Racisme in het voetbal: een stand van zaken

© BELGAIMAGE

Het nieuwe jaar begon met een handvol claims die met racisme te maken hebben. De affaires rond Agbo, N’Ganga en Mpoku hebben zoveel impact gehad dat de verschillende actoren eindelijk bereid zijn om samen het probleem te tackelen. Een stand van zaken.

Kortrijk, 27 december 2017. De 42e minuut kabbelt rustig voort wanneer Uche Agbo een tweede gele kaart krijgt. Een beslissing die de Nigeriaan van Standard minutenlang aanvecht bij de man in het zwart. Uiteindelijk maakt hij toch aanstalten om naar de kleedkamer te gaan, maar de weg is nog lang. De sfeervolle staantribune, waar ook de harde kern staat, komt in zicht. En dan loopt het helemaal fout. Agbo beantwoordt het aanhoudende geschreeuw en de doordringende apengeluiden van de Kortrijkzanen met een welgemeende fuck you. Enkele seconden later gooit hij ook een fles water in het publiek. Zijn gebaar versterkt alleen maar de woede van de thuissupporters, die op hun beurt projectielen smijten. Spelers uit beide kampen komen tussenbeide, vanop een afstand bekijkt het scheidsrechterskorps het tafereel gelaten. Twee jaar eerder was er in het Guldensporenstadion een soortgelijk incident met Christian Kabasele. Ook hij werd het slachtoffer van racistische kreten ( zie kader).

Veel ouders gebruiken xenofobie om de tegenstander van hun eigen kindje te ontmoedigen.

Patrick Charles, directeur UNIA

Het imago van het Belgisch voetbal krijgt een deuk. Alweer. Op 4 februari, een dikke maand na het voorval met Agbo, doet Francis N’Ganga zijn beklag over racistisch gedrag in het Jan Breydelstadion. De linksachter van Sporting Charleroi kookt vanbinnen en signaleert het probleem aan de scheidsrechter. Die laat via de stadionspeaker een boodschap omroepen. Wat volgt is een kettingreactie. Via Twitter beweert de Belgische Congolees Paul-José Mpoku dat hij een dag eerder ook racistisch bejegend werd in Lokeren. Vijf dagen later, tijdens de terugmatch van de halve finale in de beker van België, klaagt de middenvelder van de Rouches opnieuw het onaangepaste gedrag van het Brugse publiek aan. Voor Mpoku is dat de druppel die de emmer doet overlopen. Na de match vraagt hij aan de instanties en de spelers om zich te mobiliseren tegen een verschijnsel dat in het begin van het nieuwe jaar niet meer te overzien is.

Geen immuniteit

Ook Wallonië kent een opflakkering van racisme. Zelfs de taalgrens kan een problematiek van deze omvang niet tegenhouden. Racisme is namelijk zichtbaar in alle variaties. Vorig seizoen was Idriss Saadi in Charleroi het mikpunt van discriminerende spreekkoren. Nadat hij Kortrijk op voorsprong heeft gebracht, viert hij zijn doelpunt door een masker van de Hulk op te zetten, de superheld die aan de oorsprong ligt van zijn bijnaam, en de lader van een denkbeeldig machinegeweer leeg te schieten. Edinson Cavani viert zijn goals op precies dezelfde manier. Maar als Saadi, een moslim, dat doet, krijgt het meteen een andere dimensie. Minstens één supporter reageert en gaat verbaal uit de bocht. Saadi krijgt krachttermen als ‘vuile Marokkaan’ en ‘vuile terrorist’ naar het hoofd geslingerd.

De match na de apengeluiden op Kortrijk vierde Christian Kabasele een doelpunt door een aap na te bootsen.
De match na de apengeluiden op Kortrijk vierde Christian Kabasele een doelpunt door een aap na te bootsen.© BELGAIMAGE

Saadi wilde niet reageren op heel de affaire. Mehdi Bayat, CEO van Sporting Charleroi, geeft toe dat geen enkele club immuun is voor het achterlijke gedrag van sommige supporters. Dus ook de Zebra’s niet. Al spreekt Bayat van een speciale context toen het incident zich voordeed op Mambourg. ‘Je mag uiteraard niet alles op een hoop gooien’, zeg Mehdi Bayat, die behalve grote baas van Sporting Charleroi ook lid is van de raad van bestuur van de Pro League. ‘Maar anno 2017 was het niet slim om een doelpunt te vieren door het publiek neer te maaien met een automatisch geweer.’

Wat opvalt is hoe elke vorm van logica ontbreekt bij supporters die in de fout gaan. ‘Hoe kunnen ze een donkere speler van de tegenpartij uitspuwen en tegelijk een zwarte speler van de eigen ploeg aanbidden?’, vraagt Jean-Michel De Waele zich af. De Waele is politicoloog en sportsocioloog aan de Université Libre de Bruxelles. ‘Je zegt daarmee: onze Afrikaan is een goeie, de anderen die ik niet ken boezemen mij angst in.’

Racisme en xenofobie zijn fenomenen die in heel Europa de boel verzieken. Onlangs hebben Blaise Matuidi, Mario Balotelli en Michy Batshuayi hun stem moeten verheffen om het probleem op de agenda te zetten. ‘Racisme is iets dat wijdverspreid is over het Europese continent. In Oost-Europa en Italië is het nog erger. Het ziet er niet goed uit, de situatie is zelfs onhoudbaar geworden’, klinkt het bij Rachid Madrane (PS), minister van Sport van de Federatie Wallonië-Brussel. Om zijn standpunt toe te lichten, citeert hij de Franse filosoof Michel Foucault: ‘De normen van een maatschappij worden afgemeten aan wat ze afwijst.’ Vrij vertaald: het voetbal weerspiegelt wat er gaande is in een samenleving. In België doet de behandeling van asielzoekers de spanningen oplopen. In ruime zin kun je stellen dat thema’s rond nationaliteit en identiteit de fantasie voeden. ‘Racistische daden komen meer en meer voor in het dagelijkse leven en gaan hand in hand met de lamentabele passiviteit van de mensen’, weet De Waele. ‘Het gedrag wordt bovendien aangemoedigd door het beleid van de regering en vooral van de N-VA.’

Scheldtirade

In die context is het bijzonder moeilijk om mensen die racistisch gedrag vertonen uit de stadions te weren. Mensen identificeren aan de hand van bewakingscamera’s is één ding, maar het is aan de scheidsrechters om op te treden en abnormale zaken te signaleren. ‘Een referee moet iets gehoord hebben om een rapport te kunnen maken. Hij kan geen rapport opmaken op basis van lucht’, aldus Gérard Linard, voorzitter van de KBVB.

Sinds een jaar of twee is het de match delegate die een rapport opstelt, een opdracht die vroeger uitsluitend de bevoegdheid was van de hoofdscheidsrechter. Het doel is duidelijk: zorgen dat de arbiter zich enkel op de match moet concentreren. In tweede instantie wordt de zaak behandeld door de Geschillencommissie van de bond. Met dat probleem: de bond kan, ongeacht het misdrijf, geen individu straffen, maar wel een club. ‘Een supporter wordt beschouwd als een afzonderlijk iemand die niet noodzakelijk een club vertegenwoordigt’, zegt woordvoerder Pierre Cornez. ‘Het is aan de club of aan de Voetbalcel om een individuele supporter te straffen.’

Dat soort gedrag wordt aangemoedigd door het beleid van deze regering.

Jean-Michel De Waele, sportsocioloog

De manoeuvreerruimte is dus heel beperkt. Op alle niveaus trouwens. Moussa Diallo, aanvaller bij Eupen, zag tijdens zijn passage in het provinciale voetbal welke vormen stompzinnigheid kan aannemen. Op zijn zestiende speelt hij met Andrimont, een gehucht niet ver van Verviers, een eindrondematch tegen Amblève. De Senegalees uit Dakar scoort twee keer en wordt door de trainer en een speler van Amblève beloond met een banaan. Het verslag van de scheidsrechter mondt uit op een gepeperde boete en een schorsing voor de coach. ‘Ik begreep er werkelijk niets van’, herinnert Diallo zich. ‘Ik heb zelfs een paar traantjes gelaten. Als je op die leeftijd zoiets meemaakt, stort je wereld in.’

Francis N'Ganga doet zijn beklag over racistisch gedrag van Clubsupporters. Ruud Vormer vraagt de ref om N'Ganga een tweede gele kaart te geven.
Francis N’Ganga doet zijn beklag over racistisch gedrag van Clubsupporters. Ruud Vormer vraagt de ref om N’Ganga een tweede gele kaart te geven.© BELGAIMAGE

In 2012 zet Diallo zijn opmars voort bij Aywaille in vierde klasse. Tijdens de verplaatsing naar het Vlaams-Brabantse Overijse moet hij negentig minuten lang oerwoudgeluiden en bierdouches trotseren. De scheidsrechter laat na om een rapport op te stellen. Vorig seizoen in La Louvière is het opnieuw raak voor Diallo: vanuit de tribunes weergalmen er kreten die weinig aan de verbeelding overlaten. Niemand die het nodig acht om het bewijsmateriaal om te zetten in een nota. ‘Ik denk dat de arbiter zo snel mogelijk de match wilde affluiten’, zucht Diallo. ‘Als er zelfs in de tweede amateurreeks niet wordt opgetreden, dan kun je niet verwachten dat er iets zal bewegen in de lagere afdelingen.’

Het amateurvoetbal is tot aan de basis aangetast door rassendiscriminatie. Dat blijkt andermaal in de lente van 2015, wanneer een speler van Molenzonen Hallaar door een supporter van Racing Westmeerbeek – de twee clubs komen dan uit in de Antwerpse vierde provinciale – verbaal wordt aangepakt. De scheldtirade is kwetsend en weinig origineel: aap, bananenplukker, ga terug naar uw land en kruip in uw boom. Eind 2016 komt de man in kwestie er vanaf met een boete van 900 euro, waarvan de helft met uitstel.

No sweat, no glory, no racism

In de periode van 1 januari tot 20 september 2017 registreerde UNIA, het Interfederaal Gelijkekansencentrum, een honderdtal klachten rond discriminatie in het Belgisch voetbal. De grootste gemene deler waren de klachten over raciale issues. Midden de jaren 2000 lanceert UNIA de campagne ‘Hang de aap niet uit’ om de haatzaaiers voor schut te zetten en de verschillende actoren binnen de voetbalwereld te sensibiliseren. UNIA-directeur Patrick Charles steigert bij het idee dat discriminatie opnieuw springlevend is: ‘We moeten niet alleen ageren bij de volwassenen, maar ook in de schoot van de jeugdopleidingen. Er is sprake van een soort copycat-gedrag dat van bovenaf komt. We mogen niet toelaten dat latent racisme zich verder ontwikkelt. Veel ouders gebruiken xenofobie om de tegenstander van hun eigen kindje te ontmoedigen.’

Naar eigen zeggen ontvangt Rachid Madrane elke week schriftelijke getuigenissen over dergelijk gedrag langs de zijlijn. Vanuit dat perspectief heeft ADEPS, de Franstalige tegenhanger van Sport Vlaanderen, in 2014 een charter gepubliceerd met de naam ‘ Vivonssport‘. Madrane: ‘Ik heb gevraagd dat het charter in elke kleedkamer en kantine opgehangen zou worden. Elke club zou ook een aanspreekpunt moeten hebben met wie de kinderen in dialoog kunnen gaan. Van clubs die niet willen meewerken, zullen we de subsidies wijzigen of schrappen. Het is het verhaal van de wortel en de stok.’

In Zweden geven de grootste drie club uit Stockholm (Hammarby, AIK en Djurgardens) al een tijdje het goede voorbeeld. Vorige zomer hebben ze de krachten gebundeld en een gedragscode opgesteld om de ouders aan te moedigen zich op een positieve manier te laten opmerken langs de lijn. Het resultaat mag er zijn: 1600 mensen hebben het document ondertekend. De code wordt aan de ingang van elk stadionnetje geafficheerd – delen ervan worden zelfs afgedrukt op T-shirts – en moet het bewustzijn van de mensen aanwakkeren.

Op 20 januari is het bezoek van Eupen voor Standard het perfecte excuus om zijn boodschap uit de dragen. Het stamnummer 16 zendt eerst een voorlichtingsvideo uit, gevolgd door een paar spandoeken die de verbeelding moeten prikkelen. ‘ Fairplay 4 all‘ en ‘ No to racism‘ staat er te lezen. Een paar weken later past Club Brugge zijn slogan aan voor de bekermatch tegen de Rouches. Aan de lijfspreuk ‘ No sweat, no glory‘ wordt ‘no racism‘ toegevoegd . Een lovenswaardig initiatief, maar het is het soort slagzin dat al zo vaak werd gebruikt door de UEFA dat de impact bijna nihil is. Volgens Gérard Linard moeten de clubs hun verantwoordelijkheid niet ontlopen: ‘Het is een stap in de goede richting, maar het is zeker niet genoeg.’

Van clubs die niet willen meewerken tegen racisme, zullen we de subsidies wijzigen of schrappen.

Rachid Madrane, minister van Sport

Belgische primeur

Bij elke wedstrijd zetten clubs hun imago en hun merknaam op het spel. Ze kunnen het zich dus niet permitteren dat racisme de funderingen weg vreet en dat een tiental onverlaten hun reputatie beschadigen. In het huidige klimaat kan dat al snel leiden tot een vlucht van sponsors en supporters. ‘Belgische clubs beseffen dat ze het zullen voelen in hun portemonnee als ze laten begaan. Het zou van een kortetermijnpolitiek getuigen om dergelijke supporters ten koste van alles te willen houden.’

Club Brugge nam de voorbije weken voor alle zekerheid het voortouw en startte een procedure op om acht supporters die betrokken waren bij de gebeurtenissen met N’Ganga en Mpoku uit het stadion te verbannen. ‘We hebben dat in het verleden nog gedaan’, benadrukt algemeen manager Vincent Mannaert. ‘Bij ons ligt het accent op de individuele aansprakelijkheid. Daarmee willen we ook aangeven dat het probleem zich niet voordoet in alle tribunes. Het is een minderheid die zich misdraagt.’

Via hun eigen stichting proberen de West-Vlamingen zich te ontdoen van een negatief beeld dat tevergeefs blijft plakken. Zo woonden jeugdspelers van blauw-zwart een theaterstuk bij dat draaide rond vluchtelingen. Aanvaller Abdoulay Diaby leidde het stuk in en reikte de jongens een opvoedkundige motivering aan. In het verlengde daarvan heeft de Brugse directie haar excuses aangeboden aan Sporting Charleroi. Maar in het hele verhaal is het vooral de attitude van Ruud Vormer die Francis N’Ganga dwarszit. N’Ganga verklaarde dat de Nederlander aan de arbiter vroeg om een tweede gele kaart te geven voor het uitdagen van de supporters. De verdediger van Charleroi ontkent niet dat hij zijn tong heeft uitgestoken, maar dat was een repliek op eerdere provocaties. ‘De reactie van Vormer staat mij niet aan. Ik vind het zelfs onaanvaardbaar. Hij heeft net als ik de geluiden gehoord. Door niets te doen moedig je de mensen aan om voort te doen. Het was zijn taak als aanvoerder van Club Brugge om met de supporters te praten en hen te kalmeren.’

Via Twitter liet Paul-José Mpoku weten dat hij racistisch bejegend werd in Lokeren.
Via Twitter liet Paul-José Mpoku weten dat hij racistisch bejegend werd in Lokeren.© BELGAIMAGE

Even verderop in Kortrijk is de malaise zowaar nog groter. Is dat de reden waarom KVK enkel via een communiqué wenst te reageren? ‘KV Kortrijk heeft racisme altijd op een krachtdadige manier veroordeeld. De beschuldigingen komen totaal niet overeen met de waarden van de club en de Jupiler League. De club wenst te verduidelijken dat noch de politie, noch de wedstrijdafgevaardigde, noch de scheidsrechter iets gemerkt heeft dat geïnterpreteerd kan worden als racisme. KV Kortrijk zal ingrijpen mochten er effectief racistische incidenten geconstateerd worden.’

De Kerels, die het hele verhaal van Agbo ontkennen, kregen een boete van 1000 euro. Grotendeels omdat het rapport van het scheidsrechterstrio te licht woog. Maar het weerhield Standard er niet van om een strafrechtelijke klacht in te dienen. Een primeur in het Belgische voetbal. ‘Het is betreurenswaardig dat het zover is moeten komen’, aldus Patrick Charlier. ‘Ik hoop dat de club en de Belgische voetbalbond de geschikte sancties zullen treffen.’

Uitbreiding voetbalwet

Intussen laten Paul-José Mpoku en co niet meer alles zomaar passeren – wat op zich al een serieuze evolutie is. De verschillende instanties (KBVB, Pro League, de Voetbalcel) zijn zich stilaan ook bewust dat het een werk van lange adem wordt en dat ze een strengere toon moeten aanslaan. De hervorming van de voetbalwet is een eerste stap. Vanaf 1 juni zal de wet, die tot nu enkel van toepassing is voor de hoogste drie mannenafdelingen, uitgebreid worden naar alle reeksen. Inclusief de vrouwen- en jeugdcategorieën. Bannelingen die niet meer welkom zijn in 1A, 1B en eerste amateur zullen ook in de lagere regionen geen amok meer kunnen maken. Een amendement dat de stempel draagt van Brecht Vermeulen (N-VA), kamerlid en ondervoorzitter van KSV Roeselare. Hij gaat uit van een simpel principe: eerst een officiële waarschuwing uitsturen en dan een sanctie uitspreken. Het is een manier om het aantal stadionverboden terug te brengen. Alleen al vorig seizoen werden er 870 stadionverboden uitgevoerd. ‘We moeten de mensen eerst opvoeden, hen in hun waardigheid laten. Als dat niet lukt, mag je met een straf komen’, aldus Vermeulen.

Specialisten waarschuwen voor een mechanisme waarbij mensen worden uitgesloten die zich al buitengesloten voelen uit de digitale samenleving. Op de lange termijn krijg je toestanden als in de Premier League, met stadions die gezuiverd worden van het zogenaamde gespuis.

Op 20 februari, na afloop van de maandelijkse bijeenkomst, maakte de raad van bestuur van de Pro League een nieuw actieplan bekend tegen racisme. Met de nadruk op zero tolerance, de bestraffing van asociaal gedrag en de bereidheid om de UEFA-richtlijnen te volgen inzake het opleggen van wedstrijden achter gesloten deuren. ‘Zij die niets hebben misdaan, en enkel voor de match komen, moeten mensen met slechte bedoelingen wakker schudden. Daar wil ik naartoe’, aldus Mehdi Bayat. ‘Wat mij betreft is het dé oplossing tegen racisme. Boetes van een miljoen euro helpen niet.’

De CEO van de Pro League, Pierre François, wil rond drie domeinen werken: preventie, sensibilisering en activering. Hij liet zich daarbij inspireren door de aanpak van de Britse organisatie Kick It Out. De belangenvereniging van de profclubs wil onder andere opleidingen over racisme et discriminatie organiseren voor stewards, veiligheidspersoneel en personen die een stadionverbod hebben. Het volgen van die opleiding zou de conditio sine qua non zijn om opnieuw matchen te mogen bijwonen. ‘Iemand van wie het rijbewijs werd ingetrokken, moet ook een opleiding volgen om het te kunnen recupereren. De Pro League moet de contouren nog vastleggen, maar we willen alles zo snel mogelijk afronden.’ Trekt de Pro League definitief ten oorlog tegen racisme en xenofobie?

‘Kinderen vinden het normaal om ‘vuile neger’ te horen’

Een getuigenis van Christian Kabasele, speler bij Watford en de Rode Duivels:

‘Ik heb vaak met racisme te maken gehad. In Bulgarije was het schering en inslag in uitwedstrijden. Bedroevend, maar het gebeurt eigenlijk overal. Mij overkwam het in 2015 niet toevallig in Kortrijk toen ik nog voor Genk voetbalde. Ik weet nog dat ik in de rechthoek sta en het duel win van mijn tegenstander. Hij valt en de supporters van de thuisploeg claimen een strafschop. Ik hecht geen belang aan het rumoer achter mij, en net wanneer ik op het punt sta mij aanspeelbaar te maken, hoor ik supporters apengeluiden maken. Het is een minderheid en toch is het duidelijk hoorbaar. Ik overloop heel snel mijn opties. Ofwel wind ik mij op en en verlies ik mijn focus op de match. Ofwel blijf ik kalm en negeer ik hen. Ik heb optie twee gekozen. Ik ben zelfs niet naar de scheidsrechter gegaan om het te melden. Mocht alles te herdoen zijn, dan zou ik wel meteen de arbiter aanklampt hebben. Na de match had ik een degout van wat er gebeurd was. Er is overleg geweest met het bestuur van Genk en Kortrijk heeft zijn excuses aangeboden. We waren aan het wachten tot ze de schuldigen zouden identificeren, maar ze vonden niemand. We hebben dan maar besloten om het zo te laten. De match daarop heb ik mijn doelpunt tegen Standard gevierd door een aap na te bootsen. Ik had niets voorbereid. Het was een spontane ingeving van het moment. Het was een vette knipoog of beter gezegd een middelvinger richting de mensen die mij zonder respect behandeld hadden. Het was mijn manier om te zeggen: jullie zien mij als een dier? Wel, ondanks alles kan ik voetballen en kan ik een goal maken. Ik zou het opnieuw doen. Daar ben ik geen honderd maar tweeduizend procent zeker van. Hoe het voelt om vergeleken te worden met een dier? Bij elke mens zou dat hard aankomen. Je moet over een goed incasseringsvermogen beschikken om ermee om te kunnen gaan.’

‘In België zouden de sancties gerust zwaarder mogen zijn. Alleen al als afschrikmiddel. Het is een kwestie van opvoeding. Als mijn zoon een fout maakt, zal ik hem straffen, zodat hij het niet meer opnieuw zou doen. Nu zit je met het gegeven dat de clubs zich niets aantrekken van de boetes. België zou beter een voorbeeld nemen aan Engeland. Via initiatieven als Show Racism The Red Card of Kick It Out wordt het probleem op een pedagogische manier aangepakt. Bij Watford worden wij ingeschakeld om met jongeren te spreken en ik vind dat dat we nog meer tijd moeten investeren in die jonge gasten. Kinderen van elf jaar vinden het bijna banaal om ‘vuile neger’ te horen. Terwijl het zo’n vreselijk scheldwoord is. Indien racisme niet ingedijkt wordt, moeten we een krachtig signaal geven. Ik zou zeggen: laten we met alle donkere spelers een weekend thuis blijven. Sommige debielen zouden dan pas begrijpen hoe belangrijk we zijn voor een club. Hoe dan ook: die mensen moeten inzien dat we onze strijd niet zullen opgeven.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content