Tom Colpaert

‘Waarom geen internationale beloftecompetitie creëren?’

Tom Colpaert Technisch verantwoordelijke jeugdopleiding en beloftetrainer van KSV Roeselare

Al decennialang wordt erover gepraat en vanaf het seizoen 2019-2020 is het eindelijk zover: profclubs zullen dan met hun belofteploeg in de amateurreeksen kunnen spelen, werd onlangs beslist. Tom Colpaert vindt dat er meer mogelijk is om het competitieve karakter van de postformatie van onze talenten te verbeteren.

Er is dus een principieel akkoord dat er vanaf het seizoen 2019-2020 belofteploegen van profclubs toegelaten zullen worden in de amateurreeksen. Maar zover zijn we nog niet. Onder welke voorwaarden dat zal gebeuren, is nog niet bepaald. Daarover moet de profliga eerst een akkoord zien te bereiken met de amateurliga. Ik hoop in elk geval dat de insteek van de mensen die de beslissingen moeten nemen, zal zijn: wat is de beste oplossing voor het Belgisch voetbal?

Waarom geen internationale beloftecompetitie creëren?

Ik vind het verbeteren, het optillen van de eigen nationale beloftecompetitie naar een hoger niveau zeker ook een interessante optie. Bijvoorbeeld door afspraken te maken over hoeveel A-kernspelers je in een belofteploeg toelaat, zodat je niet de ene week tegen tien profs speelt en de andere week tegen geen enkele. We zouden met min of meer vaste kernlijsten kunnen werken en met selecties die voor minstens 75 procent bestaan uit in België opgeleide spelers.

We zouden ook de competitieformat kunnen aanpassen. Bijvoorbeeld: de 24 belofteploegen indelen in 2 reeksen van 12 volgens het klassement van hun 1ste ploeg, eenmalig vastgesteld, en daarna de competitie spelen met stijgen en dalen en eventueel met integratie van play-offs. De daler uit reeks 2 wordt dan vervangen door de belofteploeg van het eerste elftal dat vanuit de eerste amateurklasse naar de profs overkomt.

Ik vraag mij nog altijd af: zullen onze elitebeloften wel echt beter worden van op amateurniveau te spelen?

Voor de best mogelijke ontwikkeling van beloften moet je volgens mij iets beters op hun niveau proberen aan te bieden. En dan vraag ik mij af: waarom geen internationale beloftecompetitie creëren? Ik denk dat dat een grotere meerwaarde zou zijn dan bijvoorbeeld de beloften laten meespelen in de amateurreeksen.

Ik vraag mij nog altijd af: zullen onze elitebeloften wel echt beter worden van op amateurniveau te spelen? Zullen ze daar soms niet op zeer slechte velden moeten voetballen? Zullen ze daar af en toe ook niet in een zeer vijandige sfeer terechtkomen? Want lang niet alle amateurclubs zijn pro de komst van belofteploegen, er zijn er die zwaar contra zullen zijn. Zal het kruim van onze beloften daar geen trainers tegenkomen die tegen hun spelers zullen zeggen: ‘Gaan die snotneuzen ons hier de les komen spellen?! Geef ze maar eens een goeie tik, die salonvoetballertjes!’ Ik weet het niet, maar ik vrees daar eigenlijk wel een beetje voor. Ik vrees dat dat daar een verraderlijk spel wordt.

Een echte mannenwereld, wat is dat? Is dat een wereld waarin je meer risico loopt om stampen te krijgen en bespot en bespuwd te worden?

Een argument om met de beloften van profclubs tegen amateurs te gaan spelen, is dat de jonge talenten daar in een echte mannenwereld terecht zullen komen en daardoor competitiever zullen worden met het oog op doorstroming naar de A-kern (2). Maar: een echte mannenwereld, wat is dat? Is dat een wereld waarin je meer risico loopt om stampen te krijgen en bespot en bespuwd te worden? Of is dat een wereld waarin je als voetballer kunt groeien? Ik denk het laatste.

Ik ben ervan overtuigd dat een professionele omkadering met professionele spelers beter is voor hun ontwikkeling dan een amateuromgeving.

Om de verplaatsingen te beperken, zouden we een internationale beloftecompetitie kunnen creëren met nabijgelegen clubs uit de ons omliggende landen. In een straal van 300 kilometer zijn er voldoende buitenlandse ploegen die daarvoor in aanmerking komen. Dan zouden we beschikken over het professionele kader dat nodig is om beloften klaar te stomen voor het grote werk. Dat lijkt mij een meer uitdagende omgeving. Van beloften uit Engeland, Frankrijk en Duitsland bijvoorbeeld weten we dat ze iets anders gevormd zijn en doorgaans al meer matuur zijn op die leeftijd. Ik denk dat een beloftespeler liever speelt tegen Schalke 04, Metz en Rijsel dan tegen Dikkelvenne, Pepingen en Spouwen-Mopertingen. En ik ben ervan overtuigd dat een professionele omkadering met professionele spelers beter is voor hun ontwikkeling dan een amateuromgeving.

Eind jaren tachtig, begin jaren negentig bestond er zo’n internationale beloftecompetitie.

Ik zuig het niet uit mijn duim. Eind jaren tachtig, begin jaren negentig bestond er zo’n internationale beloftecompetitie. In mijn opleiding bij Anderlecht speelde ik met de beloften midweeks tegen onder meer Feyenoord, Sparta Rotterdam, PSV, Ajax, Borussia Mönchengladbach, Lens en Rijsel. Daar had ik meer aan dan aan de wedstrijden van de beloftecompetitie, waarin in die tijd veel profs uit de A-kern meespeelden. Ik weet nog dat toen op De Meer bij Ajax Dennis Bergkamp en de broers De Boer meededen. Dat was echt een leuke en stevige competitie. Het is bovendien een interessant platform voor scouting. Zo speelde in mijn tijd bij de beloften van Borussia Mönchengladbach Kjetil Rekdal mee, die daarna een mooie carrière maakte in België.

Als je met een belofteploeg in de eerste amateurliga speelt, kun je ook niet meer stijgen.

Het grootste nadeel van zo’n internationale beloftecompetitie is dat het geen competitie is met stijgen en dalen. Maar als je met een belofteploeg in de eerste amateurliga speelt, kun je ook niet meer stijgen.

Tot slot nog een andere bedenking: een hele tijd geleden al werd beslist om bij de elitejeugd vanaf volgend seizoen van de U19 de U18 te maken en de U17 niet meer in competitie te laten spelen. Of dan bij de U18 onder bepaalde voorwaarden ook U20-spelers zullen mogen meedoen zoals nu bij de U19 werd nog niet bepaald. Maar ik stond daar wel achter. Bij ons bestaat de U19-selectie ook grotendeels uit U18-spelers.

Máár: als belofteploegen in de amateurreeksen gaan uitkomen, zullen die profclubs een aantal jongeren langer aan zich moeten binden om de ploeg te versterken en dan zal er minder plaats zijn voor jongens uit de U18 om door te stromen. Dan denk ik: dan behoud je beter de U19. Maar zover zijn we dus nog niet.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content