Vincent Mannaert: ‘We speelden zonder de handrem op’

© belgaimage
Peter t'Kint
Peter t'Kint Redacteur bij Sport/Voetbalmagazine

Met twee volwassen prestaties in Charleroi en Luik bracht Club Brugge uiteindelijk voldoende punten mee naar huis voor een vijftiende titel. En dus kan CEO Vincent Mannaert even herademen en dan weer hard aan de slag. Zijn evaluatie van het seizoen en een blik op de toekomst.

Welke trofee de mooiste is? Vincent Mannaert (43) moet er niet lang over nadenken. ‘Wat mij de meeste voldoening geeft – en dan ga ik er even van uit dat Anderlecht zondag als derde eindigt – is dat we over de laatste vijf jaar terug het nummer één zijn in België. Toen we eraan begonnen bij Club was het anders. Dit is geen werk van een keer een finale winnen of eens kampioen worden, maar duurzaamheid op termijn. Je bent al veranderd van trainer en staf en je beste spelers zijn al een keer vertrokken. Dat geeft de grootste voldoening.’

Laat ons even terugkijken op het seizoen en dat indelen in twee grote blokken: voor en na Nieuwjaar. Hoe verklaar jij de sterke prestaties van Club Brugge voor de jaarwisseling?

Vincent Mannaert: ‘Duidelijkheid. Hoe we wedstrijden voorbereidden, vanuit het geloof in eigen sterkte en ervan uitgaande dat elke niet-gewonnen wedstrijd een gemiste opportuniteit was. Met uitzondering van de uitschuiver in Moeskroen zag je dat vanaf speeldag één, onze eerste match op Lokeren. Die greep hebben we niet meer gelost. Heel furieus starten, efficiënt zijn in het eerste kwartier en dat overwicht ook direct omzetten.

‘Een tweede punt was dat een aantal wedstrijdbeslissende spelers meteen in bloedvorm zaten: Anthony Limbombe, Emmanuel Dennis, Hans Vanaken, Ruud Vormer, … Dat vertaalde zich in die reeks die we toen hebben neergezet.’

Hadden jullie rekening gehouden met een overgangsseizoen, na het afscheid van Michel Preud’homme en de keuze voor een jonge coach?

Mannaert: ‘Ik heb mij altijd verzet tegen de term ‘overgangsseizoen’. Het kan even duren voor je iets neer kan zetten, maar een seizoen duurt lang. In mijn ogen wordt het woord te veel gebruikt als een half excuus om te zeggen dat de lat wat naar beneden mag. Bij Club Brugge zijn er geen overgangsseizoenen, zeker niet in een format waarin alles opnieuw begint in april. De polls waren ons bij de start niet goed gezind: JoséIzquierdo was weg, Timmy Simons zat in een andere rol, en er waren nog elementen waarvan we wisten dat ze wat tijd zouden vragen, maar aangezien de prijzen maar uitgedeeld worden op het einde van de rit, moet je maar zien dat je tegen dan klaar bent.’

Ik geloof nog altijd dat Horvath een echt goeie doelman kan worden.

Brandon Mechele, Emmanuel Dennis, Marvelous Nakamba, Anthony Limbombe, Dion Cools, Wesley, … Het was een jonge ploeg die bleef gaan.

Mannaert: ‘Dat winnen heeft de jongeren goed gedaan, ze speelden vanuit hun enthousiasme, zonder de handrem op. Dat heeft ons in bepaalde wedstrijden aan de winnende punten geholpen. De dying winning moments van Limbombe bijvoorbeeld.’ ( glimlach)

Ervan uitgaande dat jullie in november, december evalueren met het oog op de wintermercato, hielden jullie toen rekening met een terugval van de jongeren?

Mannaert: ‘Absoluut. Helemaal bovenaan die lijst stond Dennis, die het buiten alle verwachtingen zeer goed had gedaan. Je weet dat jonge spelers sowieso een terugslag krijgen, maar zeker een jongen van negentien die uit Oekraïne kwam, met een straatvechtersmentaliteit. Dat was even moeilijk, ondanks het goeie werk van de staf.

‘Bij andere jongens had het meer te maken met het feit dat de tegenstand je na een paar maanden beter begint te kennen, zowel collectief als individueel. Dat zag je. Het eerste kwartier gingen ze tegen ons in blok spelen, zonder veel ruimte in de rug. Of met mandekking. Thuis tegen Antwerp zag je voor het eerst dat we moeite hadden met het creëren van kansen.’

Met welke bedoelingen trok u de winter in?

Mannaert: ‘De eerste actie was een onverwachte, toen Ludovic Butelle aangaf dat hij weg wilde. Hij kon drie jaar bijtekenen in Angers, waar hij vandaan kwam, en die financiële zekerheid konden wij niet geven. Daarom moesten we iets ondernemen in doel. Punt twee was meer voetbalinhoudelijk: dat we het verhaal van plan B moesten ontwikkelen tijdens de winterstage.’

Niet het binnenbrengen van extra creatief aanvallend talent, wat de tegenstand wél deed, met Lazar Markovic, Ryota Morioka, Mehdi Carcela, Rangelo Janga, …

Mannaert: ‘Neen, omdat ik op geen enkel moment, ook niet toen het na Nieuwjaar minder ging, onze voorlijn wilde ruilen met iemand anders. Als je Wesley, Dennis, Abdoulay Diaby en Jelle Vossen hebt en je kan er Krépin Diatta bij nemen, zie ik niet welke concurrent meer had dan wij als echte aanvallers. Een kampioenschap is nooit een sprint, maar een marathon en die doe je toch op collectieve kracht. Dat zal altijd de sterkte van Club zijn en de verpersoonlijking daarvan is Vormer.’

Met Bart Verhaeghe. 'Met een puntenhalvering creëer je geen topsportmentaliteit.'
Met Bart Verhaeghe. ‘Met een puntenhalvering creëer je geen topsportmentaliteit.’© belgaimage

Terugval

Wat is volgens jullie dan de verklaring voor de terugval na Nieuwjaar?

Mannaert: ‘Eén: het programma, dat zeer zwaar was. Twee: de tegenstanders zijn versterkt uit de mercato gekomen. Ze deden dat op twee niveaus: qua sportief talent én qua algemene organisatie. Drie van de vier zijn van trainer veranderd – Yves Vanderhaeghe, Hein Vanhaezebrouck, Philippe Clement – en die hebben een winterstage gehad. En drie, het minst belangrijke maar toch: we zijn uit die winterstage gekomen met de beste match van het seizoen. Veel supporters vonden de bekerwedstrijd tegen Charleroi de beste die ze in twintig jaar zagen. Nummer één tegen nummer twee. Eerder onbewust begon dat in ons hoofd te spelen: met een straat voorsprong de winterstage in en dan Charleroi wegblazen. Gevolg: een lichte euforie en iets minder focus. Terwijl het programma zwaar bleef, met verplaatsingen naar Antwerp, Gent, en twee keer Standard. En dan kan het snel gaan. Op Antwerp zetten we het nog recht, op een ongelooflijke manier, maar eigenlijk hebben we dat onvoldoende gezien als een waarschuwing.’

Het versterkte nog de euforie. Zie je wel, het komt toch goed.

Mannaert: ‘Ja, want de volgende match begonnen we terug heel goed, tegen Oostende. Maar het laatste half uur kwamen we toen goed weg. En dan ga je naar Gent, bijna in vakantiestemming zou ik zeggen. En dan baf. Dat weer omkeren was niet evident. Ivan Leko heeft achteraf gezegd dat hij iets minder scherp reageerde na de demonstratie tegen Charleroi en dat hij het in het vervolg anders zou doen.’

Was plan B, met nieuwe namen in de basis, ingegeven door de gedachte wat mensen te sparen voor de play-offs?

Mannaert: ‘Neen. Jordy Clasie was zéér goed op stage, die verdiende het om te starten. En als je dan tegen Charleroi zo’n goeie match speelt, ga je ermee verder. Maar vrij snel zag je dat we Marvelous Nakamba nodig hadden. En Kenneth Vermeer had nog een beetje trainingsachterstand. Zijn uitvallen na de nederlaag in Gent tijdens de play-offs was een serieuze tegenvaller, want we wisten dat we met hem in doel eindelijk geen zorgen meer hadden. Integendeel, hij was nog aan het verbeteren. Vermeer bracht rust. Als je dan weet dat het over is, met nog acht wedstrijden te gaan… Bovendien moesten we weer de keuze maken voor iemand die al eens ontgoocheld is geweest, of het nu Ethan Horvath was of VladimirGaboelov. Ik denk dat we dat in zijn geheel beter hadden moeten doen. Wat Gaboelov betreft, hebben we niet goed ingeschat dat hij uit een periode kwam zonder veel wedstrijden, een winterstop. En van Ethan denk ik nog altijd dat hij een echt goeie doelman kan worden, maar Ivan had andere verwachtingen over wat een keeper op dat moment moest zijn. Dat hele keepersdossier is niet voor herhaling vatbaar. Punt.’

Waarom ging het in play-off 1 zo moeizaam?

Mannaert: ‘Heel contradictorisch is de vaststelling dat we het thuis hebben laten liggen. We hadden alles in handen tot minuut 92 tegen Standard maar we waren te speels in die laatste vijf minuten. En we hebben misschien wel onze slechtste match gespeeld thuis tegen Anderlecht, waar van alles gebeurde, maar waar we zélf onvoldoende scherp waren. Ik heb mij nooit zorgen gemaakt om het verlies in Gent en Brussel, Ivan had het daar véél moeilijker mee. Maar wij kúnnen verliezen op Gent en op Anderlecht en toevallig stonden die twee matchen na elkaar gepland. We zijn er ook nooit weggespeeld. En als je dan in match vier én vijf de reactie hebt, én tegen een rechtstreekse concurrent in de slotminuten op voorsprong staat, dan moet je die wedstrijd afmaken. Zo ziet de wereld er heel anders uit en maak je het op 6 mei thuis af tegen Anderlecht al af. Daar ben ik zeker van.’

In een innige omhelzing met Timmy Simons.
In een innige omhelzing met Timmy Simons.© belgaimage

Gaven de data aan dat het fysiek moeilijker begon te gaan?

Mannaert: ‘Dat is niet alleen bij ons zo, maar een algemeen fenomeen van de play-offs. Vanaf match zes zie je dat het tempo en de intensiteit dalen. Welke spelers hebben dan nog dash? De nieuwe. Carcela, Markovic, Diatta bij ons. Jongens die nog iets fris kunnen brengen. De mannen die een heel jaar hebben gespeeld, kennen in de play-offs vaak nog even een opleving en gaan dan naar beneden. Alleen Standard was een fenomeen. Die zijn wel lang in de race ‘gehouden’, door Anderlecht met het missen van al die kansen, en door ons, in onze thuismatch.’

Je gevoel van maart klopte wel, dat Standard punten zou afpakken en in die zin een beslissende rol zou spelen.

Mannaert: ‘Op een gegeven moment was het bij onze tegenstanders bon ton om te zeggen: goed dat al de sterke ploegen erbij zijn, dan zal Club problemen hebben. Ze vergaten te zeggen dat ze zelf ook problemen zouden kennen.’ ( lacht)

Gelukkig liep een en ander goed af, maar meer dan de VAR speelde de halvering van de punten uiteindelijk in jullie nadeel.

Mannaert: ‘Welke cultuur willen wij? We zijn al een klein land, qua ‘grondstoffen’ hebben we minder dan de grote voetballanden. Met een puntenhalvering creëer je geen topsportmentaliteit. Een topsporter moet leren dat élke wedstrijd belangrijk is. Als je drie vierde van die matchen maar voor de helft belangrijk maakt, krijg je die mentaliteit niet, terwijl we die wel nodig zullen hebben de dag dat onze gouden generatie zijn schoenen aan de haak hangt. Zij die denken dat het dan alleen nog op talent zal gaan, no way. Dan zal het gaan om winnen, opofferen en organisatie en die is collectief, de ander iets gunnen of iets goedmaken. Dat heeft allemaal met mentaliteit te maken. Zoiets creëer je niet door te zeggen: het is niet erg, deel maar door twee en achteraf zien we wel.’

Goeie evaluatie

De toekomst wordt een uitdaging. Welke lessen trokken jullie uit het seizoen dat volgde op het vorige kampioenenjaar?

Mannaert: ‘Alles start met een goeie evaluatie. De voorzitter, de trainer en ikzelf gaan de tijd nemen om dat goed te doen. Dat is iets wat we al zeven jaar echt grondig doen na het seizoen. En vervolgens speelt de wetmatigheid van de markt. We zijn voor een stuk een transit- en opleidingsland. Dan is het afwachten wat er boven jou gebeurt.’

Is vernieuwing en toegenomen concurrentie belangrijk na een titeljaar om iedereen weer scherp aan de start te krijgen?

Mannaert: ‘Voor mij is het veel meer het mentale aspect dan het voetbaltechnische dat vorige keer in het postkampioenenjaar de verwachtingen niet zijn ingevuld, zowel Europees als in de competitie. Ik heb vorig seizoen vastgesteld dat eigenlijk al in augustus niet meer dezelfde drive en grinta aanwezig waren. Te veel werd gezegd: ‘We gaan er wel staan op het moment dat het moet.’ Zo werkt het niet, dat is geen lichtknop die je aan en uit kan zetten. Tweede vaststelling: we hebben Ricardo van Rhijn en TomásPina gehaald maar ze brachten onvoldoende, terwijl Wesley de stap die we verwachtten, pas later zette. Het was wel degelijk de bedoeling om nieuwe mensen te brengen. Nieuwe zuurstof. Maar dat is toen niet volledig gelukt.’

‘Voor Limbombe zijn er geen limieten’

Vincent Mannaert: ‘ Anthony Limbombe is klaar voor een hoger niveau. Hij is al 24, heeft ontgoochelingen meegemaakt, die verwerkt en terug geknokt. Hij is even klaar als José Izquierdo vorig seizoen, omdat hij zo compleet is. Een fantastische atleet, met explosiviteit én een grote motor. Een op een is hij een van de sterkste van de hele ploeg, zelfs beter dan sommige verdedigers. De meeste spelers hebben één knop: technische sterkte of fysieke sterkte. Hij heeft de twee, maar als hij ze niet allebei indrukt, dan was het hier blijven of ergens in het buitenland naar een middenmoter. Ik heb hem gezegd dat hij ook een andere keuze had, de keuze die ook Yannick Carrasco en Thomas Meunier eerder maakten. En dan zijn er voor Limbombe geen limieten, dat meen ik, als hij de focus houdt op evenveel technisch brengen als fysiek.

‘Wesley is nog maar 21. Hij is gemaakt voor de Premier League. Veel van de kwaliteiten van de twee Belgische spitsen die het ginder goed doen – Christian Benteke en Romelu Lukaku – heeft hij ook. Velen zullen nu zeggen: allez komaan?! Maar herinner u Benteke in België. We hebben daarna gezien hoe hij bij Aston Villa zijn transfer naar Liverpool afdwong. Wesley is duelsterk en gegroeid in zijn keuzes maken. Niet meer direct draaien en boren, maar ook wachten en inspelen.

Abdoulay Diaby heeft ook al aangegeven dat hij wil vertrekken en dat begrijp ik. En Stefano Denswil hebben we al drie keer tegengehouden. Als hij zegt dat hij op de juiste trein wil springen als die passeert, moeten we daar rekening mee houden.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content