Tourrit 13: ruikt Sagan zijn kans na verdwijnen van topsprinters?

© PHOTOPQR/L'EST REPUBLICAIN/MAXPPP
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Aangezien vele topsprinters in de Alpen verkruimelden door de hitte en de hoogtemeters lijkt de aangekondigde massasprint in Valence niet meer zo zeker. Goed nieuws voor de Belgen, tenzij Peter Sagan zijn collectie ritzeges wil uitbreiden.

Vrijdag 20 juli – Bourg d’Oisans -> Valence – 169,5 km

Ver zullen de renners na de finish op Alpe d’Huez niet moeten rijden richting hotel, want vandaag start de rit aan de voet van de Alp, in het 3400 zielen tellende dorpje dat er eeuwig mee verbonden zal zijn: Bourg d’Oisans.

Wel de reden waarom het zelf ooit slechts één keer het eindpunt van een etappe was, in 1966 toen Luis Otaño naar de zege soleerde.

Toen had Alpe d’Huez, na pas één aankomst (1952, winst voor Fausto Coppi), echter nog niet de faam die het vanaf het midden van de jaren 70 zou opbouwen.

Van toen af diende Bourg d’Oisans alleen nog als départ: 19 keer, in 2004 zelfs tweemaal. Meestal van een Alpenrit, zoals de laatste keer in 2013 naar Le Grand Bornand (winst voor Rui Costa).

Vijfmaal wees het Tourkompas ook richting het westen, waar Saint-Étienne vier keer het eindpunt was, zoals in de etappe die Ludo Dierckxsens in 1999 won.

Ook in deze rit gaat het westwaarts, richting de Rhônevallei. Na een afdaling in de eerste 30 kilometer, inclusief een razende start, is de kans groot dat de vluchtersgroep pas zal wegrijden op het daaropvolgende klimmetje van derde categorie. Daarna is het echter zo goed als vlak tot de finish in Valence, met alleen enkele kilometers bergop, op zo’n 30 kilometer van de eindstreep.

Kleine Colombiaan

Steden in de Rhônevallei zijn vaak gastheer van een etappe, als overstap van Alpen naar Pyreneeën of omgekeerd, zoals vorig jaar Romans-sur-Isère, waar Michael Matthews won.

Aankomstplaats is deze keer dus Valence, de hoofdstad van het departement Drôme, gelegen langs de bekende A7-snelweg op weg naar het zuiden. In 2015 ook al het decor van een groepssprint, gewonnen door André Greipel. Het peloton fietste toen richting het oosten, na de start in Mende.

Voor deze finish betaalde Valence ASO 144.000 euro, bovenop de 132.000 euro die het ook al op tafel legde voor de proloog en de start van de tweede rit van het jongste Critérium Dauphiné.

Burgemeester Nicolas Daragon is dan ook gek van de koers, wat bij zijn voorgangers blijkbaar minder het geval was. Want voor 2015 was Valence, tevens de geboorteplaats van ex-renner Charly Mottet, slechts één keer ville étape in de Tour, als slot van een overgangsrit in 1996.

Een triomf voor de Colombiaan José Jaime González, een grappig kereltje dat met wielrennen was begonnen in navolging van zijn dorpsgenoot Fabio Parra. En dat de journalisten meteen op zijn hand kreeg. “Volgens het medisch communiqué voor de Tour ben ik met 1m57 de kleinste van het peloton. Fout! Ik ben 1m67 groot!”, benadrukte Chepe. En ook over zijn leeftijd bestond er discussie. “Volgens de registers ben ik geboren op 28 juli, maar volgens mijn moeder op 20 juli. Ik geloof haar!”, lachte Chepe, die eind jaren 90 nog twee ritten in de Giro en er tweemaal het bergklassement op zak stak.

Niet toevallig koos González voor 20 juli als zijn verjaardag. De Colombiaanse nationale feestdag immers, de dag ook van deze etappe.

Wat doet Sagan?

Fernando Gaviria zal zijn landgenoten geen ritzege kunnen schenken, want net als Dylan Groenewegen en André Greipel (voor het eerst in zijn Tourcarrière) gaf hij, richting Alpe d’Huez, op. Nadat de rit ervoor ook al Marcel Kittel en Mark Cavendish buiten tijd aankwamen.

Rest alleen nog Peter Sagan, Alexander Kristoff, Arnaud Démare, Sonny Colbrelli, John Degenkolb, Christophe Laporte enhet Wanty-Groupe Gobertduo Andrea Pasqualon en Timothy Dupont als snelle mannen.

Voor een op papier ideale sprintersrit, ook gezien de beperkte afstand van 169,5 km. Een mogelijke sprint (alweer lichtjes bergop) kan wel hectisch worden, want ASO is erin geslaagd een rotonde op 350 meter van de finish te leggen.

Dé vraag is: denken die overgebleven sprinters een kans op een ritzege te maken, gezien het verdwijnen van de twee topsprinters van deze Tour, Gaviria en Groenewegen – beiden goed voor twee etappeoverwinningen.

En laten zij dan hun ploegmaten werken om de vluchtersgroep van de dag in te rekenen? Aangezien FDJ gebouwd is rond Arnaud Démare, en bij BORA-hansgrohe Peter Sagan het echte speerpunt blijft (klassementsman Rafa Majka staat pas 21e) is de kans niet onbestaande dat die twee teams, met nog alle acht renners aan boord, de handen in elkaar slaan.

Misschien put ook John Degenkolb moed uit zijn ritzege naar Roubaix, en steekt ook Trek een handje toe. En wie weet laat ploegleider Hilaire Van der Schueren zijn Wanty-Groupe Gobertrenners voor een keer niet aanvallen, maar zet hij alles op een mogelijke topvijfplaats voor Pasqualon en/of Dupont.

Kansen voor Belgen

Anderzijds is de slijtage na een moordende Alpenpassage heel groot in het peloton. En ook morgen zal het meer dan dertig graden worden.

Laten Sagan en co toch betijen, dan kan een grote vluchtersgroep voorop blijven. Voor de groene trui moet de Slovaak het niet meer doen. Die heeft hij nu al binnen, met liefst 210 punten voorsprong op Alexander Kristoff (339 vs. 129).

Tenzij de wereldkampioen zijn zinnen gezet heeft op zijn recordaantal punten van 2016 (470), met toen ook een recordvoorsprong van 242 punten.

Houdt de ontsnapping van de dag stand, ondanks de voorspelde tegenwind, dan biedt dat kansen voor Belgische barroudeurs als Jasper Stuyven en Sep Vanmarcke.

En aangezien Gaviria, Greipel en Cavendish naar huis zijn, kunnen ook Yves Lampaert/Philippe Gilbert/Tim Declercq (Quick-Step), Thomas De Gendt/Jasper De Buyst (Lotto-Soudal) en Julien Vermote (Dimension Data) zich vol in de strijd gooien.

Als ze na drie Alpenritten nog energie over hebben tenminste.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content