Vanhaezebrouck: ‘Ik ben geen jobhopper’

© BELGA

Ook als titelhouder AA Gent straks vicekampioen wordt en een ticket pakt voor de kwalificatieronde van de Champions League, zal Hein Vanhaezebrouck met een tevreden gevoel terugkijken op de afgelopen maanden. Alleen stemt dat niet overeen met zijn ambitie. ‘Wij zijn allemaal winnaars.’

De dag na de aanslagen in Brussel trakteert Rob Schoofs met taart voor zijn 22e verjaardag. Nadat perschef Marc zijn stuk naar binnen heeft gewerkt, brengt hij nog een thee voor coach Hein Vanhaezebrouck. De West-Vlaming neemt sereen bijna anderhalf uur de tijd. Slechts enkele keren wordt hij onderbroken, wanneer zowel doelmannentrainer Francky Vandendriessche als fysiekcoach Stijn Matthys de sleutelbos van het lokaal voor de technische staf op tafel komt leggen. Vanhaezebrouck heeft controle, dat is duidelijk, en oogt ook heel relaxed.

Vaak neemt hij eens een pauze, kijkt dan veelal naar zijn linkerhand en draait eens rustig aan zijn trouwring. Stilte voor de storm, in de rush naar een tweede opeenvolgende titel voor de Buffalo’s? ‘Wij hebben een degelijke uitgangssituatie. Niet de beste, maar het is moeilijk om daar nu al voorspellingen over te doen’, zo klinkt het.

VERANDERDE STATUS

Is het gevoel momenteel vergelijkbaar met een jaar geleden?

HEIN VANHAEZEBROUCK: ‘Ja, met het verschil dat de status van bepaalde spelers veranderde. Meer jongens werden geselecteerd voor de nationale ploeg.’

De startpositie is duidelijk: drie punten meer dan vorig seizoen na de reguliere competitie, een tweede plaats, straks beginnen met twee punten minder dan Club Brugge, maar jullie tellen evenveel voorsprong op Anderlecht.

VANHAEZEBROUCK: ‘Correctie, we staan op drie punten van Club Brugge, hé. Het gevolg van die nieuwe regel. Als je gelijk eindigt, telt de competitie. Volkomen terecht, want zij eindigden als eerste na de reguliere competitie. Genk staat op zes punten van ons en kende ook een goede periode. Om de titel te pakken gaan ze een nagenoeg perfect parcours moeten afleggen. Oostende, Genk, Zulte Waregem: één tot twee teams inhalen lijkt mogelijk, maar drie… (blaast) Standard deed het ooit bijna, met 26 op 30. En als we eerlijk zijn, had het 28 op 30 moeten zijn. Ze hadden die laatste match op Genk kunnen winnen. Een ongelofelijk hoge score, hé.’

Acht je Oostende, Genk en Zulte Waregem daartoe in staat? Zijn die dan zó sterk?

VANHAEZEBROUCK: ‘Als je kijkt naar de onderlinge resultaten, dan zit het inderdaad ongelofelijk dicht bij elkaar. Een mooie barometer: wat kun je tegen de topploegen? Ik zie ze allemaal in staat iets te presteren. Het zijn zes sterke teams, ik schat hen hoog in. Wanneer je het loonbudget van KV Oostende onder ogen krijgt, dat zit ongeveer op dezelfde hoogte als dat van ons. Zulte Waregem het jaar ervoor ook al. Iedere ploeg is voor mij kanshebber op het kampioenschap. Wie een goede start neemt, kan verrassen à la Zulte Waregem enkele jaren geleden.’

Hoe staat het met de fysieke paraatheid van Mbark Boussoufa, die het dankzij AA Gent alweer tot Marokkaans international schopte?

VANHAEZEBROUCK: ‘De bedoeling was om met Bous conditioneel te gaan werken, om hem zo naar een hoger niveau te tillen. Maar twee weken met de nationale ploeg, dat is meestal niet te zwaar trainen. Qua voorbereiding zat dat dus niet ideaal. De nieuwe bondscoach daar wil Bous een belangrijke rol geven. Voor hem is dat ook een manier om zijn loopbaan – misschien – weer te lanceren. Want als Boussoufa bij ons komt – op huurbasis, want anders is dat financieel niet haalbaar – denk ik ook niet dat het de bedoeling is om hem hier drie jaar te laten. Dat valt financieel gewoon veel te zwaar uit. De bedoeling was vooral Bous weer speelkansen te geven en op zijn beste niveau te krijgen. En hopen dat hij ons in die paar maanden van dienst kan zijn’

Is dit een sterkere kern dan die van vorig jaar, waarmee je kampioen werd?

VANHAEZEBROUCK: ‘Die is vergelijkbaar.’

En mentaal? Toen moest er niks, ondertussen kregen jullie veel lof en beginnen jullie als underdog naast favoriet Club Brugge? Is de honger nog altijd even groot?

VANHAEZEBROUCK: ‘Uiteindelijk eindigen we na de reguliere competitie toch ook mooi als tweede. Dat is niet zo slecht, hé. Ik moet mijn groep geen extra pilletje geven om ze scherp te houden.’

UITDAGING

Op het oefenkamp in Spanje werden de looplijnen en automatismen nogmaals grondig ingestudeerd?

VANHAEZEBROUCK: ‘Vooral met de nieuwkomers.’

Is jouw spelsysteem dan zo ingewikkeld?

VANHAEZEBROUCK: ‘Neen, eigenlijk niet. Voor sommigen ligt het blijkbaar wel iets moeilijker. Ik ben daar wel een beetje door verrast.’

Welke lessen trek je daar dan uit voor de toekomst? Nog beter rekruteren?

VANHAEZEBROUCK: ‘Inderdaad. Iets nauwgezetter screenen. Maar oké, dit is het begin. We worden geconfronteerd met iets nieuws. Ons niveau bleef stijgen, zeker in vergelijking met het eerste deel van vorig seizoen. Als je van een mindere competitie naar hier komt, en je speelde daar bij een gemiddelde ploeg, dan moet je al top zijn om direct het ritme van een CL-team op te pikken. Sommigen schrikken. Na Wolfsburg kwamen er enkele jongens bij mij en zeiden: ‘Wow, coach, wat een tempo werd er hier ontwikkeld!’ Dus daar ligt er een serieuze uitdaging voor hen.

‘Het gaat ook over keuzes maken. Beslissingen nemen. Spelintelligentie tonen. Wanneer loop ik waar? Timing. Wij gebruiken constant videobeelden, leggen op het veld meermaals uit waar wat moet tijdens de training. Maar als het moment van de wedstrijd daar is, kun je niet meer overleggen. Dan blijft het een kwestie van aanvoelen. De ene pakt initiatief, de andere moet het zien en zich aanpassen. Als je over kwaliteit spreekt in het moderne voetbal, dan kom je bij feeling en perfecte timing terecht. Dat is het verschil tussen de gewone voetballer die als hij de bal heeft een man kan dribbelen, een fantastische center trapt of uitpakt met een prachtig schot, en een talentvol iemand die ziet waar de ruimtes liggen waar hij moet induiken.’

Dus moet je dat constant tonen en blijven inoefenen, tot ze het werkelijk zien en een herkenbare situatie terugvinden?

VANHAEZEBROUCK: ‘Voilà, dat is het. Uiteindelijk gaat het om herhaling. Je biedt situaties aan die ze moeten herkennen en waarbij ze de juiste keuze moeten maken. Als dat niet lukt, doen we het opnieuw. En dan, zodra ze het aanvoelen, begint de fase van herkenning. Vanaf dat moment beginnen ze zelf mee te denken. De kunst is om uit de vijf opties de juiste te pikken. Dat is niet zo eenvoudig. Zelfs Bous gaf, met zijn ervaring, al toe dat het moeilijk was in het begin. Hij liep echt overal, hé. Maar nu begint hij te zien waar ik naartoe wil. Nu beseft Bous dat het niet zo moeilijk is, want hij begint mee te redeneren.’

Is er ondertussen voldoende tactisch potentieel om te kunnen winnen van Club Brugge, dat laatst koos voor een duelkrachtige aanpak?

VANHAEZEBROUCK: ‘O ja. Maar dat was er altijd al. We maken ons daar geen zorgen over. Iedere ploeg heeft zijn stijl. Wij gaan uiteraard altijd onze eigen manier van voetballen blijven behouden, gericht op veel beweging.’

Hoe groot is de kans dat je straks moet vaststellen dat je vraag om een extra centrale verdediger tijdens de winterstop noodzakelijk bleek om nog beter te presteren?

VANHAEZEBROUCK: ‘Je weet dat we in die sector redelijk krap zitten. We hadden heel veel geluk dat we Rami Gershon, die nog niet honderd procent inzetbaar was, na het uitvallen van Stefan Mitrovic konden brengen en dat allemaal best meeviel. Het was, vond ik, een enorm risico om Erik Johansson weg te doen, ook Uros Vitas te laten vertrekken naar KV Mechelen en er niemand bij te halen. Dat is met vuur spelen. Mitrovic is bijna terug, waardoor we binnenkort weer vijf fitte verdedigers hebben voor drie plaatsen.’

Benoît Poulain had die leemte perfect kunnen opvullen. Jij drong sterk aan op zijn komst?

VANHAEZEBROUCK: ‘Tuurlijk. Hij had een bruikbaar element voor ons kunnen zijn.’

Het vormde geen aantasting van jouw sportieve invloed of macht, je voelde je niet in de wind gezet?

VANHAEZEBROUCK: ‘Neen, helemaal niet. De club heeft een bepaalde werkwijze, inclusief de rol van de trainer, de manager en de scouting. Het was geen financiële kwestie. Als men te lang talmt, omdat sommigen niet overtuigd zijn, dan is dat zo. Ik ga wekelijks eten met de voorzitter en de algemeen manager. Uiteindelijk kom je samen tot een besluit. Maar de voorzitter pakt de eindbeslissing en is de baas. Ik kan me daarin vinden.’

Bij AA Gent zie je nog veel groeimogelijkheden?

VANHAEZEBROUCK: ‘Absoluut. Wij komen nog maar piepen bovenaan, dus hier is nog zo veel mogelijk, op langere termijn zelfs. Ver na mij ook. AA Gent moet een Belgische topclub blijven die jaarlijks meestrijdt voor de prijzen. Maar er is nog veel werk voor de boeg. Op sportief niveau, qua werking en omkadering, maar ook op gebied van aanwerving, scouting en zo meer – daar kunnen we nog veel stappen zetten. We kwamen in een andere liga terecht: van de subtop, waar je spelers kon halen voor weinig geld en die in staat waren een meerwaarde te brengen, naar de top. Aan de top wordt het voor jongens die uit het niets komen almaar moeilijker om het verschil nog te maken. Je viste altijd in een vijver waar die gemiddelde maatvissen zitten. Nu kom je in een grotere terecht, maar je hebt de juiste hengels niet en je weet ook niet hoe je ze moet pakken. Je probeert wel, alleen kraakt je hengel omdat je niet voorzien bent om die grote vissen te nemen. Plus dat er nog onvoldoende kennis bestaat over die soort. Daar zitten erbij die wij niet kennen. Ook ik niet. Ik ken er wel een paar, maar niet genoeg. Een visser ben ik niet. Bij mij moet het vooruitgaan, ik ben veel te ongeduldig om als een echte visser te wachten.’

En willen ze bij AA Gent dan mee in dat verhaal, meer uitgeven en investeren?

VANHAEZEBROUCK: ‘We zitten daar in een overgangsfase. Het is ook geen gemakkelijke oefening. Maar ik denk dat het een noodzaak wordt. We hadden het er daarnet nog over met de technische staf. Wij zitten nog altijd in de modus van een subtopper. Die halen spelers voor tussen 250.000 euro en maximaal 1 miljoen euro. Club betaalde meer dan 4 miljoen euro voor Vanaken en bijna 3 voor Vossen. AA Gent ging altijd ongeveer tot aan het miljoen euro om spelers te halen, nu al wat hoger. Maar Anderlecht, Club, Standard en zelfs RC Genk durven al 3, 4 tot zelfs 6 miljoen euro neer te tellen. Alle teams in play-off 1, behalve Zulte Waregem dit jaar, gaven meer centen aan transfers uit dan wij. Oostende spendeerde ook wel wat geld aan verse krachten, hoor.’

Gent moet dus meer zijn nek durven uit te steken?

VANHAEZEBROUCK: ‘Als je doelstelling is om met de groten te blijven meespelen, dan moet je kunnen gaan voor een grotere vis waarvan je weet dat hij je ploeg iets bijbrengt. En daarvoor moet je meer geld uithalen. Dat impliceert automatisch risico. Want de redenering luidt ook: als we er één nemen van 500.000 euro en hij mislukt, dan gaat het. Maar één van 4 miljoen euro die mislukt, dat is wel veel geld, hé. Alleen doen ze het bij die grote clubs wel. En ook daar slaan ze de bal al eens mis en is er financieel verlies op een speler. Daarom vind ik dat we geen wildvreemden moeten halen voor een dergelijk bedrag. Ik vind dat we het voortreffelijk doen de voorbije twee seizoenen met AA Gent, als je uitrekent hoeveel we slechts uitgaven aan transfergelden in vergelijking met onze concurrenten. Dan draaien we twee fantastische seizoenen. Chapeau aan iedereen.’

Michel Louwagie maakt zich sterk dat er komende zomer maximaal twee sterkhouders zullen vertrekken. Deel je zijn mening?

VANHAEZEBROUCK: ‘We deden het al eens. Iedereen dacht vorig jaar, na het kampioenschap, ook al dat er een uittocht zou volgen. Waarom zouden we die jongens niet nog eens kunnen overtuigen? Het hangt er ook allemaal van af hoe sterk die interesse is van andere clubs. De sterkte van dit AA Gent is het collectief. We hebben niet die ene speler die het verschil maakt. Dat zien andere teams misschien ook, hé. Het is onze taak spelers te proberen overtuigen om hier te blijven, met een mooi sportief project. Maar niks garandeert ons dat zoiets altijd mogelijk blijft.’

COMPLETER TEAM

Wat verwacht je van de concurrentie in PO1? Zijn de deelnemende teams nu sterker dan vorig jaar?

VANHAEZEBROUCK: ‘Het algemene Belgische niveau verbeterde. Mijn team werd alleszins completer en beter. We probeerden met een aantal nieuwe spelers om de kern in de breedte sterker te maken, zodat meerdere jongens in de buurt van de titularissen kwamen. Iets wat nog niet echt lukte tot nu toe. Een aantal nieuwkomers bloeide nog niet volledig open, gedraagt zich nog wat timide in de groep en zoekt wat vertrouwdheid. Maar plots kan iemand die déclic maken door zijn potentieel.

‘De voornaamste conclusie van de lichte terugval vanaf februari voor mij is dat we te gemakkelijk doelpunten slikken, deels door onvoldoende communicatie, deels door individuele fouten. In ons hele kalenderjaar 2015 bleek dat nog ons pluspunt, nu een werkpunt. Die defensieve stevigheid terugvinden, dat wordt onze uitdaging in play-off 1. Als we dat kunnen, gaan we heel goede play-offs afwerken.

‘Club Brugge is sterker, door zijn transfers. Hun doelman is zeker een verbetering, met Poulain hebben ze er achteraan iemand bij en het vertrek van Vázquez was een ongelofelijk goede transfer, hoe graag en hoe leuk je die als voetballer ook vond. Maar het geheel werd beter. Als Anderlecht volledig staat, zijn ze in totaliteit ook beter. KV Oostende kreeg een kwaliteitsinjectie, door gerichte aankopen. Een heel evenwichtig team, met veel kwaliteit. Ook Genk kocht in, voor heel wat centen. En wat Francky Dury met SV Zulte Waregem realiseerde, is straf. Die routiniers, zoals Christophe Lepoint, Mbaye Leye en Onur Kaya bewezen dat ze nog top zijn. Steve De Ridder gehaald, die zijn waarde bewees. En dat gekoppeld aan wat gasten uit Frankrijk. Al die clubs verdienen hun PO1-ticket. Genk, KV Oostende en SV Zulte Waregem zijn meer dan waardige vervangers van Standard, Charleroi en Kortrijk. Ze hebben allemaal de kwaliteiten om van de andere te winnen. Ik verwacht veel spanning. Door het Europese ticket van Standard, via de beker, is er voor de vijfde en zesde niks meer weggelegd.’

Hoe belangrijk is de afloop van PO1 voor jouw persoonlijke toekomst?

VANHAEZEBROUCK: ‘We gaan er alles aan doen om een goed resultaat te halen in de play-offs. Maar dat zal geen invloed hebben op mijn belang. Voor de club zou het fantastisch zijn, mochten we opnieuw kampioen spelen. Maar ook met de voorronde van de CL zal iedereen tevreden zijn. Als we maar als derde eindigen, dan is door de bekerwinst van Standard die plaats goed voor een voorronde in de EL in plaats van een automatische pouleplek. Iets minder interessant. We moeten streven naar het hoogst mogelijke. Lukt dat niet, dan is het omdat er een ander team beter was dan wij. Zo simpel is het.’ /Para

Je hebt nog een contract tot 2018. Hoe trouw ben je daaraan, want er staan opstapclausules in je overeenkomst?

VANHAEZEBROUCK: ‘Uiteraard. Dat is inherent aan onze job. In iedere verbintenis staat er een clausule dat je ontslagen kan worden. Enfin, niet letterlijk, maar zo zie ik het wel. Zodra je tekent, is dat een ongeschreven wet. Het enige wat je moet voorzien, is dat je een goede regeling vindt. Maar ik verklaarde ook al dikwijls dat ik geen jobhopper ben.’ /Para

Maar je oogstte veel lof door je manier van spelen, met een team dat indruk maakte. De appreciatie is groot, zelfs in het buitenland. Je neemt zoiets dan toch in overweging?

VANHAEZEBROUCK: ‘Het is allemaal fijn om te horen, maar niet belangrijk. Alle focus gaat naar AA Gent, mijn spelers, de tegenstanders en PO1. Voor de rest ben ik daar echt niet mee bezig. Dat zijn zelfs geen vragen voor na de play-offs. Dan is het vakantie en telt mijn familie. Ik zit zo in elkaar. Ik ben ambitieus. En of dat nu België, AA Gent, buitenland, clubelftal of een nationale ploeg is, alles blijft open. Echt waar. Ik weet zelfs niet of ik ga praten. Dat hangt af van wie het is en van hoe de toekomst eruitziet bij mijn club. Als ik overtuigd ben dat ik verder wil met een lopend project, dan mag bij wijze van spreken de grootste club ter wereld aan de deur staan, dan zal ik hen zo vriendelijk mogelijk proberen duidelijk te maken dat dit niet het moment is.’

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE & FREDERIC VANHEULE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content