Renaud Emond: ‘De feniks is het verhaal van mijn leven’

© BELGAIMAGE
Pierre Danvoye
Pierre Danvoye Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Renaud Emond (26) kende een bijzonder moeilijke start bij Standard, maar hij liet het hoofd niet hangen. De aanvalsleider van de Rouches over doelpunten, vertrouwen en een droom die uitkwam. ‘Ik kon bij alle Belgische topclubs terecht, maar ik wilde absoluut voor Standard voetballen.’

Je hebt het jaar van de draak, het jaar van de tijger, het jaar van de haan, het jaar van de aap. En je hebt het jaar van Renaud Emond, half oktober al goed voor 22 doelpunten in 2018. Het jaar van Emond, ook wel gekend als het jaar van de feniks.

Waarom vier je je doelpunten met dat specifieke gebaar?

Renaud Emond: ‘De feniks – ik heb er ook eentje op mijn arm laten tatoeëren – stelt het verhaal voor van mijn leven, vooral van wat ik heb meegemaakt bij Standard. De feniks herrees uit zijn as, net zoals ik. Veel mensen dachten dat mijn verhaal hier voorbij was, maar ik ben recht gekropen.’

Vreesde je op een bepaald moment niet zelf dat het over was?

Emond: ‘Ik moet toegeven dat ik ook getwijfeld heb. Soms had ik het gevoel dat het allemaal wel zou loslopen, maar op andere momenten dacht ik: ik maak mezelf iets wijs, het komt niet meer goed.’

Wanneer kwam je op het idee om een feniks na te bootsen?

Emond: ‘Eind januari, toen ik drie keer scoorde tegen Club Brugge in de halve finale van de beker, deed ik het voor het eerst. Ik speelde al eerder met het idee, maar ik wilde het juiste moment afwachten. Het moment waarop ik min of meer zeker was dat ik gelanceerd was bij Standard. Drie doelpunten maken op Sclessin in een belangrijke wedstrijd tegen een topclub: dat rechtvaardigde dat ik mijn geluk uitte. Enkele weken voordien was ik bovendien vader geworden. Ik had echt het gevoel dat ik een nieuwe start nam. Nu is die feniks mijn handelsmerk geworden. Ik vind het leuk als voetballers zo’n handelsmerk hebben. Luca Toni en François Sterchele deden een handgebaar. Axel Witsel viert een doelpunt ook op een eigen, specifieke manier, net als Cristiano Ronaldo en Antoine Griezmann. Ouders vertellen me soms dat hun zoon hetzelfde gebaar maakt als ik. De feniks is nu onlosmakelijk verbonden met Renaud Emond.’

Ik kwam vaak als eerste aan op training en bleef als laatste. Ik werkte keihard met de overtuiging dat het ooit zou lonen.

Renaud Emond

Gloriemoment

Je eerste doelpunt in de hoogste klasse scoorde je op Sclessin, weliswaar tegen Standard met Waasland-Beveren.

Emond: ‘Die goal zorgde ook al voor een déclic in mijn leven. Ik was bijzonder trots dat ik in dat stadion mocht voetballen. Voor een Ardennees is Standard altijd iets speciaals. Ik heb er altijd van gedroomd om voor Standard te spelen. Als kind kwam ik soms naar de wedstrijden kijken, vooral tegen Anderlecht en Charleroi, en ik was telkens onder de indruk van de geweldige sfeer in het stadion. Nu geniet ik er met volle teugen van dat mijn droom is uitgekomen.’

Je maakte vorig seizoen het enige doelpunt in de bekerfinale. Is dat je grootste gloriemoment tot dusver?

Emond: ‘Sinds mijn terugkeer in de ploeg in januari, kende ik meerdere grote momenten, vooral in de play-offs. Maar dat doelpunt tegen Genk in de bekerfinale staat in de annalen van de club geschreven. Daar spreken de mensen over 25 jaar nog over.’

Gedurende tweeënhalf jaar heb je geworsteld, niet al te veel gespeeld en dan scoor je plots aan de lopende band. Hoe verklaar je dat?

Emond: ‘Zoiets is soms moeilijk te verklaren en moeilijk te begrijpen. Ik herinner me hoe ik op stage in januari echt het gevoel had dat het over was. Sá Pinto had een ruime selectie spelers meegenomen naar Spanje. In de onderlinge wedstrijden behoorde ik niet tot de 22, er was voor mij zelfs geen plaats in het B-elftal. Teruggekeerd uit stage veranderde alles. Het begon met een trainingswedstrijdje tussen het A- en het B-elftal. Ik stond in het B-elftal, we wonnen met 3-0 en ik maakte de drie goals. Tegen Eupen kreeg ik vervolgens mijn kans en bleef daarna staan. Ik keerde terug uit de dood – ik kan geen beter beeld schetsen.’

Je bereikte je vormpiek in de play-offs, waarin je scoorde tegen AA Gent, RC Genk, Club Brugge en Anderlecht. Je leek helemaal bevrijd.

Emond: ‘Net als voordien tegen Yannick Ferrera en Aleksandar Jankovic had ik tegen Sá Pinto gezegd dat ik vier, vijf wedstrijden na elkaar nodig had om te bewijzen wat ik waard was. Om me goed te voelen op het veld, moet ik niet alleen fysiek in orde zijn, maar tevens zeker zijn dat ik ook de volgende wedstrijd mag starten, ook als ik niet scoor. Voordat ik het vertrouwen kreeg van Sá Pinto stond ik zelden meerdere wedstrijden op rij in de basis.’

Improvisatie vs organisatie

Orlando Sá keerde deze zomer terug uit China. Vreesde je niet dat het opnieuw moeilijk zou worden voor jou?

Emond: ‘Nee, ik vond het goed dat hij terugkeerde. Er zou sowieso een aanvaller bij komen. Standard koos voor iemand die het huis kende. Ik wist hoe voetbalde en hij wist hoe ik voetbalde. Als de trainer ervoor zou kiezen om met twee diepe spitsen te spelen, moeten we niet meer aan elkaar wennen. Dat is een voordeel.’

We horen spelers zeggen dat er veel veranderd is sinds Michel Preud’homme het roer overnam van Sá Pinto. Wat is er dan concreet veranderd?

Emond: ‘Alleen al de manier waarop de buitenwereld Standard bekijkt, is anders. De club straalt meer sereniteit uit. Michel Preud’homme is ook niet altijd de rust zelve langs de zijlijn – het kan trouwens op sommige momenten een kwaliteit zijn om je boos te maken – maar je merkt gewoon dat Standard over het algemeen serener geworden is. We hebben een heel goed seizoen achter de rug en het bestuur koos voor een langetermijnvisie met een trainer die tactisch super is en die door iedereen geapprecieerd wordt. Wij merken dagelijks dat de trainersstaf competent is. Elke speler weet exact wat van hem verwacht wordt en de tegenstanders zijn tot in de kleinste details geanalyseerd.’

Renaud Emond: 'Op stage in januari had ik echt het gevoel dat het voor mij over was bij Standard.'
Renaud Emond: ‘Op stage in januari had ik echt het gevoel dat het voor mij over was bij Standard.’© BELGAIMAGE

Samengevat: de improvisatie van Sá Pinto maakte plaats voor de organisatie van Preud’homme?

Emond: ‘Dat is een beetje kort door de bocht. Je mag niet stellen dat er geen organisatie was onder Sá Pinto. Hij stuurde ons niet het veld op met de boodschap: ‘Doe maar waar je zin in hebt.’ Tactiek bestond wel degelijk en de trainer analyseerde ook de tegenstanders. Nu gebeurt dat echter veel gedetailleerder: we weten exact hoe en waar we de andere ploeg pijn kunnen doen. De videoanalyse is top. Bovendien beschikken we over een uitzonderlijke conditietrainer. Op dat vlak gingen we er allemaal op vooruit. Ikzelf, bijvoorbeeld, loop nu tussen de elf en twaalf kilometer per wedstrijd. Dat is best veel voor een aanvaller.’

Enkele weken geleden vertelde je dat je voor het eerst een rustig seizoensbegin kent bij Standard. Dat werd tijd, niet?

Emond: ‘Je moet de context van elk seizoen bekijken. Toen ik hier tekende, had Standard nog geen trainer. Slavo Muslin was ontslagen en Yannick Ferrera had nog niet overgenomen. Ik tekende namelijk de dag na die beruchte 7-1-nederlaag op het veld van Club Brugge. Er heerste hier allesbehalve een vrolijke stemming. Het jaar erop lag de situatie dan weer moeilijk omdat Ferrera met een deel van het bestuur op ramkoers lag. Vorig jaar was het evenmin allemaal rozengeur en maneschijn onder Sá Pinto, want we begonnen heel slecht aan het seizoen.’

Gouden Stier

Jij ging dit seizoen gewoon door op je elan van de vorige campagne, alsof de vakantie niet bestaan heeft. Je teller staat op acht doelpunten: vijf in de competitie en drie in Europa. Je mag niet klagen, toch?

Emond: ‘Het klopt dat als je de balans opmaakt van 2018 tot nu toe, ik heel tevreden mag zijn. Maar ik kan nog beter, ik kan nog vaker scoren. Ik blijf doen wat ik gewoon ben sinds ik debuteerde in de hoogste afdeling: ik maak geregeld een doelpunt. Ik ken echter nog te weinig periodes waarin ik twee of drie keer raak tref per wedstrijd.’

Je bent de antipode van Ivan Santini. De spits van Anderlecht scoorde zeven keer in zijn eerste drie wedstrijden voor de Brusselaars, maar bleef daarna wekenlang droog.

Emond: ‘Regelmaat is ook altijd mijn handelsmerk geweest. Dat was mijn sterkte bij Virton en later ook bij Waasland-Beveren. Bij die laatste club droeg ik op een bepaald moment de Gouden Stier op mijn rug nadat ik voordien zeven of acht doelpunten achterstand telde op Aleksandar Mitrovic. Geleidelijk aan kwam ik dichter, wedstrijd per wedstrijd, doelpunt per doelpunt. En ik droeg dat shirt op het einde van de reguliere competitie, niet na drie wedstrijden. Dat wil wel iets zeggen, het betekent namelijk dat ik het hele seizoen scherp stond. Nadien speelde Mitrovic ijzersterke play-offs met Anderlecht en werd hij topscorer. Ik speelde maar één weekend met de Gouden Stier, maar ik ben er toch heel trots op. Dat shirt koester ik dan ook.’

363, hoe reageer je als ik je dat voorleg?

Emond: ‘363? Dat begrijp ik niet.’

Het duurde 363 dagen vooraleer je scoorde voor Standard.

Emond: ‘Ah zo. Dat was de slechtste periode uit mijn carrière. Het was allemaal gecompliceerd. Sommige wedstrijden mocht ik pas laat invallen, andere bleef ik de hele tijd op de bank en soms zat ik zelfs in de tribune of verhuisde ik naar de B-kern. Kortom, ik heb alles meegemaakt toen. Op zulke momenten kan je twee wegen inslaan: je kan het hoofd helemaal laten hangen omdat je vindt dat er geen ontkomen aan is, of je kan vechten en nog harder werken omdat je overtuigd bent dat je uiteindelijk zal slagen.’

Je hebt voor dat laatste gekozen, maar kreeg je nooit de indruk dat het tevergeefs was?

Emond: ‘Nee, want ik hield mezelf voor dat als het hier tot niets zou leiden, dat ik er elders wel de vruchten van zou plukken. Ik kwam vaak als eerste aan op training en bleef als laatste. Ik werkte keihard met de overtuiging dat het ooit zou lonen. Ik ben bezig aan mijn zevende jaar als profvoetballer en zag al collega’s hetzelfde doormaken zonder de rug te rechten. Ik weet dat het een menselijke reactie is om je in zo’n situatie te laten gaan en geen inspanningen meer te leveren. Sommige mensen uit mijn omgeving begrepen niet waar ik de moed vandaan haalde om me met zoveel zin te blijven afpeigeren. Ik kon het ook niet verklaren, het zit gewoon in mij. Dat is mijn karakter. Ik besef al lang en heel goed dat ik niet dezelfde voetbalkwaliteiten heb als sommige andere spitsen, maar met de juiste mentaliteit kan je ver geraken.’

Penalty

En dan was er die wedstrijd tegen Waasland-Beveren waarin je na 363 dagen eindelijk een doelpunt maakte. Je scoorde op penalty, maar kan je je de gevolgen voorstellen als je zou gemist hebben?

Emond: ‘Het is niet mijn gewoonte om de bal op te eisen bij een strafschop. Ik trap graag penalty’s, maar ik raak niet aan de vooropgestelde pikorde. Maar toen… Ik mocht invallen bij de rust en ik lokte zelf die strafschopfout uit. We stonden 4-0 voor, wat kon er dan nog mislopen? Ik kan je wel verzekeren dat ik ongelooflijk blij was toen ik eindelijk de netten bol deed staan. Achteraf zeiden kameraden me dat ik gek was, dat de gevolgen rampzalig konden geweest zijn, mocht ik gemist hebben. Op het ogenblik zelf stond ik er geen seconde bij stil. Ik zei tegen mezelf: neem die bal en de keeper zal hem achter zijn rug uit doel moeten halen. Ik kwam uit het niets, wat had ik te verliezen?’

Heb je je tijdens die lange periode van droogte nooit afgevraagd of je wel het niveau had om voor Standard te voetballen?

Emond: ‘Nee, ik ben altijd blijven geloven in mijn mogelijkheden en in mijn kansen om te slagen. Toen ik hier tekende – ik wil niet pretentieus overkomen – kon ik bij alle Belgische topclubs terecht, maar ik wilde absoluut voor Standard voetballen. Maar, toegegeven, ik had niet gedacht dat het zo lang zou duren vooraleer ik hier zou doorbreken.’

Boekhouder, garagist, voetballer

‘Mijn vrienden zeiden me dat mijn toekomst helemaal uitgetekend was: ik zou de garages van mijn vader overnemen’, vertelt Renaud Emond. ‘Maar dat is nooit mijn ambitie geweest. Ik wilde mijn eigen weg inslaan, niet in de voetsporen van mijn vader treden. Een garantie om te slagen als profvoetballer krijg je nooit, maar was het mij niet gelukt, dan zou ik zeker een andere keuze gemaakt hebben dan de automobielsector.’ Emonds broodje was nochtans gebakken. Vader Philippe Emond, die ook voorzitter is geweest van Virton, staat aan het hoofd van maar liefst zeven BMW-concessies. Hij heeft een garage in Aarlen, Libramont, Luxemburg, Saint-Quentin, Soissons, Châlons-en-Champagne en Reims.

Op zijn zeventiende behaalde Renaud Emond zijn diploma secundair onderwijs. ‘Ik startte een opleiding als boekhouder, maar dat beviel me niet. Daarna probeerde ik lichamelijke opvoeding, maar dat ging me evenmin goed af. Daarom besliste ik om het dagonderwijs definitief vaarwel te zeggen. Twee avonden per week volgde ik een opleiding als verkoper, terwijl ik drie dagen per week in een van de garages van mijn vader werkte. Ik heb een tiental Mini’s verkocht. Een half jaar heb ik dat gedaan, maar ik wist dat het tijdelijk was. Ik heb nooit de intentie gehad om de garageketen over te nemen. Gelukkig brak ik door bij Virton, kon ik profvoetballer worden en was Mini’s verkopen verleden tijd.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content