen centen hebt, kunt ge ook geen commissies doen. Ik verwijt niemand iets. Alleen de transfers dit jaar… Zo iemand als Pedersen: in Gent niet doorgebroken, in Oostende een flop en zo iemand halen ze terug. Dat kan ik niet begrijpen. Vroeger was de stelregel van Fi Vanhoof: iemand die vertrekt moet niet meer terugkomen. Maar nu halen ze die speciale gevallekes terug: Verdier, Pedersen, … Ik was toen content dat ik daar vanaf was, ik zeg dat eerlijk. Die was toen ook al meer gekwetst dan wat anders. Er is maar één goeie aankoop gebeurd, vind ik: Schoofs. Ze hadden Leye kunnen hebben, maar die was te oud, zegden ze. Hadden ze dat maar gedaan. Dan was dit nu niet gebeurd. Misschien. Want dat is allemaal makkelijk gezegd. Jankovic hadden ze ook niet mogen terughalen. Die had ons in de steek gelaten om poen te pakken op Standard, bakte er daar weinig van en dan komt hij terug. De spelers wilden hem terug, maar ik vond dat toen al niet goed. Als spelers zelf hunnen baas kiezen… Wij moesten iemand hebben met een stalen hand. Ik hoop dat Van Wijk dat kan. Ons seizoen is gewoon een grote ramp. Vanaf de zesde match zei ik tegen de supporters op de bus: ‘We gaan moeten spelen om erin te blijven.’ Toen kreeg ik veel tegenkanting, maar nu lachen ze niet meer.’

Misschien, hoor je, raakten de spelers wat ingedommeld, blij met wat ze vorig seizoen onder Yannick Ferrera presteerden. En voor ze het zelf goed genoeg wisten, zaten ze in de shit en bleek er geen leider om hen wakker te schudden. Faes sust de gemoederen. ‘Op de club verwijt ik niemand iets.’ Fi Vanhoof, officieel hoofd scouting, wil liever niks zeggen. Vanhoof is nog altijd betrokken, zelden gaat iemand in tegen zijn advies of raad. Maar in de onderhandelingen met Broos liet de club verstaan dat er volgend seizoen ruimte was voor een nieuwe technisch directeur. En zaterdag was het uitgerekend de fijnbesnaarde Pedersen, die op de bank begon en naar Malinwa terugkeerde op basis van een prestatiegericht contract, die voor de 1-0 zorgde. Of hoe een misschien niet-typische spits voor degradatievoetbal – in België zijn de meeste centrumspitsen stevige bonken – toch weer wat hoop bracht.

Wat als… het 1B wordt?

Faes: ‘We zijn een ongelooflijk weerbare club: wat er ook gebeurt, wij komen altijd terug. We hebben het nog zelf in de hand, dat is een geluk, maar goed, op het einde van het verhaal zijn het toch de punten die tellen… Je kan een heel zwakke kern hebben, maar als die klikt met elkaar, en die brengen resultaat en de bal gaat paal binnen, dat bepaalt je seizoen. En vanaf dag één van dit seizoen hadden wij het gevoel: het is hier iedere keer paal buiten. Misschien werden we wat verblind door de resultaten van verleden jaar, dachten we dat het heel goed was, terwijl wij toen misschien geluk hadden en de bal paal binnen ging.’

Van Dyck: ‘Mochten wij, in het slechtste scenario, degraderen naar 1B, dan ben ik ervan overtuigd dat er dan volgend seizoen opnieuw gemiddeld 6000 mensen in de tribunes zullen zitten, zoals toen we even in tweede klasse voetbalden. Er zullen enkele zomermaanden ontgoocheling over gaan, maar de club is niet in het gedrang. Logistiek, operationeel en infrastructureel is KV Mechelen serieuze stappen aan het zetten. De situatie kan daarom helemaal niet vergeleken worden met die van vijftien jaar geleden, toen we failliet gingen. Toen hadden de supporters simpelweg geen club meer. Als we nu zouden zakken, is dat toch anders.’

Nostalgie

De blije gezichten zaterdag, na de 1-0 tegen Eupen, deden terugdenken aan de successen van vroeger, toen er tot diep in de nacht werd gefeest. Gilbert Van Kerkhoven, voorzitter van De Ware Supporters, is 74 en nuanceert een en ander: ‘Een echte supporter van KV Mechelen blijft trouw, op een kleine groep van 100 man na. Zij zijn de mannen van de kritiek. Een echte kakker heeft al wat meegemaakt, zeker op mijn leeftijd. De periode van Cordier was een superieure tien jaar. Hij gaf ook toe dat hij niks van voetbal kende en zette daarom mensen rond zich die wél iets van voetbal kenden… We hadden de beste ploeg van België, tot ze dat ook zagen op Anderlecht en die onze ploeg zijn komen leegplukken.

‘Mijn vader klapte altijd over de jaren veertig, toen ze kampioen werden in 1943, 1946 en 1948. Hij zei altijd: dat maak ik nooit meer mee. Maar we zijn het geworden, en daar hebben we ontzettend van genoten. Veel supporters staren zich nog steeds blind op die periode, maar dat is er niet meer. Er staat geen Preud’homme meer in de goal. Voor sommigen is dat lastig, maar ik heb járen meegemaakt van erin, eruit, erin, eruit. Ik ben dit gewoon.’

Siebe Blondelle probeert Hassane Bandé bij te benen. De degradatiestrijd wordt een spannend onderonsje tussen Eupen en KV Mechelen.
Siebe Blondelle probeert Hassane Bandé bij te benen. De degradatiestrijd wordt een spannend onderonsje tussen Eupen en KV Mechelen.© BELGAIMAGE
De boodschap van de supporters voor hun zwalpende ploeg is duidelijk.
De boodschap van de supporters voor hun zwalpende ploeg is duidelijk.© BELGAIMAGE
Een beeld uit de gloriejaren: in de finale van de Europese beker voor bekerwinnaars in 1988 tegen Ajax plukt Michel Preud'homme de bal uit de lucht.
Een beeld uit de gloriejaren: in de finale van de Europese beker voor bekerwinnaars in 1988 tegen Ajax plukt Michel Preud’homme de bal uit de lucht.© BELGAIMAGE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content