Het is een steeds terugkerend fenomeen: clubs die overbodige spelers na het sluiten van de transferperiode naar de B-kern sturen of hen op een bijveldje laten trainen. Spelersvakbond Sporta trekt in Sport/Voetbalmagazine aan de alarmbel.
Secretaris Stijn Boeykens: ‘Momenteel zijn we met de Pro League aan het onderhandelen over een nieuwe cao voor de volgende drie of vier seizoenen, vanaf de competitiehervorming dus. We willen daarin duidelijk bepalen wat kan en niet (meer) kan. Clubs zoeken steeds meer de grenzen van het toelaatbare op om te proberen zich te ontdoen van hun afvallige spelers. Met gezond verstand komen we er niet meer: elke transferperiode zijn er 20 à 30 die zo aan de kant worden geschoven.
‘Vooral de pestmaatregelen moeten verdwijnen: spelers die elke dag ’s morgensvroeg, individueel, en ’s avonds, met de B-kern, moeten trainen. Je kunt hen echter geen twaalf uur per dag op de club houden – de wettelijk arbeidsuren moeten worden gerespecteerd. In het slechtste geval mogen sommige spelers zelfs alleen maar rondjes lopen of moeten ze apart, in een soort C-kern, op een bal trappen. Anderen worden dan weer verplicht om met de B-ploeg mee te gaan op verplaatsing, terwijl ze niet eens in de kern zijn opgenomen en na uren in de bus op de tribune moeten zitten.
‘We begrijpen dat een club om sportieve redenen iemand naar de B-kern stuurt, maar dan moet de club die speler tenminste op een deftig niveau, in groep en onder een gediplomeerde coach laten trainen én matchen laten spelen. Kan dat niet, dan moet de club consequent zijn en het contract zelf ontbinden.
‘Sommige clubs zetten spelers ook onder druk om in te gaan op een slechter voorstel van een andere ploeg, maar je kunt hen niet verplichten om naar gelijk waar te verhuizen en hun lopend contract zomaar op te geven’, aldus Boeykens die hoopt de cao-onderhandelingen voor Nieuwjaar af te ronden.
(Jonas Creteur)
