Zelden liep Anderlecht zo veel achter de bal

Na de wedstrijd tegen Borussia Dortmund is de realiteit bij de dromers teruggekeerd.

Met veel realisme had Besnik Hasi naar de wedstrijd van Anderlecht tegen Borussia Dortmund toegeleefd. Toen iemand hem op de afsluitende persconferentie zei dat Jan Mulder vond dat Anderlecht deze groep kon winnen, wees hij op een aantal doemscenario’s die voor de match op Galatasaray werden voorspeld: paars-wit zou daar zwaar verliezen. Toen Anderlecht vervolgens in Istanbul uitstekend speelde, leek het erop dat Anderlecht zichzelf weer op de Europese kaart had gezet. Ieder gevoel voor nuance wil in dat soort omstandigheden weleens verloren gaan. Bijvoorbeeld dat het weerwerk van Galatasaray wel heel zwak was.

Na de wedstrijd tegen Borussia Dortmund is de realiteit bij de dromers teruggekeerd. Borussia mag dan in de Bundesliga voorlopig een middenmoter zijn en met een vormcrisis worstelen, daar viel in het Astridpark niets van te merken. Het confronteerde Anderlecht met zijn grenzen. Zelden liep Anderlecht zo veel achter de bal als tegen de Duitse club. Vooral in de eerst helft was het bij momenten pijnlijk om te zien. Borussia Dortmund verzuimde het alleen om de kansen te verzilveren. Bovendien stond Silvio Proto uitstekend te keepen.

Wedstrijden in de Champions League hebben hun eigen wetten. Het tempo ligt hoger, de intensiteit is anders. En het verschil in budget – dat van Dortmund ligt bijna tien keer hoger dan dat van Anderlecht – valt doorgaans ook op het veld te zien. Toch was het verbijsterend dat Anderlecht tegen het met een halve invallersploeg aantredende Borussia op alle vlakken ver onderlag: technisch, tactisch, fysiek, en zeker qua kracht en snelheid. Het laatste kwartier zaten een aantal spelers op hun tandvlees, terwijl Borussia fluitend doorging.

Anderlecht blijft een jonge ploeg met veel progressiemogelijkheden. Het kan uit dat soort wedstrijden alleen maar leren. En zich intussen weer schikken in de realiteit: meer dan een derde plaats is in deze groep niet haalbaar. Maar dat leek Besnik Hasi vooraf al te weten.