OHL verdeelt Leuven

© BelgaImage
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Na 1-2 verlies tegen Tubeke ontsloeg Oud-Heverlee Leuven haar trainer Emilio Ferrera. De Brusselaar betaalde het gelag voor een club in een identiteitscrisis. Enkele achtergronden.

Nul op zes tegen Union en Tubeke, twee rechtstreekse concurrenten voor de beoogde plek in de top vier van 1B – en bijhorende deelname aan play-off 2. Slechts 5 zeges in 22 wedstrijden. Gezakt naar plek zes in het klassement. Neen, een verrassing was het niet dat Oud-Heverlee Leuven afgelopen zondag haar trainer Emilio Ferrera (49) bedankte voor bewezen diensten. Het hoofd van de Brusselaar lag al enkele maanden op het kapblok. Al in september liet CEO Paul Van Der Schueren verstaan dat de inpassing van de veertien (!) nieuwkomers meer tijd in beslag nam dan gedacht.

Dan was het verrassender dat OHL besloot om met Ferrera door te gaan na de degradatie uit de Jupiler Pro League vorig seizoen. OHL kwam één puntje te kort, maar het bestuur was tevreden over het geleverde spel onder Ferrera en wist dat in het nieuw opgerichte 1B een moeilijk transitiejaar te wachten stond. Vooral op budgettair vlak. Dan is een trainer die in het verleden zijn deugdelijkheid bewees bij financieel beperkte clubs (Beveren, RWDM, Lierse, Dender) geen verkeerde keuze. Tegen de zin van Ferrera werd in juni met Wim De Corte wel een technisch directeur ingehaald.

Los van de resultaten deed Ferrera, die ook de belofteploeg trainde, wat van hem verwacht werd: jongeren kansen geven en tactisch bijscholen. Hij lag goed bij de spelers én bij de rest van de technische staf, maar met duels tegen Antwerp, Lierse en Roeselare in het verschiet zag het bestuur zich genoodzaakt in te grijpen. Ferrera was net iets langer dan een jaar trainer in Leuven. OHL mag op zoek naar een zesde trainer in dik drie jaar tijd. Het ontbreekt de club aan een identiteit, buiten dan die van jojo-club.

Supporters versus bestuur

Jimmy Houtput
Jimmy Houtput© Belga Image

Er borrelt al langer iets aan Den Dreef, dezer dagen het Eneco Stadion genoemd. Die naamsverandering is trouwens een van de vele frustraties bij supporterskern OHL 2020. Een protestgroep die in 2014, na de eerste degradatie uit de JPL, werd opgericht. ‘We zijn een liftclub, wat voor de nodige moeilijkheden zorgt in het beleid: je kunt weinig anticiperen of op lange termijn werken’, erkende Van Der Schueren deze zomer. Net die verantwoordelijkheid legt OHL 2020 bij de CEO, die in hun ogen te veel macht naar zich toe trok in de voorbije jaren.

OHL doet het momenteel zonder echte voorzitter, een functie die sinds het opstappen van Jimmy Houtput – in september vorig jaar in opspraak gekomen door een undercoveroperatie van het Britse The Telegraph naar third party ownerships in het professionele voetbal – waargenomen wordt door Chris Vandebroeck, tevens communicatieverantwoordelijke en juridisch adviseur van de club. Samen met Van Der Schueren is hij de belangrijkste bestuurder bij OHL.

Een doorn in het oog van OHL 2020, dat vaststelt dat de club nu geleid én gecontroleerd wordt door dezelfde mensen. Zij achten het duo verantwoordelijk voor de liquidatie van voormalig voorzitter Jan Callewaert, voor het vertrek van enkele geliefde spelers en voor het afhaken van een aantal sponsors. ‘Het is beleid vanuit een ivoren toren’, aldus Mike Naert, uitbater van concertzaal Het Depot en café Sport in Leuven, en medeoprichter van OHL 2020. Zij vrezen dat OHL zich in financiële nesten werkt en dat hun club – uit pure noodzaak – weldra in buitenlandse handen zal vallen.

Van Der Schueren heeft het over ‘een onderstroom die de club enkel negatief in het daglicht wil brengen om een eigen agenda te kunnen uitvoeren’ en verkiest hen geen aandacht meer te schenken. Toch beseft de CEO dat hij een probleem heeft. OHL 2020 wordt gedragen door Leuvense publiekslievelingen als ex-spelers Bjorn Ruytinx en Wim Raymaekers, maar ook door sterke beleidsfiguren zoals Bart De Smet, CEO van Ageas, en Eddy Vandezande, ex-sportief directeur van OHL, in een niet zo ver verleden allebei belangrijke zakelijke partners van de club. Zij beweren een alternatief te kunnen bieden voor het huidige bewind en wachten geduldig af tot Van Der Schueren de handdoek werpt. In juni van dit jaar loopt zijn mandaat af.

Buitenlandse investeerder

De CEO anticipeert evenwel. Zo paste OHL zijn structuren aan en werd het opgesplitst in een cvba en een vzw, om een investeringsmodel toe te laten en af te stappen van de lokale verankering. Een puur strategische overweging, legt Van Der Schueren uit. Hij gelooft niet langer in het model waarbij een eersteklasser zijn budget bijeen krijgt dankzij vele kleine (en lokale) investeerders. OHL 2020 daarentegen spiegelt zich aan een beleid zoals KV Mechelen dat voert: gedragen door supportersparticipatie. Van Der Schueren pareert: ‘In Mechelen lenen ze van bedrijven en supporters, wij van de stad, wat is het verschil? Wij bouwen op grond van de stad, dus dat wordt later eigendom van hen.

‘Vijf jaar geleden zijn wij op zoek gegaan naar sociaal kapitaal in de regio om strategisch de toekomst van deze club uit te bouwen en in eerste klasse te geraken’, gaat de CEO verder. ‘Omdat het om kapitaal met sociaal oogmerk ging, kregen ze beperkte inspraak. Daardoor groeiden gaandeweg twee kampen in de club: de oorspronkelijke verankeraars, mensen die er al lang zaten, en de nieuwe investeerders. Zolang we wonnen en in eerste bleven was dat allemaal geen probleem, maar de dag dat we degradeerden begonnen de problemen. Cercle Brugge heeft net dezelfde problematiek gekend. Waarom denk je dat zoveel clubs op zoek gaan naar één sterke geldschieter? Marc Coucke bij Oostende, Maleisiërs bij Kortrijk, Chinezen bij Roeselare,… Dan is het toch logisch dat wij toekomstgericht ook nadenken hoe we OHL in eerste klasse kunnen krijgen en houden?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content