‘Trainer zijn bij een kleine club is een interimjob geworden’

© Belga
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Geert Foutré, coördinator van Sport/Voetbalmagazine, blikt terug op het voorbije sportweekend. Drie vragen, drie pertinente antwoorden. Hij heeft het over de trainerswissels bij OHL en Westerlo, de heropleving van Standard en de ontknoping in de Daviscup tennis.

S/VM: Volgend weekend is er de degradatietopper OHL – Westerlo. Welk van beide teams staat er het beste voor na de recente trainerswissels?

Geert Foutré: “Trainer zijn bij een ‘kleine club’ is een interimjob geworden. Met als enige doel stelling overleven, al de rest is van weinig belang. Met visie van een bestuur heeft dat weinig te maken. Een bewijs daarvan is dat OHL Fred Vanderbiest als topkandidaat in gedachten had -omwille van een welomlijnd profiel- maar ondertussen toch ook Bob Peeters polste. Die tekende uiteindelijk bij Westerlo, op eigen vraag slechts tot het einde van het seizoen. Die les heeft hij geleerd.

Bij een club uit de kelder van het klassement wordt er zelden of nooit op lange termijn gedacht, een ploeg ‘bouwen’ wordt niet belangrijk geacht. Daardoor wordt er voortdurend van trainer gewisseld. Enkele cijfers staven dat: als je vergelijkt met de competitiestart van twee seizoenen geleden zijn er maar twee trainers die nog steeds bij dezelfde club coachen… Francky Dury en Felice Mazzu.”

“Wat de kansen van Westerlo en OHL betreft: zoals ik eerder al eens zei, zal de ploeg met de beste teamspirit het halen. Maar Westerlo heeft het voordeel dat ze ook een spits in huis hebben die goals kan maken: Gounongbe. Volgens mij de reden dat Peeters daar tekende en niet bij OHL. Hij weet hoe belangrijk het is zo een speler in je kern te hebben. Zeker als je resultaten wil boeken op korte termijn. Het zou me echter verbazen mocht één van beide trainers binnen anderhalf jaar nog bij dezelfde club zitten.”

S/VM: Standard behaalde in zijn laatste zes competitiewedstrijden 13 op 18. Yannick Ferrera lijkt daar eindelijk de sleutel gevonden te hebben?

Geert Foutré: “Hij heeft in ieder geval weer mentale weerbaarheid in de ploeg gekregen en de onrust in en rond de club kunnen kanaliseren. Standard toonde in moeilijke omstandigheden toch karakter en behaalde daarmee resultaten. Yannick Ferrera is er in geslaagd structuur aan te brengen in het elftal, maar om echt de top te spelen zal hij toch enkele andere spelers nodig hebben. Ik geloof wel in zijn potentie als trainer, maar pas als hij play-off 1 haalt en daarin een rol van betekenis kan spelen -enkele uitschieters, ik geloof niet dat Standard kan meedoen voor de titel- kan je stellen dat hij het goed gedaan heeft.”

“Ferrera geniet het voordeel dat de supporters compleet murw geslagen zijn door de gang van zaken het voorbije jaar. Ook het nieuwe bestuur geniet weer wat meer krediet. Waardoor de harde kern niet snel meer op de barricades zal gaan staan. Er heerst eerder een mentaliteit van ‘doe maar’. Eind januari zullen we beter kunnen oordelen over het werk van Ferrera, die een risico nam door een klas over te slaan en meteen de stap te zetten van STVV naar Standard. Maar ik geloof in zijn kwaliteiten.”

S/VM: België speelde dit weekend de finale van de Daviscup. Ondanks de heerschappij van Groot-Brittannië merkte je dat het tennis enorm leefde de voorbije dagen. Genoeg om het Belgische tennis een nieuw elan te geven?

Geert Foutré: “Het Belgische tennis had al een goed elan. Zoals Ivo Van Aken en Steven Martens enkele jaren geleden verkondigden: België is het land waar het minste tennistalent verloren gaat. De structuren zijn hier zodanig goed dat er geen enkel talent onder de radar blijft. Als je dat vergelijkt met Groot-Brittannië, dat zes keer zoveel inwoners telt en toch zo afhankelijk blijkt van die ene speler: Andy Murray. Want het is niet GB dat won van België, het is Murray die won van Goffin. Meer en meer is de Daviscup tot een soort enkeltoernooi verworden, dat gedicteerd wordt door het al dan niet toestemmen van de wereldtoppers om mee te doen.”

“We mogen vooral niet vergeten dat België een klein land is -geen tennisland bovendien-, dat dus altijd afhankelijk zal zijn van een talentvolle generatie. Het publiek mag niet verwachten dat we elk jaar een nieuwe topper zullen voortbrengen. Ik herinner mij dat we midden jaren tachtig op een bepaald moment slechts één man in de top 50 hadden en geen enkele vrouw in de top 100, nu zijn we al ontgoocheld als er niemand in de top 20 staat. Die evolutie hebben we gemaakt.”

“De werking van onze tennisfederatie is goed. Of de publieke belangstelling volgt, hangt af van de voorbeelden die zich manifesteren. Mensen hebben helden nodig. Succes in de Daviscup zal geen trekker zijn van de populariteit van tennis in ons land, pas als er een nieuwe Henin of Clijsters opstaat, of als Goffin zijn evolutie doortrekt, zal een nieuwe hype ontstaan.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content