Thomas vs. Froome: (g)een broedermoord?

© BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Doen Geraint Thomas en Chris Froome op Alpe d’Huez de Tour helemaal op slot? Al dan niet door elkaar of sámen aan te vallen? Op een echte broedermoord lijkt het (voorlopig) niet te zullen uitdraaien.

Donderdag 19 juli – Bourg-Saint-Maurice -> Alpe d’Huez – 175,5 km

De derde Alpenrit op rij en de langste: 175,5 km, al is ook dat niet overdreven. Maar deze keer wel een klassieker met drie legendarische beklimmingen. Liefst 71 km bergop, met volgens Christian Prudhomme een hoogteverschil van 5000 m. “Du jamais vu!

Maar, lichtjes overdreven: ‘slechts’ 4700 m dénivelé positif. Zo’n 200 m meer dan drie bergritten in de Tour van 2017, 110 m meer dan de Chris Froome-etappe in de jongste Giro over de Colle delle Finestre, en een 30-tal meer dan de vierde rit van de Tirreno-Adriatico van dit jaar.

Het kan trouwens nog straffer: in de Giro van 2017 moesten de renners in de etappe over de Mortirolo, Stelvio en Umbrailpass 5383 verticale meters overwinnen (gewonnen door Vincenzo Nibali), in de Giro van 2011 lag zelfs een Dolomietentocht van liefst 5768 hoogtemeters (gewonnen door Mikel Nieve).

Het totale hoogteverschil van deze Tour bedraagt trouwens 44.465 m, 2000 minder dan in 2017, ruim 8000 minder zelfs dan in 2016 (52.520 m), een record in moderne Tourtijden. Toen lagen er ook 28 cols van tweede, eerste en buiten categorie op het parcours, dit jaar 25 stuks.

Skytrein

Na een mogelijk helse openingsweek en met de twee voorgaande Alpenetappes in de benen, wordt deze rit hoe dan ook moordend. Met eerst de col de la Madeleine (25,3 km aan 6,2%).

Opmerkelijk: de laatste passage dateert al van 2013. Toen de eerste Tour van Nairo Quintana, waarin hij tweede werd na Chris Froome.

Na de afdaling wacht de venijnige Lacets de Montvernier (3,4 km aan 8,2%), met zijn smalle haarspeldbochten en prachtig zicht van bovenaf.

Daarna weer een beroemde tweeduizender: de col de la Croix de Fer (29 km aan 5,2%). Vorig jaar ook op het menu, in de etappe naar Serre Chevalier, en van een andere kant beklommen, maar Thomas De Gendt kwam er wel als eerste boven, als enige Belg ooit.

Deze Croix de Fer en de Madeleine zijn weliswaar zeer lang, maar niet super steil, geknipt dus voor een treintje bergop – nietwaar, Team Sky? Volgen wordt de opdracht, want er rest nog een duikvlucht van 30 km en een vlak stuk van 10 km naar Alpe d’Huez (13,8 km aan 8,1%).

Een jubileumaankomst trouwens, want de 30e finish op de Alp, al is het wel de 31e passage, gezien de twee beklimmingen in één rit in 2013 van de Hollandse berg. Al kun je intussen van een Franse berg spreken, met zeges van Pierre Rolland in 2011, Christophe Riblon in 2013 en Thibaut Pinot in 2015.

Opvallend ook: geen eindwinnaars van de Tour. En dat is veeleer regel dan uitzondering: alleen Fausto Coppi in 1952, Lance Armstrong in 2001 (wel geschrapt) en Carlos Sastre in 2008 wonnen op de Alp én droegen de gele trui in Parijs.

Geen broedermoord

Of leider Geraint Thomas, op La Rosière duidelijk de beste, kan/zal winnen op de Alp, hangt voor een deel af van de vluchtersgroep, en of die genoeg ruimte zal krijgen om voorop te blijven.

En of Chris Froome zijn ploegmaat/vriend/geletruidrager zal durven aan te vallen.

Want dat is nu dé vraag na amper twee bergritten. Ongetwijfeld zal de Team Skytrein weer een moordend tempo opleggen, tot aan de voet van de Alp of halverwege. Maar wat doet Thomas als Froome versnelt en niemand volgt? Blijven zitten of op diens wiel springen? Of zélf eerst aanvallen, zoals naar La Rosière? Waarmee hij zijn Skykopman in het defensief drong, daarna wel het ploegenspel speelde door in Dumoulins wiel te blijven zitten, om tot slot toch te versnellen, toen Froome bijna aansloot. En zo de ritzege en de bonificaties binnen te halen.

Op de persconferentie na de rit van gisteren was het niettemin zeer opvallend hoe Thomas van toon veranderde. Eerder deze week zei hij dat de Alpen zouden beslissen over het leiderschap binnen Team Sky, via een “natuurlijke selectie”.

Maar hoewel de Welshman op de slotklim nog beter leek dan Froome, veranderde hij plots van toon: “Chris is de leider, hij is onze beste kans op de eindzege. Als de ploegleiding mij vraagt om een hele dag op kop te rijden, dan zal ik dat doen…”

Een opmerkelijke switch voor iemand die net zijn eerste bergrit in de Tour gewonnen heeft, de gele trui aantrok, en nu 1 minuut en 25 seconden voorstaat op Froome.

Niet te vergeten: Thomas heeft net voor de Tour al bijgetekend bij Team Sky, inclusief een fikse loonsverhoging tot 2,5 miljoen euro (al dan niet met extra bonussen) – dat kon hij bij geen enkele andere ploeg verdienen.

Hij en Froome komen bovendien uitstekend overeen, zo bleek gisteren ook uit de gemeende handdruk meteen na de finish en uit foto’s van het avondlijke ploegdiner. Vergeet ook niet dat ze al sinds 2008 ploegmaats zijn, van bij Barloworld.

De vergelijking met de Tour van 2012 en de rivaliteit tussen Froome en Bradley Wiggins gaat dus niet op. Die konden elkaar toen niet luchten. En hun vrouwen elkaar nog veel minder.

Niet toevallig feliciteerde Wiggins, via enkele tweets, gisteren uitgebreid de Welshman. En niet toevallig zei hij eerder deze week dat Team Sky “een groot probleem heeft als Thomas geel pakt.”

Houdt die dat geel tot in Parijs? Of legt de Welshman zich effectief neer bij eventuele teamorders om Froome te laten gaan als die aanvalt op Alpe d’Huez? Uit diens uitleg van gisteren kon je afleiden dat de viervoudig Tourwinnaar dat ook effectief zal doen, aangezien hij nog een rekening te vereffenen heeft met de Alp. Daar beleefde hij in het verleden in de Tour al enkele moeilijke momenten.

Als Thomas tóch achter Froome aan gaat – “Ik ga ook niet opzettelijk tijd verliezen om Chris de gele trui te laten dragen…”, zei hij gisteren monkelend -, dan is de vraag in hoeverre hij nog anderhalve week met de druk van de gele trui zijn huidige niveau zal kunnen aanhouden.

Dat heeft Gee over drie weken immers nog niet bewezen, verder dan een vijftiende plaats in een grote ronde kwam hij nog niet. Met die bemerking dat de Welshmande voorbije Rondes van Frankrijk zijn kansen telkens opofferde voor Froome.

Anderzijds kan je je ook afvragen: wil Team Sky, gezien de hele controverse rond Froome, wel dat die het geel pakt? Een eindoverwinning voor Thomas – tenslotte ook een Brit – en een tweede plaats voor Froome zou meer sympathie opleveren bij de buitenwereld.

Ze kunnen zo zelfs het eerste duo uit dezelfde ploeg worden dat als eerste en tweede eindigt in de Tour, sinds Bjarne Riis/Jan Ullrich in 1996, en sinds Wiggins/Froome in 2012.

Toch is de kans groter dat de volgorde Thomas/Froome nog omgedraaid zal worden. De Team Skyploegleiding heeft de voorbije anderhalve week, en ook gisteren, al enkele keren duidelijk gemaakt dat Froome dé leider is, zoals Thomas zelf herhaalde op La Rosière.

Om de vijandigheid van het publiek (vandaag mogelijk al op Alpe d’Huez) ten opzichte van de jongste Girowinnaar wat te beperken, zou een scenario waarin die pas in de derde week, in de laatste bergrit of tijdrit, het geel aantrekt, van pas komen. Dat bespaart Froome ook van alle vermoeiende verplichtingen als leider, na elke aankomst. Afwachten dus.

Maar een échte broedermoord lijkt het niet te zullen worden. “Chris en Geraint zijn de perfecte tandem”, aldus ploegleider Nicolas Portal. Evengoed rijden ze op L’Alpe d’Huez sámen van iedereen weg. En komen ze hand in hand over de finish, zoals ploegmaats Greg LeMond en Bernard Hinault dat in 1986 deden op de Hollandse berg.

Drietand wordt tandenstoker

Alleen Tom Dumoulin kan zich misschien nog tussen het Skyduo wringen. Ook omdat hij, als wereldkampioen, een toptijdrit in de benen heeft. En als enige, naast misschien de sterke Primoz Roglic, in de chronorace op de laatste zaterdag nog tijd kan goedmaken op Froome en Thomas (of omgekeerd). Al zal hij ervoor nog een stuk van zijn huidige achterstand (1 minuut en 44 seconden op Thomas) moeten verkleinen. Gisteren maakte Dumoulin alvast indruk, maar wel op een lopende col, zonder hoge stijgingspercentages.

Een lichtpuntje voor de Nederlander: de Skytrein, op Froome, Thomas en Kwiatkowski na, heeft nog geen onverwoestbare indruk nagelaten. Zowel Moscon, Poels als Bernal moesten op La Rosière opvallend vroeg passen.

Met de achterstand die de andere tegenstanders nu al hebben opgelopen, maken die geen kans meer op de gele trui. Niet Vincenzo Nibali (of die zou weer een miraculeuze heropleving moeten kennen in de derde week) en ook niet de zogenaamde drietand van Movistar.

El Tridente is nu veeleer een stompe tandenstoker geworden, nu Valverde uit de top tien is gevallen, Landa nog sukkelt na zijn val richting Roubaix en alleen Quintana met moeite kon volgen op de klim naar La Rosière. En uiteindelijk moest passen toen Daniel Martin en Froome versnelden, in achtervolging op Thomas.

Met deze vorm zal de Colombiaan een achterstand van ruim drie minuten op de geletruidrager nooit goedmaken, zeker niet met de slottijdrit in het verschiet.

Hetzelfde geldt voor de Franse chouchou Romain Bardet. Verrassend is dat zelfs het LottoNL-Jumboduo Primoz Roglic/Steven Kruijswijk voor hen geklasseerd staat, als vijfde en zesde. Met zijn sterke tijdrit is Roglic zelfs een stevige topvijfkandidaat.

Verdoemd

Kunnen de Belgen winnen op de Hollandse berg? Dan moeten ze hopen dat Team Sky een vroege vlucht laat gaan. Al is Alpe d’Huez wel verdoemd voor onze landgenoten: Michel Pollentier won er als enige, maar zijn ‘peerverhaal’ is bekend. Lucien Van Impe verloor er na een aanrijding met een volgwagen de Tour van 1977 en strandde op twee tweede, twee derde en twee zesde plaatsen – al noemde hij zijn villa in Impe wel ‘Alpe d’Huez’, omdat hij er in 1976 het geel had veroverd. Nog altijd krijgt Lucien brieven uit Frankrijk, met op de enveloppe: ‘Lucien Van Impe, Alpe d’Huez, Belgique’.

Daarnaast eindigden alleen Stan Ockers (3e in 1952 na Fausto Coppi en Jean Robic) en Paul Wellens (3e in 1979 na Joaquim Agostinho en Robert Alban) ooit in de top drie.

Sinds de jaren 90 is het huilen met de tricolore pet op, want slechts vier toptienplaatsen: van Claude Criquielion (9e in 1990), Jan Nevens (4e in 1992, als overblijver van een vroege vlucht, waarin ook winnaar Andy Hampsten zat), Kurt Van de Wouwer (8e in 1999) én Thomas De Gendt (5e in 2011).

Die was voor een keer niet meegegaan in een ontsnapping en eindigde in het gezelschap van Cadel Evans en de broers Schleck. Terwijl De Gendt tot voor de Ronde van Zwitserland van dat jaar in competitie nog nooit een col van meer dan 10 km had beklommen… Maar, relativeerde Thomas: “Ik heb me voorbije ritten gespaard. Ik had nog veel krachten over.” Op de twee na laatste dag van zijn éérste grote ronde. Op zijn 24e.

Rekent hij zeven jaar later af met de Belgische vloek van de Alp?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content