Boonen vs. Cancellara: meer verschillen dan gelijkenissen

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Tom Boonen en Fabian Cancellara kruisen zondag voor de allerlaatste keer de degens in de Ronde van Vlaanderen, die ze beiden drie keer wonnen. Elk op hun manier kroonden zij zich tot de twee beste klassieke renners van hun generatie. Dat resulteerde in twee rijk gevulde erelijsten met opvallend meer verschillen dan gelijkenissen. Een overzicht aan de hand van zeven kerncijfers.

30

Het aantal profkoersen dat Tom Boonen meer won dan Fabian Cancellara (118 vs. 88), hoewel de Belg aan zijn vijftiende seizoen bij de elite bezig is, en de een jaar jongere Zwitser aan zijn zestiende campagne. Een duidelijk verschil, onder meer te verklaren door de vroegrijpheid van de nu 35-jarige Kempenaar. In zijn eerste 2 seizoenen won hij weliswaar slechts 2 maal, maar vanaf 2004 explodeerde Boonen met gemiddeld 16,4 successen per jaar tot en met 2008. Daardoor had hij eind dat seizoen, op zijn 28e, al 82 zeges, terwijl Cancellara er toen ‘slechts’ 47 telde.

Opvallend: sindsdien maakte Spartacus een deeltje van zijn achterstand goed, met 41 overwinningen sinds 2009, terwijl de Balen Express op 36 bleef steken (4 zeges in 2010, 2 in 2011, 1 in 2013, 5 in 2014, 4 in 2015 en nog geen in 2016), deels te wijten aan blessures, ziektes en vele valpartijen.

De vroege ontbolstering van Boonen blijkt ook uit de leeftijd waarop hij zijn 1e podiumplaats in een klassieker behaalde (21 jaar, 5 maanden en 30 dagen, Parijs-Roubaix 2002), zijn 1e ‘monument’ won (24 jaar, 5 maanden en 19 dagen, Ronde van Vlaanderen 2005) en zijn 50e zege veroverde (25 jaar, 7 maanden en 11 dagen, rit Ronde van België 2006).

Ook Cancellara kwam al jong aan de oppervlakte – op zijn 23e won hij de proloog van de Tour 2004 – maar hij moest wel langer wachten op zijn 1e grote klassieke overwinning (25 jaar, 22 dagen, Parijs-Roubaix 2006) en zijn 50e zege (28 jaar, 3 maanden, 3 dagen, rit Ronde van Zwitserland 2009).

55

Het aantal tijdritten (waaronder 1 olympische en 4 wereldtitels) dat Cancellara al meer won dan Boonen, op wiens palmares voorlopig slechts 1 triomf tegen de klok staat: de proloog van de Ster Elektrotoer in 2004.

Even opmerkelijk is het verschillend aantal solozeges: de Zwitser bolde al 15 keer alleen over de streep, de Belg slechts 3 maal (Ronde van Vlaanderen 2005, Parijs-Roubaix 2009 en 2012). In die laatste race schudde Boonen wel een solo van 53 km uit de benen, terwijl Cancellara’s langste raids in zijn eentje ‘slechts’ 45 km (niet toevallig ook in Parijs-Roubaix, de editie van 2010) en 37 km (E3 Prijs 2013) lang waren. De 13 andere solovluchten van de Beer van Bern beperkten zich tot ‘slechts’ 20 km en minder. Daarvan sloeg hij 5 keer toe op ongeveer 1 km van de finish, onder meer in Milaan-Sanremo 2008.

Een totaal ander beeld in het aantal sprintoverwinningen: Cancellara was 2 keer de snelste van een groep van meer dan 5 renners (1e rit Catalaanse week 2004, sprint met 44 en 2e etappe Ronde van Oman 2015, sprint bergop met 19 renners) en 8 maal de rapste in een spurt met minder dan 5 coureurs (onder meer in de Ronde van 2014).

Boonen won daarentegen al 89 groeps/massasprinten en 18 spurten in een groepje van minder dan 10 renners.

Dat verschil in capaciteiten – de sprinter versus de tijdrijder – blijkt ook uit de gemiddelde voorsprong waarmee beiden hun zeges in koersen in lijn behaalden: 1,67 seconden voor Boonen vs. 24,40 voor Cancellara, die zijn grootste voorsprong bijeensprokkelde in Parijs-Roubaix 2010: exact 2 minuten, en daarnaast in zijn solo’s nog vijf keer meer dan een minuut uitliep op het nummer twee.

Ook de Etixx-Quick-Steprenner arriveerde in zijn tweede solo in de Hel (2012) met zijn grootste kloof op de concurrentie: 1 minuut en 39 seconden.

13

Het aantal eendagswedstrijden (geen tijdritten) dat Cancellara minder won dan Boonen (17 vs. 30). De Kempenaar behaalde 1 wegwereldtitel en won 7 monumenten (3 maal de Ronde, 4 keer Parijs-Roubaix), terwijl de Trekrenner het zonder regenboogtrui op de weg moet stellen en evenveel grote klassieke overwinningen op zak heeft (Milaan-Sanremo, 3 maal de Ronde, 3 keer Parijs-Roubaix).

Het verschil in het aantal gewonnen eendagskoersen ligt vooral in de semiklassiekers. Cancellara triomfeerde, in tegenstelling tot Boonen, nooit in Kuurne-Brussel-Kuurne, Dwars door Vlaanderen, Gent-Wevelgem, de Scheldeprijs of Parijs-Brussel. Alleen de Strade Bianche, waar Tornado Tom nog niet kon scoren, won hij al 3 keer. Samen zegevierden ze wel liefst 8 maal in de E3 Harelbeke: Boonen 5, Cancellara 3.

81

Het aantal ritoverwinningen van Boonen, dankzij zijn snelle benen, in grote en kleine rondes, met onder meer 6 etappes in de Tour (en in 2007 ook de groene trui). Cancellara was in rittenwedstrijden 50 keer de beste, waarvan liefst 42 tijdritsuccessen, onder meer 8 in de Ronde van Zwitserland en 7 in de Tour (plus nog 1 gewone etappezege).

Door de veelal kortere etappes in rondes is ook de gemiddelde afstand van de koersen waarin Boonen triomfeerde ook opmerkelijk kleiner dan van de wedstrijden in lijn die Cancellara won: 178,097 km vs. 203,616 km.

Zijn er ook gelijkenissen? Jawel, beiden werden 2 maal kampioen van hun land op de weg en schreven elk 7 rittenwedstrijden op hun naam. Al beperkt zich dat bij Boonen tot de kleinere rondes van Qatar, Picardië en België en de World Ports Classic, terwijl Cancellara de hoger aangeschreven Tirreno-Adriatico (2008) en Ronde van Zwitserland (2009) won, weliswaar met een minder lastig klimparcours en met een lange tijdrit. Op het palmares van beide vedettes ontbreekt ook een etappe in de Giro.

7

Slechts zoveel keer deelden Boonen en Cancellara samen het podium. Tornado Tom won de E3 Prijs 2007 en Parijs-Roubaix 2008, telkens in de sprint voor Spartacus, die ook 3e werd in de 4e rit van de Ronde van Qatar 2012, na Boonen en Tom Veelers. Cancellara ging 4 maal zijn Belgische concurrent vooraf: Parijs-Roubaix 2006, proloog Vuelta 2009, E3 Prijs en Ronde van Vlaanderen 2010.

Tony Martin is als tijdrijder niet toevallig de renner die al het meest op de 2e stek na de Zwitser strandde (6 keer). Na Boonen (4) volgen Andreas Klöden, Bradley Wiggins en Erik Zabel (3).

Boonens vaste podiumgezellen zijn hoofdzakelijk sprinters. Met op kop de al in 2008 gestopte Zabel, die liefst 16 keer met de ex-wereldkampioen in de top 3 finishte, waarvan 11 maal als 2e of 3e. Volgen: Danilo Napolitano, Daniele Bennati en Robbie McEwen (12 keer). Opvallend: Cancellara is met 7 gedeelde podiumplaatsen de 1e niet-sprinter in dat rijtje, voor Filippo Pozzato (6 gedeelde podiumplaatsen), Juan Antonio Flecha, Philippe Gilbert en Alessandro Ballan (elk 5). Peter Sagan en Greg Van Avermaet deelden slechts 4 en 3 keer het podium met Boonen.

51,69

Het percentage van zijn totaal aantal overwinningen dat Boonen in het voorseizoen (januari-april) boekte, ofwel 61 stuks op 118. In geen enkele maand scoorde hij beter dan in februari: 23 keer, hoofdzakelijk veroverd in Qatar. Logischerwijs zakt dat zegepercentage in de rest van het jaar fel: 30,51% tussen mei en juli (36 overwinningen), nog 17,80% tussen augustus en oktober (21 zeges).

Ook Cancellara triomfeerde relatief weinig in de nazomer/herfst (13,64%, 12 overwinningen), en won in, tegenstelling tot de Belg, vooral in het middenrif van het seizoen: 43,18% of 38 van zijn 88 zeges. Niet toevallig vinden dan de Ronde van Zwitserland (11 ritsuccessen), het Zwitsers kampioenschap tijdrijden (9 titels) en de Tour plaats (8 etappeoverwinningen).

Hij zegevierde dan ook, verhoudingsgewijs, minder in het voorjaar dan de Antwerpenaar: 43,18%, waarbij vooral het verschil tussen januari en februari opvalt: 33 successen voor Boonen, 12 voor Cancellara, terwijl de Zwitser in maart en april slechts 2 keer minder won dan de Belg: 26 vs. 28.

19

Het aantal landen waar Cancellara met een bloementuil zwaaide, 6 meer dan Boonen (13), opmerkelijk gezien diens groter aantal overwinningen. De Kempenaar behaalde dan ook 78,81% van zijn 118 zeges in slechts 3 landen: België (38,14%, 45 stuks), Qatar (22,88%, 27) en Frankrijk (17,80%, 21).

Cancellara spreidde zijn 88 overwinningen meer, al was ook hij vooral sant in eigen land: (27,27%, 24 stuks). Daarna volgen Italië (11), Frankrijk (9) en België (8). Vooral het verschil in triomfen in de Laars is opvallend, want daar kon Boonen slechts 1 keer de handen in de lucht steken: 2e rit Tirreno-Adriatico 2010. Boonens zeges in Qatar (27) steken dan weer fel af met die van Cancellara in de golfstaat (1).

Verder bleef de Belg bleef scoreloos in Australië, China, Denemarken, Griekenland, Luxemburg, Portugal en Tsjechië, waar Cancellara wel al een of meerdere successen boekte. Die won alleen niet in Argentinië, waar Boonen 1 keer triomfeerde.

In bovenstaande cijfers werd alleen rekening gehouden met officiële individuele UCI-koersen en nationale/wereldkampioenschappen. Niet met ploegen/koppeltijdritten, kermiskoersen of criteriums.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content