Pieter Gerkens: ‘Een 5-0 zoals in Brugge zal ons niet meer overkomen’

© BELGAIMAGE
Alain Eliasy Journalist bij Sport/Voetbalmagazine

De titelstrijd met Club Brugge, zijn transformatie bij Anderlecht en de wederopstanding van de ploeg. Aan de vooravond van de eerste play-offwedstrijd gooit Pieter Gerkens zijn troeven op tafel.

Maak een overzicht van het seizoen van Anderlecht en je krijgt de indruk dat de club zich van crisis naar crisis sleepte. Er was de gokaffaire rond Olivier Deschacht, het ontslag van René Weiler, het korte intermezzo met Nicolás Frutos, de overnameperikelen, de zwakke wintermercato en de verkoop van aanvoerder Sofiane Hanni. Geen mens die het Pieter Gerkens kwalijk had genomen mocht hij samen met zijn ploegmaats verzopen zijn. Maar de 23-jarige Limburger hield het hoofd boven water. Hij trok zich niets aan van de onrust die rond de club hing. ‘In het begin denk je: wow, wat is dit hier? Bij een topclub is er meer bekijks van buitenaf, wordt er veel meer geschreven. Ik kan begrijpen dat sommige spelers zich gaan afschermen van de buitenwereld om alles beter te kunnen plaatsen. Maar mij lijkt het niet noodzakelijk.’

Puur individueel gezien moeten wij niet onderdoen voor Brugge. Als iedereen bij ons zijn beste dag heeft tenminste.

Pieter Gerkens

Niemand die Gerkens nog ziet als een alibi-Belg om de opgelegde quota te halen. En Gerkens is nu ook voor de volle honderd procent overtuigd dat hij wel iets te zoeken heeft bij Anderlecht. ‘Buiten de uitwedstrijd op Standard en de thuismatch tegen Waasland-Beveren – die week was ik ziek – heb ik altijd mijn match gespeeld. Standard was echt slecht. Na zeventig minuten werd ik gewisseld en dat was een verlossing voor mij. Je kunt in een wedstrijd groeien, maar het zat er die dag gewoon niet in. Ik weet dat er gezegd wordt dat ik het niet waard ben om voor Anderlecht te spelen. Zoiets raakt mij dus niet. Ik bedoel: iedereen heeft het recht om zijn mening te geven, maar ik vind dat ik genoeg bewezen heb dat ik wel bij Anderlecht hoor te spelen. Ik ben de aandacht en de kritiek intussen gewoon. Als je je daar druk om maakt, gaat je spel eronder lijden. Toen ik net begon te voetballen, las ik wat over mij geschreven werd. Nu niet meer. Je hebt er niets aan en je leert er niets uit.’

Je mag gerust zijn: samen met Matz Sels was je een van de weinige spelers die zelden kritiek kregen. Maar je kunt toch niets hebben tegen opbouwende kritiek?

PIETER GERKENS: ‘Bestaat er zoiets als opbouwende kritiek in de kranten? Luister: als je iets fout hebt gedaan tijdens een match, zul je het horen van de coach en van je medespelers. Hun kritiek is mij veel meer waard dan wat in de kranten staat. Ik ben altijd iemand geweest die zich redelijk goed kan afscheiden van negatieve commentaren. Ik moet zelfkritisch zijn voor mezelf en mijn eigen analyses proberen te maken. En aan de rest moet ik zo min mogelijk aandacht schenken.’

Je kreeg een tijdje geleden een geweldig compliment van Hein Vanhaezebrouck. Hij kende jou niet, maar hij vond dat je meteen begreep waar hij naartoe wilde.

GERKENS: ‘Ik ben niet de speler die één op één zijn man voorbij zal gaan – daarvoor kom ik snelheid en kracht tekort. Maar een van mijn grootste kwaliteiten is dat ik de zaken snel oppik.’

Je bent niet meer dezelfde speler als bij STVV?

GERKENS: ‘Ik ben een completere speler geworden. Tijdens een training heb ik nooit gedacht: hier kan ik echt niet volgen . Ik ben erin gestapt toen de internationals nog vakantie hadden en ik ben geleidelijk aan meegegroeid met het niveau. Ik had ook geluk dat Hein Vanhaezebrouck is gekomen op het moment dat er een interlandbreak was. De groep was klein en het was dus gemakkelijker om op te vallen. Ik had redelijk snel door dat hij in mij geloofde en dat ik een eerlijke kans zou krijgen.’

Je zou een goede verstandhouding hebben met Vanhaezebrouck.

GERKENS: ‘Laat het mij zo zeggen: ik kan mij terugvinden in zijn ideeën. Speler en trainer moeten elkaar proberen beter te maken. Meer moet dat niet zijn. Zo’n relatie hebben wij dus. Het is niet dat we goede vrienden zijn en samen iets zullen gaan eten.’

SAFETY FIRST

Vanhaezebrouck heeft het wel voor jou. Je bent een van de eerste namen op het bord.

GERKENS: ‘En dat is gevaarlijk. Je krijgt het vertrouwen van de coach en je gaat er beter van voetballen. Maar onbewust ga je het rustiger aan doen.’

Is er een moment geweest dat je dacht: nu ga ik even chillen?

GERKENS: ‘Zeker. Ik haalde er niet meer het maximale uit. Ik gaf mij vollen bak op training. Maar in plaats van een tackle in te zetten, hou je je soms in. Je speelt op veilig om fit te zijn voor de match van het weekend.’

Een gebrek aan scherpte zoals de trainer het verwoordde. Hij sprak zelfs over een dooie boel in de kleedkamer. Wat bedoelde hij daarmee?

GERKENS: ‘We lieten begaan en we waren het geloof kwijt in onszelf. Dat was het grootste mankement van de ploeg. Wij hadden als groep moeten zeggen: nu gaan we knokken, ongeacht wat er gebeurt. Maar we zochten naar excuses: blessures, schorsingen, spelers die vertrokken waren… Die mentaliteit zag je terug in de matchen. We kwamen vaak op achterstand en mentaal waren we niet sterk genoeg om meteen terug te vechten. We kwamen overal een stap te laat, we gingen het duel een fractie van een seconde minder snel aan, we wonnen geen tweede bal. Dan kom je niet aan voetballen toe. En we misten een pak spelers. We hebben niet de grootste kern en je voelt het meteen als er jongens ontbreken. Ik zal niet zeggen dat we de bodem hadden bereikt, maar iedereen wist dat het absoluut beter moest.’

Sommige spelers verwezen naar de onzekere situatie rond de overname van de club. In welke mate kan dat een invloed gehad hebben op jullie prestaties?

GERKENS: ‘Indirect zal dat wel meegespeeld hebben. Niet dat we er elke dag over aan het praten waren – ik denk dat het slechts een paar keer ter sprake is gekomen. Ik kan mij ook niet inbeelden dat sommigen plots zeggen: nu de overname rond is, gaan we weer voetballen . De komst van Marc Coucke heeft wel voor duidelijkheid gezorgd.’

Duidelijkheid die er niet was tijdens de wintermercato. Waren jullie aan het wachten op versterkingen?

GERKENS: ‘Wachten is misschien te sterk verwoord. We verwachtten wel dat er iets zou gaan gebeuren. We hebben goede spelers zien vertrekken en dan denk je automatisch: er zal wel iemand voor in de plaats komen. Maar je voelde tijdens de transferperiode dat er hier en daar wat onenigheid was binnen de club. En dat heeft de ploeg doen twijfelen. Je kunt toch niet zeggen dat de transferperiode gelukt is…’

Wat was voor jou het dieptepunt?

GERKENS: ‘De periode waarin we punten verloren tegen KV Mechelen, Oostende, en STVV. Nul bezieling was er in de ploeg. We hadden nog uren kunnen blijven spelen en er zou niets van gekomen zijn. Voor de winterstop verloren we eerst van Charleroi en daarna bij Club Brugge. Maar ik had telkens het gevoel dat we echt aan het voetballen waren.’

Jullie verloren met 5-0 van Club Brugge en de kloof in de reguliere competitie is zelden kleiner geweest dan 10 punten Net na de winterstop verklaarde je dat Anderlecht minstens evenveel kwaliteit heeft als Club.

GERKENS: ‘Dat geloof ik nog steeds! Tegen Brugge deden we twintig minuten goed mee. We zijn helemaal ingestort door de twee tegendoelpunten kort voor de rust. Het zou niet mogen gebeuren en ik hoop dat we er iets uit geleerd hebben. Ik mag zelfs zeggen dat het ons dit seizoen niet meer zal overkomen. Puur individueel gezien moeten wij niet onderdoen voor Brugge. Als iedereen bij ons zijn beste dag heeft tenminste.’

Ik zal je tegenspreken. Jullie hebben geen Anthony Limbombe, die twee man kan dribbelen en vanuit het niets kan scoren. Of een Hans Vanaken. Of een Ruud Vormer.

GERKENS: ‘Wij hebben aan kwaliteit inge- boet. En oké, we hebben geen speler als Limbombe. Maar buiten Limbombe hebben we qua spelersmateriaal hetzelfde als Club. Ryota Morioka kan wat Vanaken kan, daar ben ik echt van overtuigd.’

Je moet zeggen dat je nog in de titel gelooft. Je wordt afgemaakt als je openlijk het tegendeel beweert.

GERKENS: ‘Club is duidelijk dé favoriet. Als alles normaal verloopt, dan spelen ze gewoon kampioen. Maar het verschil is amper 6 punten. Ja, dat lijkt mij overbrugbaar. Twee keer winnen tegen Club Brugge en we staan naast hen. Er zal zeker een moment zijn in de play-offs dat Club met schrik zal zitten en dan weet je nooit wat er kan gebeuren. Play-off 1 is sterk bezet dit seizoen. Volgens mij kan iedereen van iedereen winnen.’

Ook belangrijk: Club Brugge heeft tekenen van kwetsbaarheid getoond.

GERKENS: ‘De laatste weken hebben bewezen dat iedereen te kloppen is. Club heeft een heel goede periode gekend – ze waren veruit de beste ploeg van België. Omdat ze op collectief vlak veel verder staan dan de rest. Maar we hebben veel kansen laten liggen om enkele punten in te lopen. Vooral omdat we zelf niet goed genoeg waren. Nu staan we er beter voor. Terwijl er geen grootse dingen veranderd zijn.’

BESLISSENDE ONTMOETING

Hoe heb jij het vertrek van René Weiler beleefd? Het is tenslotte op zijn aandringen dat je bij Anderlecht zit.

GERKENS: ‘Het waren bange tijden voor mij toen hij vertrok – met een nieuwe coach weet je nooit of het zal klikken. En René Weiler was toch dé man die mij naar Anderlecht heeft gehaald. Hij heeft mij helemaal overtuigd tijdens een gesprek in Brussel dat meer dan twee uur heeft geduurd. Voor onze ontmoeting kon het nog alle kanten uit. Het onderhoud heeft het verschil gemaakt. Ik kreeg de indruk dat hij echt iets in mij zag. Natuurlijk heeft het meegespeeld dat ik Belg ben. Voor elke Belgische club is dat goed meegenomen. Maar dat was niet de hoofdreden. Bij Anderlecht zullen ze gedacht hebben: hij kan goed voetballen én hij is Belg.’

'Wij hadden als groep moeten zeggen: nu gaan we knokken, ongeacht wat er gebeurt. Maar we zochten naar excuses.'
‘Wij hadden als groep moeten zeggen: nu gaan we knokken, ongeacht wat er gebeurt. Maar we zochten naar excuses.’© BELGAIMAGE

Weiler gaf je niet de impressie zaken aan te praten om jou naar Anderlecht te lokken?

GERKENS: ‘Nee, niet echt. Hij heeft mij gezegd: ‘Als je er niet mee kunt omgaan om niet elke week te spelen, dan moet je niet komen. Want je zult niet elke match spelen.’ Hij heeft mij nooit beloofd dat ik het gemakkelijk zou hebben en dat ik elke match zou starten.’

Hoe komt het dat je onder Weiler alles bij elkaar genomen veel minder gespeeld hebt dan nu met Vanhaezebrouck?

GERKENS: ‘Het systeem waarin ik nu speel, is hetzelfde als vorig seizoen bij STVV. Ik mag zo vaak als nodig infiltreren. Bij Weiler speelde ik meer als controlerende middenvelder. Ik moest zorgen voor het evenwicht. Maar die positie lager op het veld lag mij minder omdat je daar meer verdedigende taken hebt en ook de opbouw moet verzorgen.’

Zag Weiler ten onrechte een pure nummer 8 in jou?

GERKENS: ‘Ik moest laag staan om het spel te verdelen en Weiler wou ook heel fel dat ik in de zestien kwam. Maar ik had een groot probleem met mijn startpositie. Ik stond te hoog en daardoor geraakte ik nooit uit de dekking. Ik was te veel bezig met infiltreren en ik had te weinig oog voor de opbouw. Ik was nog niet klaar om op die positie te brengen wat er van mij verlangd werd. Ik moest bovendien Adrien Trebel, Sven Kums en Leander Dendoncker uit de ploeg spelen. Het was dus niet abnormaal dat ik weinig speelde.’

Zeker in het begin van mijn profcarrière was ik te braaf.

Pieter Gerkens

LICHAAMSTAAL

Je vader zei dat je te zacht was voor de voetbalwereld. Over welke periode had hij het?

GERKENS: ‘Dat was een algemene vaststelling. Ergens moet ik hem gelijk geven: ik was te braaf. Zeker in het begin van mijn profcarrière. Ik had bepaalde stappen in mijn carrière sneller kunnen zetten, maar door mijn zachtaardig karakter is mij dat niet gelukt. Ik was wellicht eerder doorgebroken mocht ik het harder gespeeld hebben.’

Wat had je anders kunnen doen? Een jeugdspeler moet toch gewoon luisteren naar de trainer en zwijgen?

GERKENS: ‘Klopt. Maar in een eerste ploeg moet je voor jezelf durven op te komen. Je ploegmaats zijn geen vrienden, wel concurrenten. Bij de jeugd was dat anders. Althans bij Genk. Iedereen kreeg zijn minuten. Of je nu Piet of Paul heette. En dan kom je ineens in de eerste ploeg terecht waar je moet werken voor je plaats en het respect moet afdwingen van je teamgenoten. Je moet je dus op een heel andere manier manifesteren in de groep.’

Had je je meer moeten laten gelden in de groep of tegenover de trainer?

GERKENS: ‘Mijn non-verbale communicatie kon beter. Soms dacht ik: het is klote dat ik niet speel, ik moet de volgende keer maar beter mijn best doen. Weet je wat ik had moeten doen? Met mijn lichaamstaal uitdrukken dat ik er alles aan zou doen om te spelen. Ik herinner mij nog hoe het bij de jeugd ging. Ik speelde op het middenveld en als de andere middenvelders allemaal gingen lopen, bleef ik achteraan om alles af te sluiten. Dat was goed voor de ploeg, maar ik kon niet laten zien waar ik toe in staan was. Dat zou ik nu niet meer doen, Ik zou mijn eigen ding doen.’

In dat opzicht zul je veel geleerd hebben in de Genkse kleedkamer met mannen als Kara en Thomas Buffel.

GERKENS: ‘Je had ook Jelle Vossen en Pelé Mboyo. Dat was geen gemakkelijke kleedkamer en dat heeft tot problemen geleid. Ik was toen totaal niet klaar om mijn plaats af te dwingen in de groep en basisspeler te worden. De stappen die ik nu heb gemaakt, had ik toen kunnen maken. Door een gebrek aan zelfbewustzijn ben ik even blijven hangen. Jammer. Het is pas bij STVV dat keeperstrainer Jos Beckx mij erop attent heeft gemaakt dat ik te meegaand was.’

Volgens een ex-ploegmaat ben je nochtans een agressieveling in het verkeer.

GERKENS: ‘Wie zegt dat? Stef Peeters? ( kijkt gespeeld verontwaardigd) We reden samen van Diepenbeek naar de training en die ritten waren altijd een gelegenheid om met elkaar te zeveren en stoom af te blazen. Maar geloof mij: het is vooral Stef die zich gemakkelijk kan opjagen in de auto. Hij is iets agressiever dan ik. Op een dag werd hij de pas afgesneden door een bestuurder die over een volle lijn was gereden. Het scheelde niet veel of de twee auto’s hadden elkaar geraakt. Stef begon hard te toeteren. De bestuurder van de andere wagen is langs de autosnelweg gestopt en Stef is toen hevig begonnen te roepen. Het dreigde even te escaleren. Uiteindelijk is het rustig gebleven. Voor mij was dat een extreme situatie. Aan de manier waarop Stef tekeerging, kon ik vermoeden dat het niet de eerste keer was dat hij zoiets meemaakte.’

‘Vroeger bleef ik ’s nachts op voor de NBA’

Als kleine jongen was Pieter Gerkens een grote fan van Robin Hood. Vandaag heeft hij het meer voor Derrick Rose, NBA-vedette en point guard van Minnesota Timberwolves. ‘Een favoriete ploeg heb ik niet. Ik ben eerder een Derrick Rose-fan’, aldus Gerkens. ‘Zijn verhaal boeit mij wel. Hij heeft jaren bij Chicago Bulls gespeeld en werd daar als jongste speler ooit uitgeroepen tot MVP van het seizoen ( in 2011, red). Daarna was het minder. Hij scheurde zijn kruisbanden en rolde van blessure naar blessure. Vorig seizoen ging hij als tweede point guard naar Cleveland, maar daar raakte hij door een nieuwe reeks blessures in een depressie. Bij Cleveland is LeBron James de man die een beetje alles regelt en ik sluit niet uit dat hij Rose weg wilde. Sinds begin deze maand zit Rose bij Minnesota. Ik heb nog nooit een NBA-match live bijgewoond, maar het staat zeker op mijn todolijst.’

Zijn neef, die op amateurniveau basketbal speelt, gaf de aanzet, maar Pieters passie voor de sport werd per toeval aangewakkerd. ‘Op een bepaald moment zijn we thuis omgeschakeld naar Telenet en die hadden de rechten op de NBA. Ik herinner mij een match tussen het grote LA Lakers en de Chicago Bulls met Kerstmis 2012. Het was een van de eerste matchen die ik rechtstreeks op tv heb gezien. Die match was toen zo spectaculair dat ik ben blijven kijken naar de NBA. Vroeger kon ik al eens opblijven voor een match. Nu doe ik dat niet meer. Ik besef hoe belangrijk een goede nachtrust is.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content