Ognjen Vranjes: portret van een cultheld uit Banja Luka

© SARA ELISA GONZALEZ
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

Als kind moest Ognjen Vranjes enkele maanden schuilen tijdens de Joegoslavische Burgeroorlog. Daarna had hij nog maar één doel: net als zijn vader profvoetballer worden. Portret van een cultheld uit Banja Luka.

L ove him or hate him. In Starcevica, de meest bevolkte wijk van Banja Luka, en ver daarbuiten zijn ze helemaal gek van Ognjen Vranjes. Apetrots zijn ze op hun Ogi, die Servië, Rusland, Spanje, Griekenland en België aandeed en de Bosnisch-Servische stad op de kaart zette. Dat Vranjes een decennium geleden het ouderlijke huis aan de Stevana Prvovencanog verliet, is maar een detail. In Starcevica, genoemd naar de gelijknamige bult die hoog boven de stad uittorent, wordt hij door de buurtbewoners als een working class hero beschouwd. ‘Ogi is een goede voetballer én een goed mens. Hij is een van ons. Daarom is hij zo populair onder de supporters van Borac’, klinkt het.

Als hij de bal heeft veroverd, speelt hij in op de eerste middenvelder die hij vrij ziet staan. Hij maakt het zichzelf nooit moeilijk.’

Damir Memisevic

Banja Luka, de facto de hoofdstad van Republika Srpska, het Servische deel van Bosnië-Herzegovina, kan dat soort verhalen met een happy end wel gebruiken. De op één na grootste stad van het land ontsnapte als bij wonder aan de wreedheden van de burgeroorlog – de woonblokken in de volkswijk Starcevica vertonen geen kogelgaten en werden niet opengereten door granaten – maar het trauma is nog lang niet verwerkt. Daar zal de heropbouw van de oogverblindende Ferhat Pashamoskee, die in 1993 helemaal vernield werd, niets aan veranderen. Het geeft hoogstens aan dat de stad vrede heeft met haar verleden. ‘Wij zijn oorlogskinderen’, vertelt Ognjen Dubocanin, boezemvriend van Vranjes. ‘Tijdens het eerste jaar van de oorlog hebben we eens vijf maanden op rij in de kelders moeten schuilen voor laagvliegende vliegtuigen van het Kroatische leger. Op dat moment was dat niet fijn, want we konden niet meer buiten voetballen.’

Boezemvriend Ognjen Dubocanin baat een bar annex gokkantoortje uit in Starcevica.
Boezemvriend Ognjen Dubocanin baat een bar annex gokkantoortje uit in Starcevica.© SARA ELISA GONZALEZ

Dubocanin heeft het op zijn manier gemaakt in zijn geboortestad: hij baat een goktentje en bar uit waar de harde kern van Borac Banja Luka samentroept voor de match. Dubocanin en zijn gelegenheidschauffeur Nikola willen ons de rest van Starcevica tonen. De rondleiding gebeurt achter getinte ruiten in een blitse sportwagen. En in zesde versnelling. Het geluid van gierende banden wordt nu en dan overstemd door trash talk van de Amerikaanse rappers The Game en Tupac. De wijk waar ze samen met Vranjes zijn opgegroeid en waar ze nu een beetje de kings zijn, strekt zich uit over een paar vierkante kilometers. Aan de voet van de heuvel Starcevica werden grote wooneenheden neergepoot, in de hoger gelegen delen was er plaats genoeg om enkele villawijken op te trekken. Maar het leven van Vranjes speelde zich voornamelijk af rond de Bulevar Desanke. Een zijstraat van de boulevard geeft uit op het appartementsgebouw waar hij woonde met zijn vader Zeljko, mama Melina en broer Stojan, aan de overkant van de drukke rijweg is Vranjes’ lagere school Branko Radicevic gevestigd en een paar honderd meters noordwaarts staat de Crkva Rodjenja Presvete Bogorodice, de orthodoxe kerk van de geboorte van de Moeder Gods, waar Vranjes het jawoord gaf aan zijn vrouw. ‘Op het graspleintje waar we vroeger ravotten, staat nu een flatgebouw’, zegt Dubocanin met een krop in de keel. ‘Onze papa’s raakten op een dag aan de praat en zo zijn wij vrienden geworden. Ogi was niet zo’n verlegen jongetje. Hij had als broekventje van niets of niemand schrik. Het zit bij hem in de genen: ik ken heel zijn familie en kan je verzekeren dat het stuk voor stuk onbevreesde mensen zijn. De komende weken en maanden zullen de supporters van Anderlecht merken dat hij een allesdurver is.’

KARAKTERSPELERTJE

Starcevica is zowat het kloppende hart van de Lesinari, de ultra’s van Borac Banja Luka. De populairste club van de Servische minderheid in Bosnië-Herzegovina heeft er zelfs een stevige fanbasis zitten. Papa Zeljko voetbalde bovendien voor Borac en dus was er voor Ogi geen ontsnappen aan. Hij zou ooit profvoetballer worden bij Krajiski ponos, de trots van Krajina. Zijn vader achterna. Dubocanin: ‘Elke kleine jongen droomt ervan om hetzelfde te doen als zijn papa. Bij Ogi was dat niet anders. Zijn vader, een succesvolle sporter en goudeerlijke man, was zonder twijfel zijn held. Hij begon te voetballen op de speelplaats, maar het was via zijn papa dat Stojan en hij hun eerste moves en skills aangeleerd kregen.’

Het appartementsgebouw van de Vranjes. Vader Zeljko en moeder Melina woner er nog altijd.
Het appartementsgebouw van de Vranjes. Vader Zeljko en moeder Melina woner er nog altijd.© SARA ELISA GONZALEZ

Het is wachten tot de oorlog goed en wel voorbij is – we zijn dan al eind 1995 – voor hij de klim naar boven kan inzetten bij Borac. Bij de U15 begint hij naam te maken binnen de club. Hij staat te boek als de meest talentvolle jeugdspeler van Borac en zelfs de spelers van het eerste elftal kunnen zich iets voorstellen wanneer de naam Ognjen Vranjes valt. Bij Borac wachten ze vol ongeduld op het moment dat hij rijp genoeg is om met volwassen mannen te spelen. In afwachting daarvan wordt hij bij de U18 onder handen genomen door ene Stojan Malbasic. Een clublegende van Borac, die in 1988 de bekerfinale won tegen Rode Ster Belgrado. Malbasic speelde ooit samen met Zeljko Vranjes en trainde Stojan Vranjes bij de jeugd. ‘Ik was meteen onder de indruk van zijn temperament – bij de jeugd valt die karaktertrek meteen op – en ik wist dat hij daarmee in het eerste elftal zou geraken’, vertelt Malbasic. ‘Op zijn achttiende was hij bijna volgroeid. Ik vond hem toen al klaar voor een stap hogerop. Eigenlijk was Ognjen hetzelfde type speler als zijn vader. Hij legde dezelfde agressiviteit aan de dag, maar intrinsiek is hij de betere voetballer van de twee. Ik zou hem omschrijven als een stille jongen, die keihard werkte. En je kon op elk moment van de match op hem rekenen.’

Vranjes had het in de jeugdteams gemakkelijk tot aanvoerder kunnen schoppen, maar volgens een ongeschreven regel bij Borac moet de kapiteinsband gaan naar de spelverdeler of iemand met een actie in de benen. Vranjes is de tegenpool van de zwierige voetballer. Een karakterspelertje. Enkele jongens hebben evenveel of zelfs meer talent dan hij, maar hij troeft hen af op het vlak van doorzettingsvermogen en spirit. ‘Ik heb Ogi zien opgroeien van toen hij vijf jaar was. Ik weet dus dat welk gevecht hij is moeten aangaan om er te geraken’, aldus Marko Maksimovic, sportief directeur van Borac en beste vriend van Stojan Vranjes. ‘Elke dag heeft hij ongelooflijk veel karakter moeten tonen. Maar als hij een doel heeft, zal hij niet loslaten. Drie zaken hebben hem zo ver gebracht: werken, werken en werken. Banja Luka is een kleine stad, in een klein land. We kampen al twintig jaar met grote problemen. Ogi en Stojan behoren tot de beste spelers van hun generatie, maar in deze regio ben je daar niets mee. Het is verdomd moeilijk om hier een sportcarrière uit te bouwen. Zonder een tikkeltje geluk geraak je nergens.’

De Crkva Rodjenja Presvete Bogorodice, de orthodoxe kerk waar Vranjes het jawoord gaf aan zijn vrouw.
De Crkva Rodjenja Presvete Bogorodice, de orthodoxe kerk waar Vranjes het jawoord gaf aan zijn vrouw.© SARA ELISA GONZALEZ

Geluk dat Stojan, sinds dit seizoen actief bij topclub Zeljeznicar in Sarajevo, niet heeft gehad. Zijn mooie linkervoet en technische bagage brachten hem niet verder dan Roemenië en Polen. Maksimovic: ‘Als je zoals Stojan bij Cluj en Legia Warschau hebt gevoetbald, dan heb je het niet slecht gedaan. Maar Stojan had pech: hij was op het verkeerde moment op de verkeerde plek. In 2002 ging de eerste gezamenlijke competitie van start met Serviërs, Kroaten en moslims. Drie jaar later, toen Stojan begon door te breken bij Borac, had de Bosnische competitie nog last van enkele groeipijnen. De nieuwe competitieopzet was geen goede zaak voor jonge gasten.’

De geesten waren eigenlijk niet rijp om samen te spelen en er waren geen makelaars die spelers aan een goede buitenlandse club konden helpen. Toen Ognjen in 2008 zijn debuut maakte, was er eindelijk beterschap in zicht. Stojan en Ognjen hebben uiteindelijk een jaar samengespeeld. Daarna is Ogi naar Rode Star Belgrado vertrokken en een jaar later ging Stojan Panduri naar Roemenië. ‘Het was best grappig om de twee broers hier samen te zien voetballen. Ik denk dat zij er ook goede herinneringen aan overgehouden hebben’, zegt Dubocanin. ‘Stojan is altijd Ogi’s toeverlaat geweest. Als hij advies moest inwinnen, dan ging hij eerst bij Stojan aankloppen. Ik weet zeker dat Ogi heel erg opkeek naar zijn grote broer. Niet alleen als voetballer maar ook als mens.’

BROER AFMAKEN

Jarenlang zit Ognjen Vranjes, een diehardfan van Borac en Rode Ster Belgrado, in de oosttribune van het Gradskistadion in het vak waar de fanatieke supporters plaatsnemen. Met zijn voetbalcarrière blijft het inmiddels crescendo gaan. De clubleiding verplicht zijn trainers om wedstrijden van de jeugdploegen bij te wonen en in een daarvan geraakt Stanislav Karasi, in de jaren 70 nog actief bij Antwerp, gecharmeerd door Vranjes. Karasi roept hem meteen op voor de A-ploeg. ‘Wat hij meer had dan andere spelers van zijn leeftijd? Agressiviteit, een goede timing in de duels en de gave om simpel te spelen’, aldus Damir Memisevic, scout bij Borac en ooit trainee bij Borac voor hij naar Werder Bremen verhuisde. ‘Als hij het gevecht om de bal heeft gewonnen, dan speelt hij in op de eerste middenvelder die hij vrij ziet staan. Wat hem betreft, is zijn job gedaan. Zijn spel is met de jaren niet veranderd. Hij maakt het zichzelf nooit moeilijk en zoekt altijd de gemakkelijkste oplossing.’

Op het veld is Vranjes onstuimig, ernaast komt hij tot rust wanneer hij gaat vissen.
Op het veld is Vranjes onstuimig, ernaast komt hij tot rust wanneer hij gaat vissen.© SARA ELISA GONZALEZ

Tijdens zijn eerste match op het hoogste niveau loopt het nochtans grondig fout. Zijn vrienden zitten op het puntje van hun stoel om geen seconde te missen van het grote debuut van Ogi, maar hij pakt meteen rood. Hij is amper zestien en moet dan al in toom gehouden worden. ‘Hij was toen jong, sterk en onbezonnen’, lacht Maksimovic. ‘Hij kon zijn kracht nog niet doseren, maar hij had wel het voordeel dat de aanvallers schrik hadden van hem. Ogi is een beetje crazy. Van zodra de scheids de match op gang fluit, maakt hij een klik. Hij zou zelfs zijn eigen broer afmaken. Hij is niet het type dat sorry zegt tijdens een match, maar hij komt ook niet op het veld met de intentie om iemand een doodschop uit te delen. En na affluiten zal er niets blijven hangen. Je moet hem gewoon laten doen waar hij goed in is… Luister: hij zal niet snel veranderen. Zijn gebreken krijg je er niet meer uit. Ik ken een paar ex-trainers en ex-ploegmaats van Ogi en die hebben hem al vaak aangesproken over zijn speelstijl. Hij kreeg vaak het advies om het kalmer aan te doen. Ogi haalde dan zijn schouders op en zei: ‘Dat is mijn stijl van voetballen en die heeft mij zo ver gebracht.’ Geef hem eens ongelijk. Soms lijkt het alsof hij moedwillig bepaalde fouten maakt, maar dat is niet zo. Voor hem telt er maar één ding op een voetbalveld: het zestienmetergebied verdedigen. Hij speelt met zijn hart.

Op het veld is Vranjes onstuimig, ernaast komt hij helemaal tot rust wanneer hij een vislijn mag manipuleren. ‘Geef hem tien dagen vakantie en hij zal elke dag gaan vissen. Zes tot zeven uur aan een stuk’, aldus Maksimovic. ‘Het liefst aan de oevers van de rivier de Vrbas. Even buiten de stad heeft hij een locatie gevonden waar hij rustig zijn ding kan doen. Maar geloof mij: met Ognjen verveel je nooit. Wanneer je in zijn buurt bent, maak je altijd iets grappigs mee’, lacht hij.

Vranjes is ook het archetype van de Bosnische Serviër: ruw en achterdochtig bij de eerste handdruk, oersympathiek en beminnelijk eenmaal hij zijn gesprekspartner helemaal doorgrond heeft. Maar niemand maalt erom dat hij zijn stuurs gezicht slechts sporadisch afzet. In Banja Luka is Vranjes een cultfiguur, bij Borac is hij een clublegende . ‘Er is geen enkele speler uit deze stad die het verder heeft geschopt dan Ogi’, zegt Memisevic. ‘Toen Vranjes op het WK 2014 in Brazilië tegen Iran mocht invallen, werd hij de eerste voetballer uit Banja Luka die een WK-match speelde. Veel supporters van Borac komen uit de buurt waar hij is opgegroeid en daarom houden ze na al die jaren nog van hem. Hij is met voorsprong de populairste speler van de laatste jaren. Ik moet je niet vertellen hoe trots ze waren toen hij naar Rode Ster ging. Ze vonden het prachtig dat hij Banja Luka zou vertegenwoordigen bij de grootste club uit ex-Joegoslavië. Misschien overdrijf ik een beetje, maar Ogi is een legende. Of laat het mij zo zeggen: hij is de held in een modern sprookje.’

Marko Maksimovic (l) en Damir Memisevic (r), beiden werkzaam bij tweedeklasser Borac Banja Luka, zijn goed bevriend met Ognjen en Stojan Vranjes.
Marko Maksimovic (l) en Damir Memisevic (r), beiden werkzaam bij tweedeklasser Borac Banja Luka, zijn goed bevriend met Ognjen en Stojan Vranjes.© SARA ELISA GONZALEZ

‘Geen problemen met grote trainers’

Ognjen Vranjes is bij Anderlecht aan zijn twaalfde club toe in twaalf jaar. Sinds 2006 speelde hij achtereenvolgens voor Borac Banja Luka (Bosnië-Herzegovina), Rode Ster Belgrado (Servië), Napredak Krusevac (Servië), Sheriff Tiraspol (Moldavië), Krasnodar (Rusland), Alania Vladikavkaz (Rusland), Elazigspor (Turkije), Gaziantepspor (Turkije), Sporting Gijón (Spanje), Tom Tomsk (Rusland) en AEK Athene (Griekenland). Een waslijst aan clubs in acht verschillende landen. Volgens zijn vrienden lag hij vooral in het begin van zijn carrière in de clinch met zijn trainers. ‘Maar dat lag niet alleen aan hem’, aldus Marko Maksimovic, sportief directeur van Borac. ‘Als jonge speler was Ogi eerder teruggetrokken. Hij sprak niet met zijn trainers en omgekeerd deden ze niet de moeite om met hem te praten. De meeste trainers begrepen hem niet. Of beter gezegd: de meer bescheiden trainers konden niet met hem overweg. Met Robert Prosinecki, de bondscoach van de nationale ploeg, klikt het. Net als met Manuel Jiménez bij AEK Athene. Met trainers van een bepaald niveau heeft hij nooit problemen gehad – zij weten hoe ze moeten communiceren met spelers. Ogi heeft een goede inborst en is bijzonder intelligent. Je moet hem op de man af de dingen vertellen. Hij zal nooit moeilijk doen tegen een trainer als hij rechtuit is. Hou je dingen voor hem achter, dan heb je wel een probleem met Ogi’, lacht Maksimovic.

De jobhopper van weleer heeft vooral veel bijgeleerd tijdens zijn eerste buitenlandse avontuur bij Rode Ster Belgrado. Maskimovic: ‘Toen hij op zijn twintigste naar Rode Ster vertrok, had hij alles van een toekomstige topspeler. Zijn periode in Belgrado was geen succes. Altijd maar uitgeleend worden aan een andere club heeft hem zeker niet geholpen. Hij is in die paar jaar wel een andere mens geworden.’

Hein Vanhaezebrouck volgde Vranjes blijkbaar al toen hij drie seizoenen geleden op de loonlijst stond bij Sporting Gijón en daar op een half seizoen elf matchen speelde in de Primera División. Vanhaezebrouck was dus al langer een fan en toen de transfer in januari afsprong, was het maar een kwestie van tijd voor de West-Vlaming een derde poging zou wagen. Op zijn 28e heeft de Bosnische international zijn toptransfer beet. Mensen die hem goed kennen, denken dat Vranjes nog een groeimarge heeft. ‘Voor Ogi is Anderlecht big‘, besluit Maksimovic. ‘Enerzijds beschouwt hij zijn overgang van AEK Athene naar Anderlecht zeker als een grote stap voorwaarts. Daar ben ik honderd procent zeker van. Anderzijds is Anderlecht niet de eindmeet voor hem. Hij wil all the way gaan.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content