Stemmen over Tom Dumoulin: ‘Hij wordt de grootste Nederlandse wielrenner ooit’

© BELGAIMAGE

Dat hij rijdt, is geen verrassing, maar Tom Dumoulin mikt in de Ronde van Frankrijk zowaar op het eindklassement. Hij won al de Giro, had de Vuelta moeten winnen en nu dus de Tour? ‘Het is een jongen die je blijft verbazen, ook als je denkt dat je hem kent.’

Ons doet hij aan Eddy Merckx denken. Natuurlijk niet qua uitslagen, maar die engelachtige trekken, die onverstoorbaarheid, die ijzeren cadans bergop: vond Nederland met Tom Dumoulin een nieuwe Kannibaal? En wie is die Dumoulin, talk of the town in wielerland, nu écht? Arthur van Dongen, Roy Jans en Jairo van Lunteren – drie experts in het fenomeen, elk met een eigen insteek – zouden het moeten weten. Maar eerst: hoe hebben ze hem leren kennen?

Tom ontdekt zichzelf en de wereld kijkt mee welke kant hij opgaat. Mooi, toch?

Jairo van Lunteren

‘Bij mij is dat een verhaal van ondertussen zeven jaar, ‘ vertelt Arthur van Dongen, nu actief bij Team Sunweb maar ooit Dumoulins mentor bij de gereputeerde opleidingsploeg van Rabobank. ‘Achteraf moet je besluiten dat daar een van de sterkste lichtingen bijeenzat die het Nederlandse wielrennen ooit kende. Tom kwam erbij in 2011. Het bleek een bijzonder prettige jongen om mee te werken, leergierig en enthousiast. Hij verliet Rabo zonder contract, maar we zijn elkaar nooit uit het oog verloren. Drie jaar geleden werd de samenwerking hernieuwd bij het toenmalige Giant-Alpecin, het team dat nu Sunweb heet.’

Roy Jans ontmoette Dumoulin op een beloftenkoers, al weet hij niet meer waar of wanneer, noch wie hen aan elkaar voorstelde. ‘Iemand zei dat er een jonge renner in mijn buurt woonde die een trainingsmaat zocht. Dat bleek dus Tom te zijn. Het klikte meteen, hij werd een goeie vriend. We trainen nog steeds geregeld samen.’

Jairo van Lunteren ten slotte schreef een boek over de nieuwe Nederlandse wielerheld, dat uitkwam in mei. ‘De uitgeverij had het opgevat als een biografie, maar dat wou Tom heel expliciet níét’, zegt de wielerauteur. ‘Privé is privé, vindt hij, en biografieën lijken hem meer iets voor na de carrière. Dat is natuurlijk zijn goed recht. Het boek is een ‘ode aan Tom Dumoulin’ geworden, aan de toprenner die hij nu al is en aan de grote kampioen die hij gaat worden. Het schrijven liep als een trein. Dumoulin is een fascinerende vent over wie je niet uitgepraat raakt.’

Bij de jeugd stond Dumoulin bekend als een goeie renner, maar niet als hét supertalent.

Arthur Van Dongen: ‘Als zijn gewezen jeugdploegleider moet ik dat nuanceren. Oké, hij kreeg bij Rabobank geen contract, of toch niet snel genoeg naar Toms gevoel, maar we zagen wel een groot talent in hem. Ondanks zijn beperkte palmares. Bij de junioren viel Tom niet op en bij de beloften reden andere jongens meer overtuigende uitslagen bijeen, maar wat zegt dat? Een opleider moet daar doorheen kijken. Ik herinner me dat hij een keer derde werd in de Thüringer Rundfahrt, trouwens gewonnen door Wilco Kelderman. Dat was dé grote afspraak bij de beloften en Tom belandde bijna spelenderwijs op het podium. Dan weet je: die jongen is uit het juiste hout gesneden. Met name in de tijdritten zag je groeimogelijkheden.’

Roy Jans: ‘Tom was een renner van wie je bijna instinctief zei: die heeft iets. Zonder dat je hem daarom een toekomstige Girowinnaar had genoemd, naar die status is hij in stapjes gegroeid. Weet je wat zijn grote kracht is? Tom blijft jaar na jaar verbeteren. Zo ken ik er in het peloton geen tweede. Dat groeiproces stopt normaal zodra je prof wordt. Ik schrik niet als hij over een jaar of twee nóg sterker is.’

Van Dongen: ‘De nieuwe dimensie die er de laatste seizoenen bijkwam, is dat het nu ook een jongen voor de grote rondes blijkt te zijn. Die tijdrit was er al en hij begon ook steeds beter te klimmen. Plus: Tom verteert hoogtestages goed. Ontzettend belangrijk als je in grote rondes wil presteren!’

Jans: ‘Hij is spectaculair doorgebroken in de Vuelta van 2015, waar hij tot twee dagen voor het einde de leiderstrui droeg. Het verbaasde mij niet, moet ik zeggen. Tom kwam niet uit het niets. Iedereen wist dat hij een toptijdrijder was, bergop had hij ook al het een en ander laten zien. Tel de twee op en je hebt iemand die een grote ronde kan winnen.’

Het heeft lang geduurd voor Dumoulin dat zelf wilde geloven.

Jans: ‘Omdat hij alles stap voor stap wil doen. Zelfs na die sterke Vuelta van 2015 dacht Tom: misschien was dit wel een toevalstreffer.’

Jairo Van Lunteren: ‘Tom ontdekt zichzelf en de wereld kijkt mee welke kant hij opgaat. Mooi, toch?’

Wat voor karakter is hij?

Jans: ‘Een super sociale allemansvriend. Je kunt goed met hem lachen, al is het geen type om moppen te tappen. Eerder een droge komiek met rake observaties. Een goeie, gewone jongen.’

Van Lunteren: ‘Dumoulin komt rustig over en heeft helemaal geen grote mond. Het grappige is: als je dan mensen spreekt die hem kennen, dan blijkt dat toch niet helemaal te kloppen. Hij is wel het mannetje, hoor, vergis je niet. De kerel om wie het draait, de leider naar wie ze allemaal kijken. Mensen zijn van nature welwillend om voor hem te werken. Dat geboren leiderschap is natuurlijk een gouden troef. Dat het je lukt om een team achter je te krijgen. En, nog een stap verder, dat je erin slaagt een heel peloton jouw wil op te leggen.’

Van Dongen: ‘Hij is absoluut een natuurlijke leider. Tom weet goed wat hij wil en krijgt mensen zover dat zij het óók willen.’

Van Lunteren: ‘Die vriendelijke jongen van wie ik net zei dat hij geen grote mond heeft, durft anders wél de knuppel in het hoenderhok te gooien. Weet je nog hoe hij tekeerging tegen Nairo Quintana en Vincenzo Nibali in de Giro van 2017? Ze hadden ‘laf’ gereden. ‘Hopelijk eindigen ze niet op het podium.’ ( lacht) Je verwacht het niet van de ingetogen Tom Dumoulin, maar hij kan fors zijn in zijn uitspraken. ’t Is heus geen doetje, hoor.’

Ander voorbeeld: hij hekelde Chris Froome in de zaak met de puffer.

Van Lunteren: ‘Ja, en dan bezorg je jezelf toch een machtige vijand. Tegelijk denk ik: komt hij daarmee weg, dan bouwt hij een status op. Als je dit zegt en je wordt niet uitgekotst door het peloton, dan kunnen ze iets van je hebben. Interessant hoe hij zich op dat vlak ontwikkelt.’

Zie je hem ooit de Tour winnen?

Jans: ‘Waarom niet? Wie de Giro kan winnen, kan de Tour winnen.’

Van Dongen: ‘Hij heeft het in zich om het in de komende seizoenen wel eens te doen, ja. Maar of het gaat gebeuren… In het wielrennen ben je maar zo sterk als de tegenstander toelaat. De concurrenten weten dat Tom in het tijdrijden een kraan is. Zijn aanwezigheid stuurt de grote rondes vanaf nu een andere richting in. Ik vrees dat hij tactisch vaak in een moeilijke positie belandt.’

Jans: ‘Hij zit in een ploeg die de Tour kan winnen: ook niet onbelangrijk. Team Sunweb is wereldtop.’

Van Dongen: ‘Dat hadden we vorig jaar in de Giro al bewezen en nu hebben we het bevestigd. De ploeg was in de Ronde van Italië bovendien niet op volle oorlogssterkte. Geen Wilco Kelderman of Simon Geschke scheelt een slok op een borrel. Zij zullen er in de Ronde van Frankrijk wel bij zijn, maar de Tour is sowieso een ander paar mouwen. Over winnen spreken we dit jaar nog niet.’

Van Lunteren: ‘Hoe meer ik hem hoor praten, hoe meer ik erin geloof. Dumoulin is erg Hollands in zijn kalmte en zijn ‘normaalheid’, tussen aanhalingstekens. Aan de andere kant is ie ontzettend ambitieus. Zo’n doordouwer die niet stopt tot hij wint. Kijk naar de afgelopen Giro. Simon Yates leek volkomen te domineren. Iedere waarnemer dacht dat de prijzen waren verdeeld, geef maar toe. Dumoulin niet. Die liet zich niet gek maken en stond klaar om te profiteren toen Yates kraakte. ‘De seizoenen waarin hij het moet doen, komen er nu aan. Dumoulin is nog jong, zijn klimvermogen betert jaar na jaar en in het tijdrijden kunnen de anderen niet aan hem tippen. Volgens mij wordt hij de grootste Nederlandse wielrenner aller tijden.’

Tom weet goed wat hij wil en hij krijgt mensen zover dat zij het óók willen.’ Arthur van Dongen

Beleeft Nederland een Dumoulinhype?

Van Lunteren: ‘Geen hype maar hoop. Het is zó lang geleden dat we een Nederlander in deze positie hadden. Je had Erik Breukink, je had Michael Boogerd, maar dat waren nooit volwaardige kanshebbers voor geel, als we eerlijk zijn. Dumoulin kan het écht lukken, natuurlijk wekt dat enthousiasme op.’

Hij heeft nogal wat pech gehad dit voorjaar. Hoe is Tom Dumoulin wanneer het even niet meezit?

Jans: ‘Filosofisch. Geen enkele carrière verloopt zonder dipjes en dit was zeker geen dramatisch zwarte tijd of zo. Tegenslagen horen erbij.’

Van Dongen: ‘Het zat dieper dan dat. In het begin lukte het relativeren nog wel, maar het werd een opeenstapeling. Haperend materiaal, valpartijen… Pech werd teleurstelling. Toen hij de Tirreno verliet na een crash, zat hij daar meer mee in zijn maag dan wij bij de ploeg hadden ingeschat. We hielden Tom een paar dagen van de fiets, om afstand te nemen. Even andere dingen doen. Geen week later voelde hij zich toch klaar om te starten in Milaan-Sanremo en daar was hij meteen weer erg goed, wat niemand had zien aankomen. Het is een jongen die je blijft verbazen, ook als je denkt dat je hem kent.’

Van Lunteren: ‘Hoe hij met tegenslag omgaat, hoe gedreven hij is, hoe hij zijn sport beleeft… Grote klasse.’

Hij oogt altijd zo relaxed. Alsof niks hem kan raken.

Van Dongen: ‘Er wordt veel van hem verwacht, maar de druk verlamt hem niet. Toen het voorjaar tegenviel, was hij nochtans níét ontspannen, kan ik je verzekeren. Buitenstaanders vinden hem bedaard, maar ik zie net een soort onrust in hem, die hij goed verstopt houdt. Die onrust maakt hem een topcoureur. Het drijft hem verder.’

Jans: ‘Er zit niet veel improvisatie bij, de meeste dingen draaien uit zoals hij het plande. Dat geeft vertrouwen. Tom weet waar hij mee bezig is.’

Was hij ontgoocheld dat hij de Giro niet won?

Van Dongen: ‘Neen. We hebben er het hoogst haalbare uit gesleurd. Winnen had gekund, maar er bleek er één sterker. Tom is trots op hoe hij in Italië gereden heeft. Het bevestigt dat de overwinning van vorig jaar geen incident was. De ronderenner Tom Dumoulin hoort vanaf nu bij de vaste waarden.

‘In de eindafrekening maakte het misschien niet veel uit, maar we zijn ook blij met hoe constant hij was. Al zijn concurrenten, Chris Froome inbegrepen, kenden pieken en dalen. Tom stond er drie weken.’

Van Lunteren: ‘Hij staat realistisch in het leven. Natuurlijk weet Dumoulin dat je niet elke koers kunt winnen. Maar als je rijdt zoals hij in de Giro deed, dan ben je toch ook geen verliezer, vind ik.’

Van Dongen: ‘Het pleit voor Tom dat hij de handdoek niet gooide. Niet toen Yates zo domineerde, niet toen Froome de leiding nam. We hebben nog een alles-of-nietspoging ondernomen toen Froome het roze al had en ik kan je zeggen dat Tom toen zelf ook tegen de limiet aan zat. Toch bleef hij strijdvaardig tot aan de meet.’

Van Lunteren: ‘Zodra een renner de Ronde van Italië wint, wordt er anders naar hem gekeken. Dumoulin gaat erg goed met zijn nieuwe status om. Ging niet denken: ik ben er. Ik vond het heerlijk dat hij, tegen de stroom in, zijn Girotitel wou verdedigen. Elke Nederlandse wielerkenner dacht: nou, nou. ( lacht) Dumoulin had er lak aan.’

Lang twijfelde Dumoulin of hij de Tour zou rijden. Echt of gespeeld?

Van Dongen: ‘Echt. Zowel mentaal als fysiek vergde de Ronde van Italië veel van Tom. Je weet nooit hoe snel de accu weer oplaadt. Als hij zich iets minder zou voelen, dan trok hij nu naar de Tour met het idee een etappe te winnen, maar hij blijkt voldoende hersteld om voor een klassement te gaan. Hij verteert de trainingen goed en dat is na zo’n slopende Giro bijzonder knap. Had ik al gezegd dat die jongen me blijft verbazen?’ ( lacht)

Van Lunteren: ‘Hij kreeg de vraag of hij vijf keer de Tour wou winnen. Dat vond Dumoulin een belachelijke suggestie, hij schoof ze meteen opzij. Om eraan toe te voegen: ‘Ik win liever elke grote ronde één keer.’ Een doel dat misschien nog wel ambitieuzer is!’ ( lacht)

De Tour is nog wat anders dan de Giro.

Van Lunteren: ‘Vind je? Behalve Quintana stonden alle grote klassementsmannen toch aan de start? Ik denk dat hij vertrekt met de idee: ‘Ik heb de Giro in mijn benen en het gaat moeilijk worden.’ Voor je het weet, zitten we in week drie en hangt hij toch in de buurt van het podium. En dan worden de anderen zenuwachtig, hoor.’

Stemmen over Tom Dumoulin

Roy Jans Belgische spurter van Cibel-Cebon. Een goeie vriend.

Jairo van Lunteren auteur van Tom Dumoulin: van roze droom tot gele trui. Arthur van Dongen begeleidde de jonge Dumoulin bij het Rabobank Continental Team. Nu ploegleider bij Sunweb.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content