25 dingen om te onthouden van het WK veldrijden

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Het WK veldrijden in Heusden-Zolder zal, om velerlei redenen, de geschiedenis ingaan als een van de meest beklijvende en controversiële edities ooit. Wat kan/mag u van het afgelopen WK-weekend onthouden?

1

Dat Femke Van den Driessche en haar entourage vonden dat de Internationale Atletiekbond IAAF met alle dopingschandalen van de voorbije maanden iets te veel negatieve aandacht naar zich toe zoog. En dan maar met een fietsmotortje – ironisch genoeg op het racecircuit van Zolder -, weer alle spotlights op het wielrennen richtten, als dé sport van list en bedrog.

2

Dat Van den Driessches ‘de fiets is van een vriend en die heeft hem tegen de camper gezet’-excuus evenveel rammelde als de uitleg van wijlen Frank Vandenbroucke toen die verklaarde dat de bij hem thuis gevonden clenbuterol voor zijn zieke hond was.

3

Dat u zelden iemand zo verontwaardigd en gekrenkt tot in het diepst van zijn vezels zal zien als de doodbrave bondscoach Rudy De Bie, toen die op tv reageerde op het bedrog.

4

Dat het bijzonder jammer is dat een beklijvend WK, bij zowel de beloften als de profs, zo overschaduwd werd. En het veldrijden op die negatieve manier voor een keer wél de internationale krantenkoppen en websites haalde, tot in Australië, Canada en Singapore.

5

Dat de WK’s van zondag zo spannend waren dat zelfs de ervaren Michel Wuyts sprak over “een van de meest sensationele en emotionele dagen” uit zijn carrière.

6

Dat Wout Van Aert evenzeer als door zijn fysieke kracht zijn eerste wereldtitel behaalde door zijn mentale weerbaarheid. Bewijs daarvan: na het voet-in-wielincident met Mathieu van der Poel, waarbij hij ijzig kalm bleef, zette de Kempenaar in de zesde ronde een tijd neer van 7’58”, het snelste toertje van het WK, zelfs nog een seconde rapper dan de razende openingsronde van hem en Van der Poel.

7

Dat ploegleider Niels Albert door zijn ervaring als tweevoudig wereldkampioen Van Aert als geen ander kan klaarstomen voor een kampioenschap, zowel fysiek, tactisch als mentaal. En er ook perfect in slaagde om zijn poulain in de underdogrol te duwen.

8

Dat Van Aerts keuze om veel losse crossen te laten vallen de juiste blijkt te zijn met oog op een wereldtitel. En dat veel van die organisatoren, na het afhaken van Sven Nys, zich daar ongerust over zullen maken.

9

Dat Van Aert op 13 februari in Middelkerke de zogenaamde Grand Slam kan rondmaken, als hij na het BK, WK, de Wereldbeker en de Bpost Banktrofee ook de eindzege in de Superprestige op zijn palmares zet. Op een leeftijd van dan nauwelijks 21 jaar, 4 maanden en 28 dagen. Ter vergelijking: Sven Nys won zijn allereerste klassementscross (in Ruddervoorde, 1998) toen hij bijna een jaar ouder was. De Kannibaal behaalde zijn enige Grand Slam (als enige crosser die daar tot nu toe in slaagde) ook pas op zijn 28e.

10

Dat topfavoriet Mathieu Van der Poel, in tegenstelling tot Van Aert, mentaal ten onder ging na het oponthoud met het voorwiel. Maar dat hij zich wel een waardige verliezer toonde door in de VRT-studio meteen na de race zijn uitleg te doen, mét moddergezicht.

11

Dat het voor het veldrijden mooi is dat de twee jonge tenoren, die de sport de komende jaren zullen dragen, nu elk één wereldtitel bij de profs op zak hebben. En dat Mathieu van der Poel terloops aangaf nog “verschillende jaren” crosser te zullen blijven.

12

Dat David van der Poel met een zesde plaats zich voor het eerst (een beetje) uit de schaduw van broer Mathieu worstelde.

13

Dat Kevin Pauwels ondanks een superpremie van 37.500 euro een uitgelezen kans liet liggen om wereldkampioen te worden. En dat hij dat, op zijn nu 31e, allicht nooit meer zal worden.

14

Dat Sven Nys, zestien jaar na de tranen op het podium van het WK in Sint Michielsgestel, weer de waterlanders liet stromen. En daar, in tegenstelling tot na de hulp aan Richard Groenendaal in 2000, nu wel iedereen mee ontroerde.

15

Dat Nys al na zijn onverhoopte, maar prachtige vierde plaats – een prestatie die op zijn 39e evenveel waard is als zijn twee wereldtitels -al meteen dacht aan de volgende Superprestigecross, waar hij Van Aert de eindzege wil ontfutselen. De mentaliteit waarmee Nys zich tot de beste veldrijder ooit schopte.

16

Dat er tussen 60.000 toeschouwers altijd dronken marginalen zullen lopen die het bier en het spuug niet in hun bekertje en mond kunnen houden. Uitzonderingen die de sport wel in een slecht daglicht zetten.

17

Dat tuffen niet alleen traag vooruitgaan is, maar ook spugen betekent (met dank aan Lars van der Haar).

18

Dat Sanne Cant voor het tweede jaar op rij (na Pauline Ferrand-Prévot in 2015 nu door Thalita de Jong) afgetroefd werd door een wegrenster die occasioneel van het veldrijden proefde en wereldtitel pakte. Wat helaas ook veel zegt over het niveau van het damesveldrijden.

19

Dat met Eli Iserbyt – als éérstejaarsbelofte al meteen wereldkampioen – België een nieuw (intelligent) toptalent klaar heeft staan dat binnen drie, vier jaar Van Aert (en Van der Poel?) zal kunnen bekampen.

20

Dat de te vroeg juichende Adam Toupalik even mooi Tsjechisch Nederlands spreekt als Zdenek Stybar. Maar niet even goed kan tellen.

21

Dat er bij de junioren amper één Belg in de top tien finishte: Jappe Jaspers op de zevende stek. In de laatste twintig jaar scoorden onze landgenoten alleen in 2005 in Sankt Wendel slechter, toen geen enkele Belgische junior zich in de eerste tien kon plaatsen.

22

Dat de top acht bij de heren elite voor het eerst sinds het WK 2000 in Sint-Michielsgestel uit alleen Belgen en Nederlanders bestond.

23

Dat er twintig nationaliteiten bij de profs startten – “zie daar de mondialisering van het veldrijden”, juichte de UCI -, maar in de top twintig slechts renners van vijf verschillende nationaliteiten eindigden (België, Nederland, Frankrijk, Duitsland en Tsjechië). De verdwaalde Japanners, Oostenrijkers, Zweden, Noren en Canadezen werden op één of meer ronden gereden.

24

Dat het WK (bij de heren elite) wereldwijd in welgeteld acht landen live op tv te zien was, waarvan slechts vier op nationale tv (België, Nederland, Luxemburg en Tsjechië). In Frankrijk, Italië, Japan en Denemarken zat de regenboogstrijd weggestopt op een sportkanaal van een betaalzender. In de VS kon je het WK wel rechtstreeks bekijken via een livestream op de website van NBC Sports, net als op het UCI YouTubekanaal.

25

Dat niettemin nogmaals gebleken is dat veldrijden een fantastische tv-sport is, zeker een WK waar altijd onverwachte wendingen gebeuren. Om de tweetende Zdenek Stybar te quoten: “This was cyclo cross!!! Wouw.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content