Op de set van wielerfilm ‘Coureur’: ‘De meeste acteurs zien er houterig uit op een koersfiets’

© Matthias Stockmans
Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Coureur, een film gebaseerd op het levensverhaal van (ex-)wielrenner en nu regisseur Kenneth Mercken, heeft er zijn laatste draaidag opzitten. Sport/Voetbalmagazine was erbij en sprak met hoofdrolspelers Koen De Graeve en Niels Willaert, zelf beloftevol coureur: ‘Na de eerste repetities was al duidelijk dat Niels pakte op beeld.’

Kenneth Mercken (40) fietste in 2000 nog naar de Belgische titel bij de elite zonder contract. Het leverde hem een contract als semiprof op bij een Italiaanse opleidingsploeg. Hij was een fanatiek talent, daarin nog gepusht door zijn al even fanatieke vader, die de grenzen van het toelaatbare aftastte en zo de duistere kant van topsport leerde kennen. In 2005 borg Mercken de fiets op, niet langer bereid zijn gezondheid in gevaar te brengen in het najagen van zijn droom om ooit full-time profwielrenner te worden. Die allesverslindende ambitie om de beste te zijn en de heftige vader-zoonrelatie vormen de basis van een meeslepend drama met het in België zo gekoesterde wielermilieu als decor.

De opnames van Coureur, een productie van CZAR en straks verdeeld door Paradiso Filmed Entertainment, zitten er sinds deze week op. Dinsdag 27 juni vond de laatste draaidag plaats in een huis in Beersel, nabij Brussel. De ideale gelegenheid om al eens kennis te maken met de acteurs in het langspeeldebuut van Kenneth Mercken, die als regisseur wel al zijn kunde etaleerde met de bekroonde kortfilm The Letter. Koen De Graeve (Helaasheid der Dingen, Van Vlees en Bloed, Tot Altijd) en Karlijn Sileghem (Katarakt, Het Peulengaleis) zijn doorwinterde vakmensen, maar voor de amper 19-jarige Niels Willaert, die de jonge Kenneth Mercken speelt -in de film heet hij Felix-, is het allemaal nieuw. Hij is zelf wielrenner bij de beloften en zette zijn carrière enkele maanden on hold om aan deze film te kunnen meewerken.

De manier waarop je een bocht neemt bijvoorbeeld. Dat moet vlot zijn, maar dat leer je niet op één-twee-drie.

Niels Willaert

S/VM: Het bijzondere is dat ze aanvankelijk een ‘echte’ acteur zochten om hem vervolgens te leren koersen, maar dat bleek moeilijker dan gedacht. De acteurs misten geloofwaardigheid als wielrenner. Zo kwamen ze bij jou uit -een wielrenner die ze leerden acteren. Wat maakt die stiel zo specifiek?

NIELS WILLAERT: Goh, de manier waarop je een bocht neemt bijvoorbeeld. Dat moet vlot zijn, maar dat leer je niet op één-twee-drie. Er zitten veel actiescènes in de film, dus dat aspect was belangrijk. Vooral in de Italiaanse bergen hebben we er daar veel van opgenomen.

KOEN DE GRAEVE: De meeste acteurs zien er toch wat houterig en onhandig uit op de koersfiets. En het is belangrijk dat de kijker gelooft dat het personage dat ze zien echt in de wieg gelegd is voor de koers. Na de eerste repetities was al duidelijk dat Niels pakte op beeld. Het was nieuw voor hem, maar ik wilde hem ook niet te veel gidsen: niets zo irritant als een collega die constant zit te vertellen hoe je iets beter zou kunnen doen. Kenneth hielp ook door veel vertrouwen te geven aan Niels.

S/VM: Koen, jij hebt wel wat met wielrennen. Je speelde mee in de tv-reeks De Ronde en je zat ook al eens op de fiets in De Helaasheid der Dingen. Naakt weliswaar.

DE GRAEVE: Jaja, ik ben wereldkampioen naaktfietsen. (lacht) In Vlaanderen is het eigenlijk moeilijker om geen wielerfan te zijn, want dan moet je bijvoorbeeld de helft van het jaar je televisie uit zetten. Nu, om eerlijk te zijn ben ik zelf altijd meer een beoefenaar van balsporten geweest, maar ik poog toch af en toe op de fiets te kruipen. Voor Van Vlees en Bloed moest ik destijds een paar fietsscènes draaien en toen heb ik een deftige koersfiets gekocht. Het komt er in feite te weinig van. Ook in deze film zie je mij eigenlijk weinig op de fiets, tenzij op de rollen.

S/VM: Tot waar reiken jouw ambities als wielrenner, Niels?

WILLAERT: Ik rijd nu bij de eerstejaarsbeloften, maar prof worden… er zijn in België zoveel talenten en het is slechts voor weinigen weggelegd. Dan zou ik nu al verder moeten staan bijvoorbeeld en er echt helemaal voor leven. Je moet daar eerlijk in durven zijn. Ik sta elk weekend met honderd andere jongeren aan de start, die allemaal hopen om prof te worden. Tijdens de opnames heb ik amper getraind, ook al omdat ik net een meniscusoperatie had ondergaan. Eigenlijk viel deze tussenperiode dus ideaal.

Ook al is het in scène gezet, de fietsrollen moeten juist afgesteld staan
Ook al is het in scène gezet, de fietsrollen moeten juist afgesteld staan© Matthias Stockmans

S/VM: Kenneth toont met zijn verhaal wat ambitie kan doen met een mens. Hoe manifesteert zich dat bij jullie?

DE GRAEVE: Ambitie is iets eigenaardig. Het kan opgelegd zijn van buitenaf. Sociale druk. Veel mensen denken dat ze pas iets voorstellen als ze aan bepaalde maatstaven, een bepaalde status, voldoen. Je hebt renners die hun hele carrière meerijden in de buik van het peloton, in de hoop ooit te schitteren en daar nooit toe komen. Dat moet ongelooflijk frustrerend zijn. De echte kampioen is diegene die weet wat hij kan. Niels is zo iemand.

S/VM: In het wielrennen wordt er constant tegen de limieten geschurkt. Sommige renners brengen zelfs hun gezondheid in gevaar om toch maar de top te halen. Zoals ook Kenneth meemaakte.

DE GRAEVE: Ergens begrijp ik dat wel. Ik ben bij momenten ook al ver gegaan voor een bepaalde rol. Als je een verhaal wilt vertellen, ga je tot waar het nodig is. In Tot Altijd bijvoorbeeld moest ik onwaarschijnlijk veel afvallen, op een bepaald moment heeft de arts mij tegengehouden en moést ik van hem eten. Dat fanatisme neemt echter over van je, je komt in een soort euforische roes en dan bestaat er niets anders dan je doel bereiken. Dat zit in je of niet. Bij mij zit dat erin, ik word graag uitgedaagd. Gelukkig zijn er niet te veel rollen die zulke fysieke inspanningen vereisen.

WILLAERT: Op de laatste draaidag in Italië diende ik ook uitgemergeld te zijn. Ik heb een zeer streng dieet gevolgd en moest zelfs met een zweetpak in de sauna oefeningen doen. Dat was op het randje.

Regisseur Kenneth Mercken in gesprek met acteurs Koen De Graeve en Karlijn Sileghem
Regisseur Kenneth Mercken in gesprek met acteurs Koen De Graeve en Karlijn Sileghem© Matthias Stockmans

S/VM: Wat sprak jullie zo aan in het scenario van Coureur?

DE GRAEVE: Het eerlijke. En het psychologische spel tussen vader en zoon. Kenneth heeft goed gesnapt dat hij door de lens van dat wielermilieu ook dingen over mens en maatschappij kon vertellen. Over voldoen aan verwachtingen en sociale druk. Kenneth staat zeer open en positief in het leven, maar hij kan zeer gefocust zijn. Zijn fanatieke blik als hij regisseert: daar word je bang van.

WILLAERT: Het was voor mij bij momenten heftig om dit verhaal te vertolken, aangezien ik zelf in die levensfase zit. En omdat ik tegelijkertijd besefte dat het voor Kenneth de realiteit was.

Ik heb de papa van Kenneth ontmoet voor deze rol. Heel rustige kerel. Tot de koers begint, dan verandert hij in een leeuw.

Koen De Graeve

DE GRAEVE: Ik heb de papa van Kenneth ontmoet voor deze rol. Heel rustige kerel. Tot de koers begint, dan verandert hij in een leeuw. Dan wil hij iedereen opeten. Hij fietst nu, als zeventiger, nog bij de veteranen en hij wint bijna altijd zijn leeftijdscategorie. Ik heb eens aan Kenneth gevraagd of zijn pa het niet erg zou vinden als hij die gewelddadige scènes in de film ziet. ‘Neen, die gaat daar eens mee lachen,’ antwoordde hij. Als iemand je tijdens de koers in de kant rijdt, slaag je op zijn gezicht. Die redenering vinden zij logisch. En toch is die familie totaal niet marginaal, maar net heel hartelijk en joviaal. Dat is gewoon wat fanatisme met je kan doen.

S/VM: Tot slot, wie is voor jullie dé ultieme coureur?

DE GRAEVE:Eddy Merckx natuurlijk!

WILLAERT: Greg Van Avermaet.

Coureur gaat nu in montage en wordt begin 2018 in de bioscoopzalen verwacht.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content