Niki Terpstra: liefde voor de aanval

© BELGAIMAGE
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Niki Terpstra bezong na zijn zege in de Ronde van Vlaanderen zijn liefde voor de koers. Een passie die hij al van jongs af uit door aan te vallen. Véél aan te vallen.

Hij moest huilen na de finish, bekende Niki Terpstra. Neen, niet na de Ronde van vorige zondag, maar na zijn zege eerder op het jaar in Le Samyn. De verlossing na een jaar vol valpartijen en fysiek leed, zonder overwinning. Daar kwam nog eens de Omloop Het Nieuwsblad van 2018 bovenop, waar de Nederlander – met nog wat schrik in de benen – zich liet wegdrummen op cruciale momenten en onzichtbaar 52e werd. Met snoeiharde kritiek van de ploegleiding tot gevolg.

Vandaar dat hij in Le Samyn op 100 kilometer van de aankomst met Quick-Step een collectieve coup pleegde, om zelf af te ronden na een solo. Het begin van een verrijzenis die zich doorzette in de E3 Harelbeke, met een nog grootser solonummer, en die zich op Pasen helemaal voltrok in de Ronde. Daar koppelde Terpstra zijn piekconditie aan verstand en Hollandse branie. Opnieuw met een solo, zoals hij ook al in zijn eentje naar winst in het Nederlands kampioenschap (2012), Dwars door Vlaanderen (2012 en 2014), Parijs-Roubaix (2014) en Le Samyn (2016) was gereden.

Een rijke oogst voor rijkelijk gezaaide aanvalslust. In zijn jeugdjaren en eerste profseizoenen werd Terpstra er zelfs om uitgelachen, om zijn honderden harakiri-demarrages, vaak van bij de start. Soms hingen zijn collega’s zelfs aan zijn truitje zodat hij er niet wéér vandoor zou gaan. Tom Boonen vervloekte de Hollander zelfs menigmaal, voor diens Quick-Stepperiode. ‘Niki koerste volledig tegen de regels van het peloton in. Niet zijn doel blijkbaar om de geliefdste renner te worden.’

Typisch voor Terpstra: geen kuddedier, liever zijn weg kiezend. Een afwijkend pad, al van bij de jeugd en zijn eerste profjaren, dat niet liep via Rabobank (te licht bevonden door de scouts), maar het Duitse Milram. Daar werd hij in 2008 op zijn 23e al 14e in … de Ronde van Vlaanderen. In 2010 vloerde Terpstra de Rabobankploeg op het NK, maar het echte keerpunt volgde op het WK in Geelong. Hij strandde er, na een vermetele aanval in de slotkilometer, op 300 meter van de regenboogtrui. De eerste sms die hij na de finish las, was van Patrick Lefevere: ‘Knap gereden!’, sms’te die, gecharmeerd door zo veel lef.

De liefde bleek wederzijds. Hoewel hij bij Vacansoleil véél meer kon verdienen, koos Terpstra voor Quick-Step. Als kind had hij al gefascineerd getuurd naar de dominantie van het grote Mapei. Nu kon hij zélf lid worden van Lefeveres team, waar Vincere Insieme (Samen Winnen) als leidmotief gold, en nog steeds geldt. ‘Vaak zal ik voor Boonen moeten werken, maar die ene keer kan ik misschien zélf scoren.’

Die ene keer zijn er intussen meerdere geworden. Dankzij een stalen karakter, waarmee hij zijn afgeslankt lichaam (wegens minder fitnesstrainingen) afgelopen winter afbeulde. Soms ging Terpstra zelfs ’s morgens in het donker op pad, met streekgenoot Laurens ten Dam of achter de brommer van vriendin Ramona, zijn steun en toeverlaat.

Zo ontpopte het aanvankelijke ongeleide, eigengereide projectiel tot een volbloed winnaar. Met een intussen succesvol recept: de onweerstaanbare, veel beter getimede soloaanval, zoals in de Ronde, vanop de Kruisberg. Een triomf voorspeld door … Tom Boonen. Bij wie Niki intussen wél geliefd is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content