Papa Miracoli: hoe Luciano D’Onofrio van Antwerp een PO1-kandidaat maakte

© PHOTONEWS
Thomas Bricmont

Never change a winning team. Met die slagzin in het achterhoofd heeft Luciano D’Onofrio, de voormalige topman van Standard, in enkele maanden tijd een ploeg gebouwd die in de running is voor play-off 1.

Zaterdag 29 juli 2017. Antwerp ontvangt Anderlecht op de eerste speeldag van de competitie. In de zogenaamde viskom achter een van de doelen op de Bosuil verschijnt Luciano D’Onofrio met een lookalike van Donald Trump aan zijn arm. Met veel egards groet hij enkele leden van het directiecomité van Anderlecht en vlijt hij zich neer in de zetel links van zijn goede vriend Roger Vanden Stock. De Bosuil, de nieuwe thuishaven van D’Onofrio, brandt. Letterlijk. Na een gedwongen retraite van dertien seizoenen in het vagevuur van tweede klasse – een eeuwigheid voor het stamnummer 1 – zijn de supporters niet meer te houden. Tribune 1 verdwijnt achter een gordijn van rookbommen. De boodschap aan het adres van de Brusselaars is ondubbelzinnig: ‘We don’t come for peace.’ Ook de journalisten maken kennis met de hel van Deurne: zij worden in een geïmproviseerd hok geïnstalleerd te midden van een bouwwerf waar later de nieuwe tribune zal verrijzen.

Luciano, zoals vaak perfect uitgedost, wisselt enkele woorden uit met zijn buren en observeert met een godvruchtige blik de eerste wedstrijd van zijn nieuw speeltje. Naast hem probeert Vanden Stock met wilde gebaren het armtierige voetbal van Anderlecht te camoufleren. Het mag niet baten: paars-wit geraakt niet voorbij de thuisploeg (0-0). Spelers en supporters van Antwerp vieren het punt tegen de regerende landskampioen als een overwinning. Het voetbal is rudimentair, maar de spelers hebben zich als leeuwen verweerd. Ook D’Onofrio glundert. Vanden Stock en co balen, toen nog niet wetende dat de sportieve ellende zich zou opstapelen.

Een maand eerder had de voormalige sterke man van Standard in het dossier van Henry Onyekuru een smadelijke nederlaag geleden tegen de Brusselse bewindvoerders. D’Onofrio had zijn oude compagnon Antero Henrique, dertig jaar werkzaam bij Porto en sinds de zomer de nieuwe sportief directeur van PSG, getipt over Onyekuru. Een transfer van Onyekuru naar PSG zit in de pijplijn, maar de Nigeriaanse spits heeft geen zin in een uitleenbeurt aan Antwerp. Een paar uur nadat Onyekuru zijn medische tests heeft afgelegd in Parijs stapt hij in het gezelschap van zijn raadgever in een privéjet die hem naar het noorden van Engeland moet overbrengen. Nemen ook plaats op de vlucht: makelaar Christophe Henrotay,die het vliegtuigje heeft gehuurd, Laurent Denis, huisadvocaat van Anderlecht, en Mogi Bayat, die van Eupen een mandaat heeft gekregen om de transfer te regelen. Al dat schoon volk heeft een rendez-vous met het bestuur van Everton. Nog voor het verstrijken van de dag is de overgang een feit. Herman Van Holsbeeck heeft met succes zijn masterplan uitgevoerd.

Sobere kantine

Luciano en ik zouden als tandem samenwerken bij Antwerp. Een beetje zoals Preud’homme en hij hadden gedaan bij Standard.

Marc Degryse

Nog voor de winterstop de Jupiler League een halt toeroept, maakt D’Onofrio een opgemerkt optreden bij een provincialer uit Deurne. De reservespelers uit de A-kern van Antwerp werken er een oefenmatch af tegen de U21 van Antwerp. Voor jongens als Jelle Van Damme, die zich na zijn vervanging tijdens de rust snel uit de voeten maakt, is het de gelegenheid om ritme op te doen. De aanwezigheid van de kale man is geen toeval: hij wil zien hoe de Burkinese testspeler Jonathan Pitroipa, in het verleden aan de slag bij Rennes en Hamburg, het ervan afbrengt op het compleet verzopen veld. Getuigen zien hoe D’Onofrio beschutting zoekt in de sobere kantine van de club en enkele stukken taart naar binnen schrokt.

Voor veel mensen is D’Onofrio een mysterie. Wat motiveert een 62-jarige man, die in de jaren negentig als bemiddelaar optrad voor sterspelers als Thierry Henry, Zinédine Zidane en Marcel Desailly om plots een club als Antwerp te leiden? Mensen uit zijn entourage claimen dat D’Onofrio, die opgegroeid is in het Italiaans stadje Castelforte in de regio Latium, altijd geïntrigeerd is geweest door Antwerp. Om die reden is het na zijn periode in Luik nooit wat geworden met Charleroi en Eupen. Volgens hem verdient Antwerpen een voetbalclub die het enorme potentieel ontgint en de grandeur van de Scheldestad uitstraalt.

Een aantal jaar geleden was D’Onofrio al van plan om naar de Antwerpse metropool te verhuizen om Beerschot te superviseren. Het plan wordt in elkaar gebokst door Marc Descheemaecker, ex-gedelegeerd bestuurder van de NMBS. Hij wil aan Marc Degryse het sportieve departement toevertrouwen. Op zijn beurt vraagt Degryse aan D’Onofrio of hij mee op de kar wil springen. ‘We hebben elkaar drie keer ontmoet in de gebouwen van de NMBS en telkens leek Luciano zeer geïnteresseerd in het project’, herinnert Degryse zich. ‘Luciano en ik zouden als tandem samenwerken. Een beetje zoals Preud’homme, die later trainer zou worden, en hij hadden gedaan bij Standard. Toen Descheemaecker ontdekte dat de club meer dan tien miljoen euro schulden torste, hebben we alles stopgezet.’

Zijn naasten zijn dus niet helemaal verrast wanneer D’Onofrio op 13 juni van vorig jaar met het nodige kabaal zijn intrede maakt in Antwerpen en bij TheGreat Old wordt voorgedragen als de nieuwe sportief directeur. Het was lang een goed bewaard geheim. Niet het minst omdat alles in een handomdraai wordt geregeld. ‘De eerste contacten met Paul Gheysens dateren van mei’, vertelt D’Onofrio. ‘Hij wilde met mij praten over voetbal en Antwerp. Na twee of drie afspraken hebben we alles laten bezinken. Niet veel later was er al een akkoord.’

Enkele dagen voor de plechtige bekrachtiging had D’Onofrio zijn carrièreswitch opgebiecht aan Roger Vanden Stock tijdens een restaurantbezoek in Brussel. De voorzitter van Anderlecht had stiekem gehoopt dat D’Onofrio alsnog naar Neerpede zou komen. Nochtans werd de eerste poging om D’Onofrio binnen te halen in 2011 gekelderd door de clan rond Alexandre Van Damme.

Royal Standard Antwerp

Op conditioneel vlak behoren we tot de top in België. Er zijn weinig ploegen die meer kilometers afleggen dan wij.

Faris Haroun

Eén man is niet verbaasd dat Mister Ghelamco en Don Luciano met elkaar in zee gaan: Yves Leterme. Hij kent de twee redelijk goed. ‘Gheysens is een goede scenarioschrijver. En hij laat zich graag omringen door mensen die in hun sector aan de top staan’, aldus Leterme. ‘Het is niet abnormaal dat hij aan Luciano gevraagd heeft om de nieuwe sportieve patron te worden van Antwerp.’

Hoewel Gheysens het meer heeft voor raspaarden dan voor 22 wezens die achter een bal lopen, heeft hij al lang begrepen welke economische impact het voetbal heeft. Met D’Onofrio aan zijn zijde, zo redeneert hij, zal hij aan een duizelingwekkende snelheid de voetbaltop bestormen. ‘Ik heb de ambitie om het Antwerpse publiek de topclub te geven die het verdient’, vertelde Gheysens bij de start van het seizoen. ‘Er zit geen haast achter, maar ik wil wel om de zoveel tijd bepaalde stappen zetten. Met zijn uitgebreid netwerk en deskundigheid is Luciano de geknipte man voor de job.’ Een netwerk dat hij afgelopen zomer uitrolt door achttien spelers aan te trekken. Met Dino Arslanagic, Sinan Bolat en vooral Jelle Van Damme rekruteert hij zelfs enkele bekende gezichten van bij Standard. ‘Mijn keuze voor Antwerp? De aanwezigheid van Luciano en het fanatieke Antwerpse publiek’, vertelde de oud-aanvoerder van Standard aan Sudpresse. ‘Het is de oudste club van het land en de mentaliteit doet mij denken aan Standard.’

‘Antwerp is het Standard van Vlaanderen’, legt commercieel directeur Patrick Decuyper uit, voor de komst van Gheysens de grote baas op de Bosuil. ‘Voor veel supporters is Antwerp niet zomaar een hobby, het is hun leven. Ze zouden hun laatste centen uitgeven voor de club. Dat het nu zo goed gaat, is te danken aan de flow die de laatste jaren in stand werd gehouden door de meest fanatieke supporters. Zij hebben de club nooit laten vallen. In de verloren titelmatch tegen Eupen twee jaar geleden zat het stadion nokvol. 13.000 man. Om veiligheidsredenen mochten we niet meer kaarten verkopen. Ik heb de club moeten opkuisen. Je mag niet vergeten dat Antwerp gedurende een kwarteeuw bestuurd werd door een dictator als Eddy Wauters. Het werkklimaat was daardoor negatief geworden. Beeld je in wat de club de voorbije 25 jaar had kunnen bereiken met een beter beleid. Volgens mij zou het Club Brugge al twee keer voorbijgestoken zijn. Dit is geen club van het niveau Sint-Truiden, Kortrijk of Zulte Waregem. De groeicapaciteiten zijn enorm. Je hebt de haven, een politieke concentratie van de macht en een hinterland met een miljoen inwoners.’

Succesrecept

Het is het geen uitgemaakte zaak dat László Bölöni ook volgend seizoen aan boord blijft bij Antwerp. D’Onofrio was hem bij Standard al na enkele maanden beu gezien.

Om het Standardgevoel bij Antwerp nog meer aan te wakkeren, werd de pensioengerechtigde László Bölöni vanonder het stof gehaald. De Roemeen, die jaren geleden in Portugal bevriend raakte met D’Onofrio, was zeker van zijn stuk. Hij kon niet falen. Had hij een tiental jaar geleden niet met succes Michel Preud’homme opgevolgd? De coach die in Luik net een heldenstatus had verworden nadat hij in 2008, voor het eerst in 25 jaar, Standard de titel had geschonken. Met een onverbiddelijk regime slaagde Bölöni erin om een licht ontvlambare kleedkamer, die nog surfte op de golven van de vorige titel en erom bekendstond geregeld nachtelijke escapades te organiseren, onder de knoet te houden. Zijn methodes waren niet bij iedereen even populair – dat hij nu en dan te laat opdaagde op training pleitte niet in zijn voordeel. En toch grijpt hij tien jaar na zijn krachttoer met Standard terug naar zijn oude succesrecepten. Op training is lachen not done en er wordt vooral gelopen. Véél gelopen.

‘De voorbereiding was loodzwaar’, zegt Faris Haroun, de motor op het middenveld van Antwerp. ‘Na het behalen van de titel hebben we geen enkele officiële wedstrijd meer gespeeld en het was dus zaak om onze conditionele achterstand in te halen. Tijdens de zomerstage hebben we tien dagen aan een stuk getraind. Er was geen enkele dag bij waar we konden ontspannen. Bölöni hamerde erop dat we meer volume moesten kweken. Aan zijn loopoefeningen leek maar geen einde te komen. Zijn oefenstof is wellicht old school, maar het werkt. Op conditioneel vlak behoren we tot de top in België. Er zijn weinig ploegen die meer kilometers afleggen dan wij. We hebben dit seizoen zelfs al wedstrijden uitgespeeld zonder een vervanging te doen. Club Brugge is ook een machine, maar zij lopen minder omdat ze vaker in balbezit zijn.’

Met een vierde plaats en een ticket voor play-off 1 in het vooruitzicht voldoet Antwerp ruimschoots aan de verwachtingen. Toch is het geen uitgemaakte zaak dat Bölöni ook volgend seizoen aan boord blijft bij Antwerp. De houdbaarheidsdatum van de op vier na langst dienende Roemeense international is nu eenmaal van korte duur. D’Onofrio was hem bij Standard al na enkele maanden beu gezien, maar hij mocht toen in extremis blijven na winst in de historische testmatchen tegen Anderlecht. Bölöni weet dus wat hem straks te doen staat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content