Top 40 beste buitenlanders in 40 jaar profvoetbal

© EPA

In zijn vorige nummer presenteerde Sport/Voetbalmagazine een top 40 van beste Belgische spelers in veertig jaar vaderlands profvoetbal. Deze week deel 2: de beste buitenlanders. Hier alvast een blik op de nummer tien tot vier.

4. Simon Tahamata

De Molukker Simon Tahamata ontpopte zich tot de kwelduivel van ontelbare Belgische verdedigingen. De linksbuiten met de Nederlandse en later ook Belgische nationaliteit deed dit tot op z’n 40e. Tahamata groeide op bij Ajax, waarmee hij drie keer kampioen werd (1977, 1979, 1980) en een Nederlandse beker won. Hij was nadien ook ongrijpbaar op de Belgische velden. De kleine vleugelspits dribbelde Standard naar landstitels (1982, 1983), bekerwinst (1981) en een Europese finale (1982). Na de omkoopaffaire Standard-Waterschei trok hij naar Feyenoord, maar in 1987 stond hij opnieuw op de Belgische velden. Met Beerschot en Germinal Ekeren speelde hij bij clubs uit de subtop, maar bleef het de grote jongens lastig maken. Met Germinal bereikte hij zelfs een bekerfinale (1995).

5. Arie Haan

Arie Haan speelde op het middenveld van het grote Ajax naast Johan Neeskens en achter Johan Cruijff. ‘Slimme Arie’ won in Amsterdam drie titels, drie Nederlandse bekers en drie keer de Europacup I (1971, 1972, 1973). Hij scoorde in de eindstrijd van 1971 tegen Panathinaikos. Zijn transfer naar Anderlecht was een heuse sensatie. Hij was in Brussel bijna even succesrijk als in Amsterdam: kampioen (1981), bekerwinnaar (1976) en Europacup II (1976 en 1978). Hij volgde Raymond Goethals naar Standard en promoveerde de Rouches tot de nieuwe nummer één (1982, 1983).

6. Jean-Pierre Papin

Jean-Pierre Papin werd verkozen tot de beste buitenlander van Club Brugge en is de enige speler die in ons land actief was die later de Ballon d’Or won (1991). Papin werd op advies van Raoul Lambert weggeplukt bij Valenciennes. Hij was een echte goalgetter en scoorde 32 keer in zijn enige seizoen in ons land. Club won daarmee de beker, maar kwam in de competitie niet verder dan een verloren testwedstrijd tegen Anderlecht. De Fransman won nadien vier Franse titels met Marseille, twee Italiaanse en de Champions League (1994) met Milan en de UEFA Cup (1996) met Bayern München.

7. Jan Boskamp

Jan Boskamp behoorde tot de roemrijke Hollandse lichting van de jaren 70, maar zijn speelstijl deed niet aan Cruijff en co denken. ‘Bossie’ was meer het type Neeskens, dat de tegenstander figuurlijk en letterlijk bij de ballen grijpt.

Na drie titels met Feyenoord (1969, 1971, 1974) maakte hij zijn opwachting in ons land. Hij werd het boegbeeld van RWDM, dat de nummer één positie van Anderlecht in de hoofdstad bedreigde. Boskamp loodste de ploeg uit Molenbeek naar de titel (1975) en werd dat jaar de eerste buitenlander die de Gouden Schoen won.

8. Preben Larsen

Preben Larsen vulde de linkerflank in van de fabelachtige aanval van Sporting Lokeren eind jaren 80 met Wlodek Lubanski en Grzegorz Lato. Hij werd door de Waaslanders weggeplukt bij kersvers kampioen 1. FC Köln, waar hij echter meestal bij de invallers had gespeeld.

Preben Elkjaer, zoals hij in Denemarken bekendstaat, was de sensatie van het EK 1984 en werd op dat moment als een van de beste aanvallers van Europa beschouwd. Hij trok naar de Serie A en pakte met het bescheiden Hellas Verona de ‘scudetto’ (1985). Hij liet het doek in 1990 zakken bij het Deense Vejle.

9. Morten Olsen

Morten Olsen was een stijlrijke centrale verdediger die zelden of nooit een overtreding nodig had. Hij brak bij ons door bij Cercle Brugge en verhuisde nadien naar de toenmalige topclub RWDM. Op z’n 31e maakte hij nog de overstap naar buur en concurrent Anderlecht en beleefde er de mooiste jaren van zijn voetballeven met drie titels (1981, 1985, 1986) en een UEFA Cup (1983). De Deense heer speelde na zijn vertrek bij paars-wit nog drie jaar voor 1. FC Köln en stopte op z’n 40e.

10. Asgeir Sigurvinsson

Asgeir Sigurvinsson begon in IJsland bij Vestmannaeyja, waarmee hij de beker won. Hij werd dan de patron op het middenveld van Standard en maakte zelfs Wilfried Van Moer overbodig op Sclessin.

‘Sigi’ won met de Rouches de beker (1981) en verkaste naar Bayern München. Met de ploeg uit Beieren won hij opnieuw de beker en bereikte de finale van Europacup I. Na één seizoen verhuisde hij echter naar VfB Stuttgart, waarmee hij de Bundesliga won (1984). Hij verliet de Bundesliga in 1990 en werd uitgeroepen tot beste IJslandse voetballer aller tijden.

Ontdek de top drie en de rest van de top 40 deze week in Sport/Voetbalmagazine

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content